Jessica Brockmole 

altBrieven van Skye
Jessica Brockmole

‘Als je eens wist hoe zwaar het me te moede werd toen ik je briefje op tafel las, tussen de kruimels op het lege bord. Als je eens wist hoe het voelt om heel even achter iemand aan te gaan, hoe  de wereld ophoudt met draaien, voor een ogenblik, als je hem in je armen houdt, en dan weer zo snel verdergaat dat je duizelig op de grond valt. Als je eens wist dat elk hallo meer pijn doet dan honderden keren tot ziens. Als je eens wist.
Maar dat weet je niet. Ik heb het je nooit verteld.’

Dit is meen ik de enige brief in het boek dat louter uit brieven bestaat, die niet alleen niet verzonden wordt, maar ook niet gelezen. Elspeth schrijft aan haar dochter Margaret. Dat gebeurt in 1940, maar we beginnen met een andere briefwisseling. Met fanmail van een jonge man aan een voor hem onbekende vrouw.
De Amerikaanse man uit Urbana in Illinois David Graham, schrijft naar de uitgever van een gedichtenbundel, om de schrijfster ervan te laten weten dat hij er zoveel troost uit geput heeft tijdens een ziekenhuisopname. Hij hoopt maar dat de uitgever de brief doorstuurt.
Die doet dat keurig en zo ontvangt Elspeth Dunn op het eiland Skye de eerste brief, de eerste van een lange rits. Tot in 1917 wisselen ze brieven, elkaar al snel niet meer aansprekend als ‘geachte mevrouw’, en ‘geachte meneer’.  Het klikt tussen deze twee mensen, Elspeth ontdekt zelfs dat ze beter met David kan ‘praten’ dan met haar echtgenoot Iain. Ze delen hun dromen, en diepste gevoelens.
Maar het is slechts papier, en het ziet er niet naar uit dat de twee elkaar ooit in levende lijve zullen ontmoeten, te meer daar Elspeth een onoverkomelijke angst heeft om zelfs maar naar het Schotse vasteland te gaan. En dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit. De mannen uit Europa nemen dienst, ook Iain vertrekt. En laat niets meer van zich horen. David zou helemaal niet hoeven gaan vechten, Amerika doet nog niet mee. Maar als er een schip door de Duitsers getorpedeerd wordt en daarbij vele Amerikaanse burgers omkomen, voelen vele Amerikaanse jonge mannen zich toch geroepen. Ook David. Het is dé kans, en de liefde blijkt groot genoeg: Elspeth reist naar Edinburgh, naar Londen en zelfs naar Parijs. Maar dan stoppen Davids brieven. Is hij gesneuveld?
Wat er werkelijk gebeurd is waardoor Elspeth zich terugtrekt in Edinburgh waar ze een dochter krijgt, komt naar buiten in de tweede briefwisseling, die de eerste af en toe onderbreekt.

Ook Margaret krijgt te maken met oorlog. In 1940 neemt haar vriend Paul dienst. In zijn brieven moedigt hij haar aan te onderzoeken waarom haar moeder verdwenen is, wat de betekenis is van die brief, geadresseerd aan Sue. Margaret las de brief voor haar moeder die uit haar handen trok.
Wie is Sue? Het is oorlog, waar hangt haar moeder in vredesnaam uit? En waarom wil oom Finlay niets vertellen? Wat is er met de mannen in Elspeths leven gebeurd?
Het is een ‘gewone’ roman, het verhaal van een liefde, die niet zonder hindernissen verloopt. Maar deze vorm: briefwisselingen uit verschillende roerige tijden maken het een bijzondere roman.
Dat alle schrijvers eenzelfde manier van schrijven hebben stoort niet, wel dat Margaret ineens blijkt te weten wat het beroep van David was, terwijl daar nog helemaal niet over gesproken is. Maar ha, misschien is dat gewoon verteld en dit boek bestaat alleen uit geschreven teksten.
Mooi is hoe de toon van de brieven tussen David en Elspeth steeds intiemer en hartstochtelijk wordt.
Na dit geslaagde debuut zullen er vast nog meer mooie verhalen te verwachten zijn van Jessica Brockmole.

ISBN 9789000322534 | Hardcover | 272 pagina's | Van Holkema & Warendorf  | juli 2013
Vertaald uit het Engels door Danielle Stensen

© Marjo, 24 augustus  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER