Het schnitzelparadijs
De Marrokaanse Nordip Doenia heeft twee jaar niets anders gedaan dan slapen en luieren en nu hij 19 is wordt het eens tijd dat hij zijn leven gaat beteren vindt hij.
Via zijn neef Krimo krijgt hij een baantje als stagaire bij restaurant de Blauwe Gier. Hij moet daar afwassen in de 'pannenhoek' wat hem gelijk de bijnaam 'Sopkop' oplevert. Hij beschrijft zijn 'pannenhoek' als volgt:
"Hoe zou ik je een indruk kunnen geven hoe het er hier in mijn hoekje uitziet, waarmee zou ik het kunnen vergelijken? Een kleine vuilnisbelt? Een SM-studio voor extravagante bejaarden? Een duizelige modderpoel? Een bassin voor jonglerende bacteriën? Werkelijk, de bacteriën hebben in deze soeppolder tussen de muizenkeutels een eigen bacillenstaat opgericht, ze gaan hier naar school, in het schnitzellaboratorium, drinken gezamelijk een pintje, doen aan carrièreplanning, organiseren wedstrijden wie het eerst bij de soep is, en doen toelatingsexamen voor de Hogere Bederfschool."
Aanvankelijk heeft Nordip het niet makkelijk maar hij staat rustig in zijn hoek te werken en laat overal zijn, soms vage, gedachten over gaan, die wij ook te lezen krijgen. Soms zijn dat flash-backs over Marokko waarover hij praat met zijn neef Krimo. De andere keer droomt hij over een leven met Agnes, de knappe blonde serveerster, het nichtje van de baas.
Langzamerhand wint hij het vertrouwen van de mensen. Maar dan krijgt de Blauwe Gier bezoek van de FIOD langs. Meerman (de baas) wordt beschuldigd van belastingfraude en het gebruik maken van illegale werknemers. Meerman blijkt inderdaad schuldig en moet de gevangenis in. Door dit bezoek verandert alles in de keuken. Mensen nemen ontslag en de illegale werknemers moeten weg.
Nadat Meerman weer terug is mag Nordip eindelijk 'het spel' spelen van Meerman. Dit houdt in dat als Nordip wint hij als kok kan gaan werken. Nordip wint maar hij heeft genoeg van de keuken en vertrekt... als hij omkijkt ziet hij rook, de Blauwe Gier staat in brand…
En zo eindigt het boek hetzelfde als het begint... met een krantenartikeltje, waarin gemeld wordt dat er in het restaurant De Blauwe Gier in het plaatsje Opdeinen een flinke brand gewoed heeft.
Op zich is het een aardig verhaal maar ook nu, na het voor de tweede keer gelezen te hebben, blijft het een aardig verhaal. Sommige stukken zijn wel grappig maar af en toe zijn de gedachten van Nordip wel erg vaag. Het is een beetje een clichéverhaal, er wordt gerommeld met eten, geroddeld, gevloekt, gescholden, de mensen krijgen slecht betaald enz. enz.
Het boek is inmiddels verfilmd.
ISBN 9789041704115 | Paperback | 332 pagina's | Uitgeverij Maarten Muntinga | maart 2003
© Dettie, september 2005