Nina Polak 

altWe zullen niet te pletter slaan
Nina Polak


Anna en Schard zijn ’halfbloedverwanten’. Hun moeders Benya Katz en Marie Mutsers hebben vierentwintig jaar hun huishouden en hun bed gedeeld, maar op een dag is het over. Benya vertrekt:


'Louis jankte drie dagen. Benya zag ook in dat ze hem onmogelijk mee kon nemen naar dat nieuwe huis zonder aarde. Hij voelde aan dat de baas niet meer terug zou keren, dat de roedel uit elkaar was, en kon het niet nalaten luidkeels te rouwen.’


Anna is een succesvol illustratrice van kinderboeken. Haar leven kabbelt voort. Ze heeft een tot haar spijt aseksuele relatie met Manu, een extraverte homoseksueel (een type als Conchita die bij het songfestival zo duidelijk naar voren trad). Hij betrekt haar bij zijn uitspattingen als kunstenaar, en maakt haar soms radeloos door zijn onvoorspelbare verdwijningen. Even probeert ze wat met kleuterjuf Aisling, maar dat wordt geen succes.
Anna drijft een beetje. Ze weet niet wat ze wil. Ze is al lang vergeten dat ze eens tegen haar moeder zei: ‘Ik ga het net zo doen als jullie.’
Ze is niet moedig genoeg om eens een stap buiten haar eigen wereldje te zetten. Tekenen, dat kan ze, uilen tekenen. Dus doet ze dat maar, terwijl ze zich behalve om Manu ook bekommert om Schard.


Schard drijft ook. Hij wil een relatie met Padma, zelfs trouwen, als ze dat graag wil, maar Padma houdt hem af. Al volgt hij haar naar India, al gooit hij zijn hele leven aan haar voeten, het wordt niets. Diep teleurgesteld arriveert hij weer in Nederland, waar Anna hem opvangt.
Twee gedesillusioneerde jongeren, die misschien wel denken te weten wat ze willen van het leven, maar desondanks hun toekomst somber inzien.


In een niet chronologisch volgorde en in een indirecte stijl schetst Nina Polak hun leven.
Er zijn flashbacks, deels in de vorm van vertelde verhalen, maar wat vooral indruk maakt zijn de fraaie typeringen en de mooie zinnen. Polak is zeer creatief met taal.
Maar de vorm van het verhaal is niet makkelijk. Het duurt even voor je gewend bent aan haar manier van schrijven. Als je eenmaal zo ver bent besef je dat je een prachtige roman aan het lezen bent. Tot dat moment geniet je al wel van zinnen als deze:


’In hoe hij de ontmoeting heeft opgeslagen, treft hij haar naast het schooltje waar ze is gaan werken aan in een tropisch clair-obscur: omkaderd door laurier en mangobomen, vergezeld door vlinders en kingfishers, gehuld in een sari tot de grond. Maar het kan ook goed zijn dat ze haar praktische driekwartbroek droeg en haar lelijke roze poloshirt; dat om haar heen niet tropische vogeltjes fladderden, maar kalende kippen scharrelden.’


’Er danste een alledaagsheid het erf op.’


'Kinderen mocht je ironie voeren, maar bij bloed moest je ze weghouden.'


Nina Polak (1986) studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en aan de New School University in New York. Ze is redacteur bij De Correspondent en schrijft voor De Groene Amsterdammer. We zullen niet te pletter slaan is haar debuutroman.


ISBN 9789044621778 | paperback | 272 pagina's| Uitgeverij Prometheus | april 2014

© Marjo, 24 juni 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER