Janneke Holwarda 

Zeesteen
Janneke Holwarda


1980
De 17-jarige Mirjam is geslaagd en mag gaan studeren. Ze mag zelfs in de stad gaan wonen maar dan wel bij tante Bea en ze moet elke vrijdagavond naar huis komen. Het maakt Mirjam niets uit, als ze maar weg kan, weg uit Andijk en het benauwde wereldje bij haar ouders. Als ze maar kan gaan studeren.


"Ze had haar zussen boven zich gezien. Die hadden zich gevoegd. Ze had haar broer, die had geen ambitie. Maar zij was anders. Zij wilde iets. Ze droomde over een ander leven, een leven waar het licht en onbekommerd was, waar ze haar haren los zou maken zodat ze mee konden waaien met de wind."



Omdat ze geslaagd is heeft ze een fotocamera gehad, een spiegelreflex met  een 50mm-lens, een zoomlens en een groothoek. Het was haar liefste wens.


"Haar vader had er plechtig bij gekeken toen hij haar de vierkante zwarte tas overhandigde: nu ze haar diploma had gehaald, hadden ze gedacht dat het een mooi moment was om haar wens te vervullen. Dat ze er maar veel mooie foto's mee mocht maken in de grote stad en dat ze die allemaal graag willen zien.
Ze had stil geknikt. iets weggeslikt. Ze was de jongste en de eerste van de familie die het dorp verliet. Om te gaan studeren. De anderen waren allemaal gebleven.  Haar broer nog thuis, haar zussen getrouwd.
Iedereen was er die dag. het was anders dan anders. Het was een afscheid."


Mirjam is het nakomertje, haar moeder was al tweeënveertig toen Mirjam zich meldde, haar zussen zijn twaalf en elf jaar ouder en Ruben, haar broer, tien jaar ouder. Mirjam is 'de aparte', de stille. Moeder heeft zorgen om haar, voelt niet wat er in het kind omgaat. Vader herkent het,  begrijpt haar wel, zelf is hij ook een stille. De band met vader is bijzonder. In hun zwijgzaamheid weten ze elkaar te vinden.

De stad is geweldig evenals de studie, Mirjam vermaakt zich in haar eentje, heeft geen vriendinnen maar dat hoeft ook niet, het is goed zo. En dan ontmoet ze de zesentwintigjarige Bart. Ze viel letterlijk voor hem zoals hij later vaak plagend zal zeggen. - Ze struikelt over zijn benen tijdens het fotograferen van een boom. -
Bart vindt haar in al haar zwijgzaamheid interessant, ze krijgen een relatie maar vanaf het begin maakt hij Mirjam duidelijk dat er geen toekomst in hun relatie zit. Aanvankelijk accepteert Mirjam dat maar hoe langer ze met elkaar omgaan hoe meer ze zich aan hem vastklampt, met alle gevolgen van dien.


Natuurlijk gaat ze dan niet meer elk weekend naar huis en ze moet zich in allerlei bochten wringen om aannemelijk te maken waarom ze niet komt. Tante blijkt ook anders te zijn dan ze zich voordoet. Ze moet daar weg vindt Mirjam maar hoe kan ze dàt voor elkaar krijgen.
Het wordt 1981. Mirjam worstelt met het verleden en probeert een eigen, vrijer leven op te bouwen, zich zonder de beklemmende druk van haar ouders te ontwikkelen. De relatie met Bart is echter zodanig dat de worsteling met alles veel zwaarder wordt.
Het wordt 1982...


Deze roman over 'jong meisje gaat naar de grote boze stad'  zou natuurlijk een van de zoveel boeken kunnen zijn die over dit onderwerp gaan. De ingrediënten zijn ook aanwezig; overbezorgde, keurige ouders die weten hoe het hoort, nog leven in vroeger dagen en het opstandige meisje dat in de tegenwoordige, moderne tijd leeft en het strakke  keurslijf wil ontvluchten. Zelfs de 'slechte man in de grote stad' ontbreekt niet. Toch springt dit boek er uit en dat komt door de manier van vertellen. Er is geen woord teveel gescheven, passend  bij het karakter van het behoorlijk zwijgzame meisje. Mirjam ziet en voelt zeer intens. Het is niet voor niets dat zij een camera wilde en Nederlands studeert. Ze registreert alles, zowel schriftelijk als in haar hoofd als met de camera, dát is haar wereld. Die wereld wordt in het boek weergegeven. Deze schrijfstijl maakt het boek bijzonder, het is alsof je meekijkt door de camera en in het hoofd van Mirjam. Er wordt bijvoorbeeld niet verteld hoe het thuis gaat maar hoe het zal gaan. Hoe moeder, vader, broer en zussen zullen reageren. Dat is het knappe van dit verhaal. Er is afstand maar toch is het verhaal aangrijpend en zeer begrijpelijk.


Wel een kaartje van Lea en John en Tim. 'Welkom thuis' staat erop, in een heel keurig handschrift.
Goh, denkt ze. Lea die naar de supermarkt is gelopen, Tim in de kinderwagen. Hoe ze voor het schap met de felicitatie-, rouw- en ansichtkaarten moet hebben gestaan. Ze allemaal heeft gekeurd. Van onder naar boven, van links naar rechts. Uiteindelijk deze heeft gekozen, omdat die haar het meest vertrouwd was: de bloeiende bollenvelden in geel, rood en roze. Hoe ze tegen John zal hebben gezegd: zet ook even je naam erop. John die het vergeet, waarna ze het zelf dan maar doet - met een andere pen in een ander handschrift. En hoe ze daarna de pen in Tims handje heeft gewurmd om hem zijn eerste handtekening te laten zetten.


Op de binnenflap van het boek staat:
"Met de verrassende coming of age-roman Zeesteen maakt ze (Janneke Holwarda) haar debuut als auteur. Dat doet ze in een verstilde, registrerende stijl die ontdaan is van opsmuk en tegelijkertijd diep onder de huid kruipt." en deze tekst zegt precies hoe het boek is.
Een schrijfster om te onthouden.


ISBN 9789460680106 Paperback met flappen, 198 pagina's Uitgeverij Marmer maart 2010

© Dettie, maart 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER