Scheerjongen
Maria Stahlie
In deze prachtige ontwikkelingsroman maken we kennis met de Amsterdamse Aldo Rossi. Hij is aan het begin van het boek veertien jaar en heeft zwaar liefdesverdriet. Die hete zomer zou hij Anna weer zien, zijn maatje tijdens de vakanties bij opa in Italië. Deze keer zou het niet bij vriendschap blijven had Aldo zich voorgenomen. Het zou de vakantie van zijn eerste tongzoen worden. Maar de vijf jaar oudere Anna is er niet. Ze is bij haar verloofde in een dorp tachtig kilometer verderop. Aldo brengt zijn tijd hangend en zuchtend door totdat opa, de barbier van het dorp, hem bij zijn oor pakt en meesleept tot voor de grote spiegel.
"Kijk naar jezelf!' beval zijn opa hijgend. 'Wat zie je daar staan... dat is geen vent maar een weekdier!' Hij pakte de pols van zijn kleinzoon vast in een schroefgreep: "Een slappe slungel met meisjeshaar... bij de allerkleinste tegenvaller helemaal van slag... drie weken lang in zak-en-as omdat een juffertje dat zijn moeder had kunnen zijn een ander vriendje heeft genomen... boehoe!'
Aldo richtte zijn hoofd op. Het beviel hem niet wat hij zag.
Opa geeft hem een uitgebreide, echt Italiaanse scheerbeurt en vertelt hem het verhaal over Aldo's overgrootvader Bruno. Welke heldendaad deze verricht had. Na deze scheerbeurt is Aldo uit zijn lethargie ontwaakt, hij weet wat hem te doen staat... Hij wordt geen conformist zoals zijn vader volgens opa is. Hij wordt een Italiaan Oude Stijl. Hij wordt als Bruno. Hij zal zijn moeder eren zoals elke Italiaan maar ook stoer en onverzettelijk zijn, op zijn doelen afgaan als een mán.
Eenmaal weer thuis in Amsterdam oefent hij houdingen, neemt poses aan, studeert op gebaren. Zelfs zijn beste vriend Erik is onder de indruk. Maar Amsterdam is Italië niet. Aldo pubert door, krijgt een rood hoofd om de gekste dingen en wordt weer verliefd, weer op een ouder meisje, Irene, maar zij ziet hem niet eens staan. Hij heeft met een meisje dat hij niet eens leuk vindt zijn eerste eindeloze tongzoen. Hij wordt opnieuw heftig verliefd, dit keer op een verpleegster die werkt in het bejaardenhuis waar Aldo stage loopt. Hij fiietst veelvuldig langs haar huis, gaat naar die ene winkel waar hij haar gezien heeft in de hoop haar 'toevallig' te ontmoeten. Kortom een echte puber.
Met Erik bespioneert hij diens vader die naar de hoeren gaat, hij kiest wel steeds dezelfde hoer. Erik vindt het niet erg.
Aldo heeft een goed leven. Hij kan prima opschieten met zijn zeven jaar jongere broertje Giu. Zijn ouders zijn in goede doen. Zijn vader is veel weg voor zijn werk maar toch een leuke vader, zijn moeder is altijd vrolijk, en vlot. Ze presenteert een kunstprogramma op televisie.
Toch is Aldo geen verwend jongetje. Aldo is gewoon een aardige jongen. Tijdens zijn stage maakt hij kennis met de oude Hongaarse ex-wielrenner Laszlo Metzlar die niets meer kan. Hij probeert de man te helpen op zijn manier. Deze Laslo maakt dat hij zijn eigen leven niet vanzelfsprekend vindt.
Na die zomer in Italië is er veel in en om Aldo veranderd en er gebeuren dingen die een grote impact op hem hebben. Zijn leven raakt in korte tijd in een stroomversnelling en Aldo moet klappen incasseren en keuzes maken. Hij denkt veel na over zijn leven en toekomst.
En wij denken mee. Wordt Aldo een weekdier of de reiziger met een rugzak vol idealen of de irrigatiedeskundige om het dorre, droge Naakte Zuiden te laten opbloeien?
Het is altijd veel moeilijker om te vertellen waarom je een boek goed vindt dan te vertellen waarom je een boek slecht vindt. Maar ik ga toch maar een poging wagen zonder teveel te verraden.
Het boek is niet spannend, geen pageturner, en toch kun je nauwelijks stoppen met lezen. Marie Stahlie blijkt achteraf in het verhaal voorzetten te hebben gegeven die leiden naar bepaalde belangrijke gebeurtenissen in het leven van Aldo. Wat Maria Stahlie vooral zo knap heeft weten te doen is het gevoel van Aldo weergeven. Je leeft mee met de puberjongen die allerlei moeilijke hobbels, een puber eigen, moet nemen. Maar ook gebeuren er dingen die niet bij een gewoon puberleven horen en er flink in hakken bij Aldo. Vooral het eind is prachtig. Na een heftige gebeurtenis weet Stahlie de ontreddering van Aldo enorm invoelend te beschrijven. Je juicht bijna als Aldo de, in jouw ogen, enige juiste beslissing neemt. Goed zo!, denk je, hij komt er wel! Dat wordt geen weekdier.
Prachtig boek.
ISBN 9789044617221 Paperback 230 pagina's | Uitgeverij Prometheus | januari 2011
© Dettie, 9 maart 2011
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER