Het victoriaanse huis
John Boyne
Londen, 1867: De eenentwintigjarige Eliza Caine leeft een eenvoudig, weinig uitdagend leven en is daar zeer tevreden mee. Overdag werkt ze als onderwijzeres op een meisjesschool en de avonden brengt ze met haar vader door. Wat haar betreft mag het leven zo nog jaren voortkabbelen. Wanneer haar vader ziek wordt en kort daarna sterft, raakt Eliza in paniek. Wat moet ze nu? Wanneer haar oog valt op een advertentie waarin met spoed om een gouvernante wordt gevraagd, besluit ze te reageren. Tot haar grote verbazing ontvangt ze per ommegaande bericht dat ze is aangenomen en zich binnen een paar dagen bij haar nieuwe werkgever moet melden. Vreemd, waarom moet ze niet op sollicitatiegesprek komen? Eliza besluit de sprong te wagen, zegt haar baan op, stapt op de trein en reist naar het dorp waar Gaudlin Hall, het landhuis van haar nieuwe werkgever staat.
Op het station wordt ze afgehaald door een norse koetsier die haar over mistige wegen naar haar nieuwe onderkomen voert. In het landhuis wordt ze ontvangen door twee uiterst beleefde kinderen. Eliza is verbaasd. Waar zijn de ouders van het keurige jongetje en meisje? Moe van de lange reis besluit ze te gaan slapen. De ochtend zal haar vast duidelijkheid brengen.
De kamer van Eliza blijkt comfortabel en het bed is zacht. Tevreden kruipt ze onder de lakens en vrijwel onmiddellijk sluiten twee handen zich stevig om haar enkels en trekken haar naar beneden. Eliza gilt en kijkt om zich heen. Wie is haar ongewenste gezelschap? Er is niemand.
De volgende ochtend neemt de verwarring van Eliza alleen nog maar meer toe. Ze blijkt de enige volwassene in het huis te zijn. De ouders van de kinderen hebben hun kroost aan hun lot overgelaten. Wie doet nu zoiets? De kinderen reageren terughoudend op haar vragen maar gedragen zich verder voorbeeldig.
Het loon van Eliza wordt uitbetaald door Raisin, een jurist die kantoor houdt in het dorp. Ook hij verschaft Eliza niet de felbegeerde antwoorden op haar vragen. De dorpelingen zijn in eerste instantie vriendelijk maar nemen een afstandelijke houding aan zodra ze beseffen dat Eliza op Gaudlin Hall vertoeft.
Al snel merkt Eliza dat er iets aan de hand is in het landhuis. Het spookt er. Iemand wil niet dat Eliza voor de kinderen zorgt en maakt dat op een zeer agressieve manier duidelijk. Zo klapt een raam plotseling open waardoor ze bijna naar buiten tuimelt en verandert ijskoud water in een kokend hete vloeistof. Eliza is bang en niemand in het dorp gelooft haar. Wanneer ze ontdekt dat haar voorgangers door vreemde ongelukken om het leven zijn gekomen, beseft ze dat er een mysterie ontrafeld moet worden. Ze moet weten wie er in het huis spookt en waarom. Natuurlijk kan ze terugkeren naar Londen maar ze kan de kinderen toch niet in de steek laten?
Het Victoriaanse huis is in alle opzichten goed. Het verhaal is spannend en vindt plaats in een goed gekozen setting: een landhuis op het mistige negentiende-eeuwse Engelse platteland, gelegen bij een dorp waar men duistere zaken gewoonweg de rug toekeert. Eliza staat er alleen voor. De vertelling speelt zich af in de tijd van Dickens en ademt ook een Dickens-sfeer uit. Het spook op Gaudlin Hall is een angstaanjagende verschijning die op alle mogelijke manieren probeert om Eliza te doden. Eliza laat haar kinderlijke gedrag al snel varen en ontpopt zich tot een assertieve dame die zich niet snel uit het veld laat slaan. Bang is ze wel want haar voorgangers hebben hun avontuur in het landhuis immers met de dood moeten bekopen.
Al op de eerste bladzijde had deze spannende roman mijn volledige aandacht te pakken. John Boyne vertelt op voortreffelijke wijze een verhaal om van te smullen. Het victoriaanse huis is een heerlijk, ouderwets spookverhaal. Wat heb ik genoten van dit fantastische boek!
ISBN 9789022568354 | paperback | 320 pagina's | Boekerij | oktober 2013
Vertaald door Mechteld Jansen
© Annemarie, 25 oktober 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER