Manja Croiset, geboren in 1946 als jongste kind in een gezin met een joodse moeder en een half - joodse vader en twee oudere zusjes heeft in “Mijn leven achter onzichtbare tralies” herinneringen aan haar jeugd opgeschreven. Daarnaast staan in de bundel ook herinneringen van recentere datum, associaties ontstaan bij het opschrijven van die jeugdherinneringen.
Hoewel Manja Croiset, die zichzelf in een interview woordkunstenares noemt, zelf spreekt van ‘bundel’ is het geen gedichtenbundel in de gebruikelijke zin. “De herinneringen aan en uit mijn kindertijd” zijn fragmentarische teksten, die soms aan gedichten, soms aan gedachtenassociaties doen denken. Alle teksten zijn zonder interpunctie neergeschreven.
Sommige herinneringen zijn herkenbaar voor generatiegenoten: de stilte die diende te heersen bij de uitzendingen van mr. G.B. J. Hilterman, die “de toestand in de wereld” besprak en de inspirende invloed van schoolradio programma’s als “ ritme en rijm”!
Maar de meeste fragmenten gaan over het kwetsbare meisje Manja:
“ze heette een moederskindje te zijn
als pappa niet thuis was
zowat aan haar vastgekleefd
hoe anders was de werkelijkheid
een moeder die geen veiligheid uitstraalde
het bange kind durfde niets te ondernemen”
“een heel oud zinnetje komt
boven
door het wachten op telefoon
van hem
“pappa kom nou”
“pappa kom nou” ”
Maar het was wel een vader die genante grapjes maakte, en die tiranniek kon zijn:
“pappa’s personeel verafgoodde en vreesde hem
dat gold ook voor zijn dochter(tje)
een zorgzame tiran”
wel een vader die er was bij ongelukken, “maar bij emoties…”
Het naoorlogse gezin met de joodse moeder en de half-joodse vader die een concentratiekamp had overleefd, was geen doorsnee gezin; maar er werd over bepaalde zaken uit het verleden niet gesproken:
“zo geheim als onze Joodse komaf was zo openlijk werd
er dus gesproken over pappa’s illegale drukwerk
gevangenissen en kamptijd”
Over de moeder: ”er was helemaal niets gebeurd mamma had niets meegemaakt”.
Ze was een kind dat “overal zwaar aan tilde/bang voor was”
en in de bioscoop bij Ben Hur haar eerste paniekaanval kreeg …
De moeder kreeg paniekaanvallen en de dokter suggereerde, toen de angsten van de dochter zichtbaar werden, dat de dochter de moeder nadeed …
”ze durft niet meer naar school
en zoals gebruikelijk schaamte”
”de moeder regelmatig in paniek” wil dat het kind uit huis geplaatst wordt…
De dochter wordt opgenomen in een christelijke inrichting, hoewel er een modernere en betere kliniek was geweest! En ondergaat o.a. elektroshockbehandelingen.
“de pas geboren baby
wordt verschoond en gevoed
maar de warmte ontbreekt de basis voor een problematisch
leven is gelegd
ze zal zich nooit veilig
en geliefd weten
of was ze al eerder vergiftigd
in de baarmoeder
van de depressieve vrouw”
De opgehaalde herinneringen in het deel “Manja en klinieken” zijn pijnlijk en schokkend:
“mijn moeder … heeft me dit laten ondergaan”
liever (de christelijke kliniek) dat dan de nieuwe moderne voor die tijd milde joodse kliniek
en in een latere herinnering:
“er zou geen andere oplossing zijn geweest
jawel er was een modernere betere kliniek
maar joods…”
“hoe lang heeft ze in therapie verteld
dat ze een gelukkige jeugd heeft gehad
dat hadden haar ouders immers verteld”
Ze voelde zich als kind vaak onzichtbaar, ongewenst soms…
“was het meisje wel
zo onzichtbaar
voldoende gebeurtenissen
waar anders uit spreekt
des te schrijnender en groter de aanklacht
spreekt er niet veel meer uit
dat ze te veel was
dan hebben ze haar niet wìllen zien
pijn verdriet NU
de vijand heeft mijn ouders getraumatiseerd
mijn ouders en de “hulp”verlening mij”
Eerlijk en hard is Manja Croiset over deze periode in haar leven, waar ze in het psychiatrische circuit belandt.
“hoe kon ik recht hebben
op angst en verdriet
na wat mijn ouders hadden doorstaan
en hoe de familie aan zijn einde was gekomen
zwak was ik en slecht
hoe vaak heb ik mijn moeder bits horen zeggen
ik ben geen Jodin ik ben Nederlander
er zou volgens sommige deskundigen geen tweede
generatiesyndroom bestaan
als dat eens waar was prik in me en het komt er uit”
“Mijn leven achter onzichtbare tralies” laat de lezer op een aangrijpende wijze voelen hoe het leven van een naoorlogs kind van de tweede generatie van joodse ouders bepaald kan worden door trauma’s van die ouders. De schrijfster heeft dit op een unieke manier duidelijk gemaakt.
Bij het boek zijn twee cd’s toegevoegd waarop de schrijfster uit de bundel voorleest.
ISBN 9789089540591 Hardcover 224 pagina's | Elikser B.V. Uitgeverij | november 2008
© Jeanette, januari 2009
Lees de reacties op het forum, klik hier!