Hein Anton van der Heijden 

Twee koffers
Hein-Anton van der Heijden


Twee koffers, de vijfde roman van schrijver en politicoloog Hein-Anton van der Heijden, schildert een tocht door Europa, een reis door de tijd, door de geest en de samenleving, door realiteit en verbeelding.


Het verhaal opent met de verzuchting dat het niet goed gaat met Léon, de verteller en hoofdpersoon. Als filmkenner en schrijver over films heeft hij, in tegenstelling tot vroeger, vrijwel geen werk meer. Vervolgens constateert hij dat het niet goed gaat met de wereld. Hij schetst een ontluisterend beeld van de aarde: weilandwinkels met parkeerterreinen tot aan de horizon, almaar nieuwe autowegen en vliegvelden, de snelkookpan van het klimaat, ontevreden mensen en populistische politici.
Daar komt nog bij dat in Nederland een lockdown heerst vanwege een nieuw virus. Hierdoor zijn theaters, musea, restaurants, al die dingen die de dagen van levensgenieter Léon kleur en diepgang geven, gesloten.
En tot slot is zijn oudere vriend Daaf dood. Ook Daaf is ten prooi gevallen aan het geheimzinnige virus dat rondwaart en dat je slaap verstoort, je tijdsgevoel en bewustzijn beïnvloedt en delen van je geheugen kan wissen.Léon heeft Daaf beloofd dat hij zijn as zou verstrooien in de zee bij Triëst waar zijn vriend, die van jongens hield, intens van het leven genoten heeft.


Gefinancierd door de verkoop van de erotische bibliotheek die hij van Daaf geërfd heeft, onderneemt de hoofdpersoon de tocht naar Triëst langs de plaatsen die betekenis voor hen beiden hadden. Per trein, met twee koffers, een gewone en de ander voor de plastic potten met de as van zijn vriend.
De reis begint al op weg naar het station als Léon getuige is van een actie van Extinction Rebellion en als hij door de Nieuwmarktbuurt wandelt waar het verleden is blijven leven in de eeuwenoude bouwwerken.


De eerste etappe van de treinreis is Moresnet. Neutraal Moresnet dat in de negentiende en begin twintigste eeuw een ministaat was, het zou de eerste Esperantostaat ter wereld worden, een centrum van waaruit de wereldvrede zich zou verbreiden. Het is nu een verstild Belgisch dorp waar de supermarkt en de bakkerij gesloten zijn. Het is een gedeelde interesse van Léon en Daaf: de kleine geschiedenis zoals die van Moresnet.


De vrienden zijn geestverwanten al verschillen ze in bijna alles van mening. Dierenrechten, spiritualiteit, het bovennatuurlijke, allemaal zaken die voor Léon betekenis hebben, het is niets voor Daaf. Hij wordt een ‘vooruitgangsfundamentalist’ genoemd. Voor hem de astronomie, het mannelijk principe, voor Léon de astrologie, het vrouwelijke.


Als Léon in Brussel arriveert, heeft daar een revolutie plaats gevonden. Zo is het nationale vliegveld omgebouwd tot een immens windmolenpark, is er een basisinkomen ingevoerd, zijn bedrijven genationaliseerd. In eerste instantie lijkt dit onwaarschijnlijk, zo’n omwenteling in één land. Maar het wordt zo aannemelijk beschreven dat je denkt: hé, waarom ook niet?
De reis van Léon voert naar Parijs en Sète, Genève en Venetië. Er valt veel te ontdekken in de roman: verhalende passages, wandelingen door bekende en onbekende plaatsen, herinneringen aan Daaf en de discussies die ze voerden, worden afgewisseld met een beschrijving van hoe het cijferslot van een koffer te openen als je de code niet weet en beschouwingen over kunst en cultuur. De personages Daaf en Léon en hun ideeënwerelden komen helder uit de verf. Het verhaal eindigt zoals gepland bij de zee in Triëst, maar op een niet geplande, verrassende manier. De verschillende lijnen komen hier samen in een geloofwaardig en lichtvoetig slot.


Twee koffers is een toegankelijk boek dat zeker in de verhalende passages leest als een trein. Het is helder, opgewekt en kleurrijk geschreven. Zie de volgende passage. Léon is met koorts wakker geworden in Karlsbad en vraagt zich af of hij met het virus besmet is. Hij loopt de stad in waar hij zijn overleden vriendin ontmoet:


“Het enige wat ik zie, is mist. Als de zon schijnt, is dit een van de mooiste plekken die ik ken.
Nu voel ik me alleen maar hopeloos onwezenlijk.
Zou Robine dat nu ook hebben? Waarom ik juist nu, op dit moment aan haar moet denken: ik heb geen idee. Omdat zij, toen ze er nog was, zulke doorleefde en tegelijk geheimzinnige foto’s kon maken van gebouwen in de mist?​
En dan ineens, juist als ik de hoek van een straat met Boheems kristal ben omgeslagen, bots ik bijna tegen haar op.”


Tot slot iets over de omslag. Einige Kreise van Kandinsky nodigt je uit om mee te kijken en te denken. In de kleurige bollen kun je ogen zien, de wielen van rolkoffers, werelden, sterren en planeten, virussen, stilte en dynamiek. Enige cirkels, het past wonderwel bij de roman. Bij een tocht naar een waaier van werkelijkheden.


ISBN 9789463655613 | 255 pagina’s | Uitgeverij Elikser | 1e druk 2023

© Yolande Belghazi-Timman 10 januari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER