Manja Croiset 

literatuurMijn leven achter onzichtbare tralies

 

Hoe kon ik recht hebben
op angst en verdriet
na wat mijn ouders hadden doorstaan
en hoe de familie aan zijn einde was gekomen
zwak was ik en slecht
hoe vaak heb ik mijn moeder bits horen zeggen
ik ben geen Jodin ik ben Nederlands

 

Het boek van Manja Croiset is geen gewoon leesboek. Zij schrijft in korte fragmenten over haar gedachten en herinneringen aan haar jeugd en over het Amsterdam vlak na de oorlog. Haar moeder is een joodse vrouw.


zo geheim als onze Joodse komaf was zo openlijk werd
er gesproken over pappa's illegaal drukwerk
gevangenissen en kamptijd
pas later ook zíjn angst dat er ontdekt zou worden dat ook hij Joods bloed
had
[...] hoeveel later hoorden we van de vermoorde familie
niet teruggekomen werd dat toen toedekkend genoemd
we wisten niets maar we voelden wel (maar zelfs dat waren we ons toen niet bewust)
andere kinderen hadden grootouders en vragen waarom deed je niet
geen foto te bekennen er was helemaal niets gebeurd mamma had niets
meegemaakt.


Deze jeugd met een moeder die angstaanvallen had en een vader die zijn angst niet liet zien maar dat wel door opmerkingen toonde is bepalend voor het leven van Manja. Aanvankelijk lijkt alles goed te gaan. In korte stukjes worden herinneringen opgehaald aan uitstapjes naar Zandvoort, de 'grapjes' die bij een kind anders overkomen zoals toen het hard vroor 'niet likken aan de brugleuning dan vriest je tong vast' en dan de enorme verleiding het tóch te doen. Manja Croiset vertelt over de mensen die op bezoek kwamen, over het Amsterdam van toen, het theater, de balletlessen, school...


Het stille kindje
gaat naar de lagere school
en komt thuis met haar
eerste rapport
de vader zegt met enige
verbazing in zijn stem
o dit kind kan ook leren


Ze blijft ook het stille, verlegen kind dat niet op wil vallen, niet apart wil zijn, het liefst wegkruipt, erbij wil horen maar dat ook heel eng vindt.
Eenmaal op de middelbare school gaat het mis. Het kind, toch al onzeker, denkend dat zij niets mag voelen, niets erg mag vinden want haar ouders.... wordt steeds onzekerder, angstiger. Ze is tot in haar vingertoppen een perfectionist, haalt hoge cijfers, is een begaafde leerling. Hiermee kan (wil?) ze laten zien dat zij er ook is, mag zijn... Maar het trauma van haar ouders wordt een loden last. De moeder kan het onzekere kind niet meer verdragen. Uiteindelijk wordt door haar besloten om Manja te laten opnemen in een inrichting.


Zo onrechtvaardig
de moeder regelmatig in paniek
gilt dat ze stikt
ze ervaart het als heel bedreigend
dan komen haar angstaanvallen
ze moet weg ze ontwricht het gezin
de moeder niet dan


Het hele verdere leven van Manja wordt bepaald door het trauma van haar ouders. De tweede generatie worden ze genoemd. Onverwerkt verleden tijd noemt ze het zelf.


Als je het boek inkijkt lijkt het qua tekstindeling een poëziebundel maar dat is het niet helemaal. Wel wordt in korte zinnen (zonder leestekens) beschreven wat de herinneringen zijn. Je hebt het gevoel een dagboek te lezen maar het is geschreven vanuit het nu.
Sommige gedeelten zijn liefdevol, vooral de vroege jeugdherinneringen, het achterop de fiets zitten bij pappa, het spelen met haar twee oudere zusjes, mamma die zegt ik ben er altijd. Maar andere gedeelten zijn enorm aangrijpend, vooral de periode in de inrichting. Maar het meest aangrijpend is om te lezen hoe weinig erkenning er is voor het kind zelf, kinderen van mensen met een oorlogstrauma. Hoe moeilijk het voor een kind moet zijn om altijd op je woorden te letten, niets durven te zeggen.
De directheid en openheid waarmee Manja Croiset schrijft maakt het tot een indrukwekkend boek.

 

ISBN: 978-90-8954-059-1 Pocket Omvang: 224 pagina's Verschenen: 11/1/2008 uitgeverij Elikser rechten bij M. Croiset

© Dettie, december 2007

Voor meer informatie, klik op de afbeelding van het boek.

Lees de reacties op het forum, klik hier!