Olie op water
Helon Habila
Nadat we op de eerste bladzijde begonnen met een inkijk in het hoofd van de hoofdpersoon, daar een verwoestende brand zagen en te weten kwamen dat zijn zusje hierbij ernstige brandwonden in haar gezicht heeft opgelopen, zonder dat we weten wat er nu precies gebeurd is, bevinden we ons op de tweede bladzijde ineens midden in het verhaal van twee journalisten die al dagen onderweg zijn, varend over Nigeriaanse rivieren, langs mangroves en mistige rivieroevers. Ze zijn op zoek naar een ontvoerde Engelse vrouw, de vrouw van een oliechemicus en bewegen zich met gevaar voor eigen leven tussen het leger en militante guerrillagroepen in.
Ze bevinden zich, samen met hun stuurman en zijn zoon, in een troosteloos decor van afgebrande en verlaten dorpen, dode vogels en gasvlammen brandend op het water. In het gebied wordt naar olie geboord, wat een verwoestende uitwerking op de omgeving heeft, de rivieren zijn vervuild, mensen en dieren worden ziek of gaan dood en dorpen zijn uitgestorven;
“Het dorp zag eruit alsof er een dodelijke epidemie had huisgehouden. Het centrum werd overheerst door een vierkant betonnen platvorm, als door een offeraltaar. Eromheen slingerden achtergelaten parafernalia van het boren naar olie; sommige leken uit de gapende barsten in het beton te groeien, samen met dikke pollen gras. Toen we een bocht in de rivier om kwamen zagen we voor ons dode vogels, als over boomtakken gedrapeerd, hun uitgespreide vleugels waren zwart en glibberig van de olie, dode vissen dreven met hun witte buik omhoog tussen boomwortels’
In de streek zijn diverse milities in hun gebied actief, protesterend tegen de verwoestingen van hun omgeving door de oliemaatschappijen. Ze voorzien in hun onderhoud door ontvoeringen, voornamelijk van medewerkers van de oliemaatschappijen en raken regelmatig slaags met het leger, die de belangen van de regering behartigt, welke juist banden heeft met de olie-industrie.
Habila tekent in een prachtige stijl de échte slachtoffers van het conflict; het landschap, de flora en fauna én vooral de burgerbevolking, die van hun eilanden verjaagd worden, wiens huizen verwoest worden en die hun leven vaak niet zeker zijn. Juist de kleine gemeenschappen krijgen het in de olieoorlog het hards te verduren, zij zitten klem tussen de militanten en het leger en het enige wat ze kunnen doen om niet verpletterd te worden is zich doof, stom en blind houden. Ondertussen worden hun akkers vergiftigd door de olie en de vissen waarvan ze moeten leven gaan dood.
De jongste journalist, Rufus, de hoofdpersoon van het verhaal, is samen met zijn oudere collega Zaq op pad gegaan, in opdracht van de echtgenoot van de ontvoerde vrouw. Zaq was een icoon in de journalistieke wereld en de held van Rufus, maar is inmiddels over zijn hoogtepunt heen; hij heeft een zwaar alcoholprobleem, is aan lager wal geraakt en heeft inmiddels ook nog eens onderweg een ernstig virus opgelopen. Hij wordt onderweg steeds zieker zodat Rufus, die als volgeling mee ging, meer en meer de leidersrol op zich moet nemen.
De beide mannen worden langzaam maar zeker meegetrokken in het verhaal en vormen de verbinding tussen de verschillende groepen, terwijl ook hun eigen geschiedenis met hen mee gaat.
Habila is dichter van huis uit en dat kun je merken. Hij schildert met woorden het desolate landschap en al na een paar bladzijdes vaar je bijna zelf in die kano langs de mangroves door dit godvergeten troosteloze spooklandschap waarin je niet weet wie je vriend en wie je vijand is. Het boek is een pamflet tegen de manier hoe er met de mensen en het landschap wordt omgegaan en hoe alle belangen moeten wijken voor geld en olie, maar het sterke van het boek is dat de boodschap het verhaal niet overheerst. Habila zegt wat hij zeggen wil tussen de regels door en dat doet hij buitengewoon knap, zonder prekerig of opdringerig te zijn. De beelden die dit boek bij mij opriep zullen nog wel een tijdje op mijn netvlies blijven staan.
Een aanbeveling dit boek!
ISBN 9789046813379 | Paperback | 257 pagina's | Nieuw Amsterdam | maart 2013
Vertaling: Aleid van Eekelen-Benders
© Willeke, 30 september 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER