Philippe Claudel 

Het verslag van Brodeck
Philippe Claudel

 

"Het moest wel zo aflopen, Brodeck. Die man was een spiegel, weet je, zonder een woord te zeggen liet hij iedereen zien hoe ze eruitzagen. Misschien was hij wel de laatste gezant van God voordat Hij de boel opdoekt en de sleutel weggooit. Ik ben het afvoerputje, maar hij is de spiegel. En spiegels breken altijd, Brodeck."

 

Ergens in de Elzas bevindt zich waarschijnlijk (want nooit specifiek aangeduid) het dorp waar Brodeck  na de oorlog naar terugkeert. Als terloops vertelt hij het verhaal van wat hem de jaren er voor is overkomen, nog vager is hij over wat er intussen in het dorp gebeurd is. Ook zijn verleden, hoe hij door de oude vrouw Fédorine gevonden is als hoogstwaarschijnlijk enige overlevende bij een platgebrand dorp. Met deze vrouw, zijn echtgenote Emélia en dochter Poupchette slijt hij zijn leven.
Op een dag komt er een vreemde in het dorp, met een paard en een ezel. Hij neemt zijn intrek in de herberg. Hij blijft zeer afstandelijk, vertelt niet eens hoe hij heet. Hele dagen doolt hij door dorp en omstreken, en zijn gedrag maakt de dorpelingen angstig en schuw. Het moet wel tot een uitbarsting komen, en van hetgeen gebeurt, moet Brodeck als de geletterde van de gemeenschap, een verslag maken. Daar moet in staan hoe het onvermijdelijke gebeurd is. Het gezamenlijke schuldgevoel moet gesust worden. Maar Brodeck schrijft meteen het verslag van zijn eigen leven. Het dorp vertrouwt hem niet. Terecht natuurlijk. Zal hij er in slagen de beide verslagen te schrijven? En dan? Als zijn werk er op zit?
Een broeierige roman in een donkere sfeer. De mens is van nature slecht, maar gelukkig zijn er uitzonderingen. Dat lijkt Claudel te vertellen.
Niet bepaald een boek waar je vrolijk van wordt, maar wel een om nog eens te lezen.


‘De gedachte aan de dood werd pas ondraaglijk als ik die in verband bracht met Emélia en Fédorine. Het is de dood van anderen, van degenen van wie je houdt, die je kapot kan maken en vernietigen, niet je eigen dood. Dat was waar ik mijn strijd tegen had moeten leveren; ik had me tegen zijn zwarte licht verweerd door met gezichten en gestalten te zwaaien.’


ISBN 9789023427919 | paperback | 335 pagina's | De Bezige Bij | september 2010
Vertaald uit het Frans door Manik Sarkar

© Marjo, 25 februari 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER