In de buik van de wolf
James Worthy
‘Ik wil wel, maar ik twijfel. Wat ik het meest aan mezelf haat is die twijfel. En de ontevredenheid over mijn eigen ontevredenheid. De allesverwoestende tegenstrijdigheid die zich meester van mij heeft gemaakt. Ik kan niet tegen liefde, ik kan niet tegen haat. Ik kan niet tegen drukte, ik kan niet tegen stilte. Ik kan niet tegen alles, ik kan niet tegen niets. Ik kan niet tegen de dood, ik kan niet tegen het leven. Ik houd alleen maar van schoonheid, omdat het me naar lelijkheid doet verlangen en ik houd alleen maar van lelijkheid, omdat het me naar schoonheid doet verlangen.’
De hoofdpersoon, ik-verteller, is zelf ook schrijver. Hij is getrouwd, en heeft een zoontje. Hij zou gelukkig moeten zijn - zijn ouders bezigden regelmatig de zin: ‘als je maar gelukkig bent.’ - maar hij wordt verteerd door een overheersende angst. Angst voor het leven, angst dat zijn vrouw of zijn zoon iets overkomt, angst dat zijn liefde niet genoeg is…
Zijn vrouw heeft er schoon genoeg van dat hij zo depressief is, zo negatief.
‘Ik word zo moe van dit gelul. In het begin had ik nog medelijden met je, nu haat ik je. Ik haat je zoals je jezelf haat. Wat wil je nou eigenlijk? Wil je dood?’
‘In de krant stond laatst dat er ergens in Nederland een wolf is gespot. Ik wil hem vangen, Ik wil zijn buik opensnijden, erin gaan liggen en dan de buik van binnenuit weer dichtnaaien. Dat is wat ik wil.’
’Je hoort in een gekkenhuis thuis.’
Dat is niet de plek waar hij heen gaat, maar hij verlaat zijn gezin wel. Niet wetend of hij terug zal komen vertrekt hij naar Groningen. Een man daar heeft hem per brief uitgenodigd. Hij heeft zijn boeken gelezen en wil weten waarom de schrijver niet gelukkig is. De man biedt hulp.
Omdat de verteller niets te verliezen heeft, vertrekt hij en trekt bij Rein Klinkhamer in. Rein is geen therapeut, hij doet ook maar wat. Dat geeft hij ronduit toe. Vreemde, soms bizarre gebeurtenissen volgen. Ook zijn er nog anderen die advies zijn komen vragen aan Rein. Met hen gaat hij op eenzelfde lukrake manier om.
Terwijl hij er veelal goedmoedig in mee gaat, overdenkt de ik-figuur zijn leven. Hoe is het zover met hem kunnen komen? En ook: hoe zou het thuis gaan? Met zijn vrouw, maar vooral met zijn zoontje? Er is ook nog een dementerende vader, een man die nogal onorthodoxe opvoedingsmethodes er op na hield, maar nu zo mak is als een lammetje.
De gesprekken met Rein, de aanwezigheid van een jonge vrouw in het tuinhuis, waardoor de ik-figuur zich weer man voelt, maar vooral de introspectie vormen een proces tot onherroepelijk leidt tot een conclusie.
‘Beschrijf eens hoe je je op dit moment voelt. En je hoeft geen mooie zinnen te vormen, vertel gewoon de waarheid. Je compenseert alles met mooie woorden. Alles wat je denkt is lelijk, maar je vertelt het mooi.‘
En dat doet James Worthy in werkelijkheid ook. Het thema is zwaar, maar de taal niet. Doordat je geen idee hebt wat er op de volgende pagina gaat gebeuren, blijf je lezen. Niet dat het een straf is. Al gebruikt hij veel clichés - die vaak ook gewoon waar zijn – de stijl van James Worthy is direct, zijn vergelijkingen deugen. De aanwezigheid van de wolf leidt enerzijds tot een spel met het sprookje van Roodkapje, anderzijds tot de realistische afwijzing van het dier in Nederland.
James Worthy (1980) had in 2011 veel succes met zijn debuutroman James Worthy. In 2016 verscheen de columnbundel Mottenballen voor de ziel. Hij heeft een dagelijkse column in Het Parool.
ISBN 9789048817627 | Paperback | 205 pagina’s | Uitgeverij Lebowski | september 2019
© Marjo, 9 januari 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER