De oude vrouw en de katten
J.M. Coetzee
In dit boek treffen we een aantal verhalen aan waarin Coetzee zijn overpeinzingen en filosofische observaties weer onder woorden brengt via de stem van de schrijfster Elizabeth Costello, zijn alter ego. De verhalen gaan over ouderdom en het naderende einde, maar ook dieren, hun ziel en belevingen worden nader bekeken. Dit alles wordt gebracht met een ondertoon van strijd én berusting.
Neem bijvoorbeeld de verjaardag van een vrouw die vijfenzestig wordt. Voor die ene keer is zij zich te buiten gegaan aan een frivool geblondeerd kapsel, ook draagt ze ineens make-up. Haar kinderen voelen zich onbehaaglijk erbij, deze vrouw is hun moeder niet.
Ze doet zelf open, er wordt althans opengedaan door een vrouw die op hun moeder lijkt maar op een griezelige manier ook weer niet. 'Dag lieverds,' zegt deze vreemde of half vreemde vrouw. 'Blijf daar niet staan - kom binnen!'
Maar waar de volwassenen uit fatsoen zwijgen zegt kleindochter gewoon dat oma er maf uitziet. Oma trekt zich er niets van aan. [...]
'Het is niet voor altijd,' zegt zijn moeder. 'Wees gerust, het is maar voor even. Na verloop van tijd wordt ik weer mezelf, als het jaargetijde voorbij is. Maar ik wil dat er weer naar me gekeken wordt. Ik wil gewoon dat er nog een keer naar me gekeken wordt zoals er naar een vrouw wordt gekeken. Meer niet.
De kinderen van Elizabeth zijn hard maar bezorgd. Haar dochter Helen zegt dat mensen ook kunnen vinden dat ze er belachelijk uit ziet. Op de terugreis ontstaat een discussie hierover tussen zoon, dochter en schoondochter. Ze vinden het belachelijk, triest, ongepast maar de allesoverheersende angst is, dat moeder gekwetst zal worden.
Zoon en dochter (John en Helen) proberen moeder over te halen bij hen in de buurt te komen wonen, maar met haar grillige eigengereidheid en verpletterende waarheidsgerichtheid wijst ze dit stellig van de hand. Ze woont prima in het Spaanse dorp met de simpele Pedro en de zwerfkatten. Katten die eerst gevoed werden door de dorpsbewoners, maar doordat deze naar de stad vertrokken en hun kat achterlieten werden ze wild en daardoor gehaat, door diezelfde bewoners. Elizabeth ziet het als iets doodnormaals dat zij dan die katten opvangt en verzorgt. Ze gaat waarheen haar ziel haar leidt.
De meeste verhalen bestaan echter uit conversaties tussen moeder en zoon John, die met haar stevig in discussie gaat, recht voor zijn raap is, moeders woorden weerlegt en daardoor haar geest scherp houdt.
Wat de dieren betreft is het vooral het lot van de dieren ten bate van de vleesindustrie die Elizabeth zich aantrekt. Ze wil onder andere een abattoir oprichten, bij wijze van demonstratie, geen lopend bedrijf maar als een soort slachtmuseum, om mensen te laten zien wat er nu werkelijk met de dieren gebeurt. Op haar eigen scherpe manier dient ze haar zoon van repliek als hij het niet kan nalaten daar cynische opmerkingen over te maken.
Maar de ouderdom komt toch steeds meer naderbij, Elizabeth merkt dat het schrijven niet meer het gewenste resultaat oplevert. Ze stuurt haar zoon diverse onafgemaakte manuscripten, bijna filosofische verhandelingen, omdat ze bang is dat de schoonmaakster deze bij haar overlijden in het vuur zal gooien. Wij krijgen de manuscripten ook te lezen. Ze meldt ook aan John dat ze haar vroegere vaardigheid om de verhalen af te maken, mist..
'Alles wat ik je gestuurd heb is eender. Ik kan de volgende stap niet zetten. Het ontbreekt me aan iets. Ik was altijd in staat in mijn werk de volgende stap te zetten, maar ik lijk er niet langer over te beschikken, die vaardigheid. De tandraderen lopen vast, de lichten gaan uit. Het mechanisme waarvan ik altijd kon aannemen dat het me naar de volgende stap zou leiden lijkt niet meer te werken. Daar hoef je niet van te schrikken. Dat is de natuur - de manier van de natuur om me te vertellen dat het tijd is om thuis te komen.'
Elizabeth mag dan wel op weg naar huis zijn, ze wordt inderdaad vergeetachtiger en het lijf doet ook niet helemaal meer mee, maar ze blijft observerend, scherp, kritisch en vol leven...
Fascinerend boek!
J.M. Coetzee (1940) is hoogleraar algemene literatuurwetenschap aan de Universiteit van Kaapstad. Hij verwierf vele literaire prijzen voor zijn romans, en is zelfs de eerste die tot twee keer toe werd beloond met de Booker Prize - in 1983 voor Wereld en wandel van Michael K en in 1999 voor In ongenade. In 2003 won Coetzee de Nobelprijs voor Literatuur.
ISBN 9789059368590 | Hardcover | 144 pagina's | Uitgeverij Cossee | juni 2019
Het boek is een verzameling van deels eerder verschenen korte verhalen | Vertaald door Peter Bergsma
© Dettie, 12 december 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER