Sarah Meuleman 

De vondeling
Sarah Meuleman


‘Een eiland is altijd veilig.’ zei Wini ooit. ‘De zee houdt al het gevaar van de wijde wereld buiten.’ Robin was nog klein en knikte, wist niet dat het gevaar vanbinnen nog zoveel groter kon zijn.’


Robin bevindt zich met haar moeder Wini in 1968 op de Isles of Scilly in de Atlantische Oceaan, een paar kleine eilandjes tussen Cornwall en Amerika. De Scillies zoals ze genoemd worden liggen op drie uur varen van Penzance, Cornwall, en zijn in de zomer goed per boot te bereiken. In de wintermaanden kan dat alleen met het vliegtuig. In het boek zijn de bewoners erg op zichzelf, zij dulden geen indringers. Toeristen, prima, die vertrekken weer, maar als Robin in 1990 terug komt naar de eilanden krijgt ze dit te horen:


‘Ik weet wat je zoekt, Robin,’ zegt ze. ‘Iedereen hier weet wat je zoekt. Maar je zult het niet vinden en wil je weten waarom? Niemand verstoort ons eiland. We leven hier al eeuwen; dit eiland is één persoon met één mond en één geweten. Niemand zal je helpen. Niemand.’


Wat zoekt Robin dan? Het ware verhaal. Meer niet. Maar de waarheid achterhalen zal haar kruim kosten, zozeer zelfs dat ze gaat twijfelen of haar herinneringen wel echt zijn. Ook haar moeder zei altijd dat het fantasie was. Maar ze heeft toch echt iets gevonden op het strand? En ze meent toch zeker te weten dat het een baby was. Dood. Maar ze was pas acht jaar. Ze kon het kind niet meenemen en toen ze haar moeder eenmaal gevonden had en die met haar meeging, was er niets meer te vinden. Het was een pop, zei haar moeder, die weer mee gespoeld is met de golven.


Intussen is Wini, haar moeder die met haar in een woongroep bivakkeerde, overleden. Robin heeft een foto gevonden met een briefje: HET SPIJT ME. ZORG DAT JE HAAR VINDT Robin heeft na haar lugubere vondst altijd nachtmerries gehouden, en nu met dit briefje staat haar besluit vast: ze moet weten wat er toen, twintig jaar geleden, gebeurd is. Maar op Scilly ontmoet ze veel tegenstand, de mensen willen dat ze ophoudt met vragen stellen en naar Engeland vertrekt. Er zijn er slechts een paar die helpen. Niet volmondig, want ook zij willen dat een geheim geheim blijft, maar langzaam weet Robin toch haar verleden te reconstrueren.


Het zijn kleurrijke personages die haar helpen: de taxidermist Faber, die haar wel als leerling wil aannemen, maar ook liever zwijgt. En haar vroegere vriendin, Tess, die in de avonden de vamp uithangt in het plaatselijk café. Zullen de geheimen ontraadseld worden?


Naast dit verhaal dat al in twee delen uiteen valt, 1968 en 1990, is er nog een dystopische verhaallijn. Die speelt in 2025, in Amerika. Rebecca is een jonge vrouw, die tijdens het uitoefenen van haar kapperswerk een bejaarde vrouw ontmoet. Rebecca lijkt een uitweg te zien uit haar enigszins mislukte leven door te gaan luisteren naar de verhalen van de oudere vrouw.
Waarom Meuleman deze verhaallijn toegevoegd heeft is een beetje de vraag. Ze verweeft alles wel zodanig in elkaar dat de lezer deze drie lijnen nodig heeft om het geheel te begrijpen, maar dat de wereld in 2035 een stuk minder leefbaar is, voegt aan het verhaal van Robin niets toe.


Het boek is verdeeld in delen met de namen: ‘villen, vlezen, vullen en vormen’, die duidelijk verwijzen naar de taxidermie. Dat heeft een dubbele bodem, leuk voor de lezer om te ontdekken. Er valt overigens veel te ontdekken in dit boek: niet alleen het geheim van de Scillies, maar bijvoorbeeld ook hoe een besloten leefgemeenschap met elkaar omgaat. De woongroep uit Robins jeugd is eigenlijk ook een besloten gemeenschap, maar die komt wat minder uit de verf. Was misschien interessanter geweest dan dat dystopische element.
Er is ook een overeenkomst tussen de oude vrouw en de kapster, die ieder op een bepaald moment in hun leven keuzes moeten maken en daar niet zo succesvol in zijn.


Sarah Meuleman (1977, Oostende) studeerde in Gent Germaanse filologie. Op haar 23ste ging ze literatuurwetenschap studeren in Amsterdam, waar ze nog steeds woont. Ze werkt als journalist en debuteerde in 2015 met de roman De zes levens van Sophie, waarmee ze werd genomineerd voor de Bronzen Uil voor het beste debuut. Zowel dit debuut als het onderhavige boek verschijnen ook in een Engelstalige versie.


ISBN 9789048833313 | paperback | 304 pagina's | Uitgeverij Lebowski | juni 2019

© Marjo, 3 oktober 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER