Bint
Roman van een zender
F. Bordewijk
"De Bree zijn denken was hoekig en nors. De lucht lag laag morsig roetig. Novemberochtend. De wind danste lomp om de hoeken."
Deze zinnen zijn pure cadeautjes. In een paar woorden wordt een hele sfeer, een hele impressie weergegeven. En dat gaat het hele boek zo door want Bordewijk is een kunstenaar in het krachtig neerzetten van personages, omgeving en omstandigheden. Het boek lijkt een weerslag daarvan want het korte, bondige overheerst. Het is bijna een personage op zich.
Het verhaal gaat over De Bree die tijdelijk op de school van Bint komt te werken. Bint regeert de school met ijzeren hand. Emoties worden niet toegelaten, niet door de leerkrachten en niet door de leerlingen, dat levert zwakke volwassenen op volgens Bint. De Bree is het volledig met Bint eens. Hij weet ook dat hij kan voldoen aan Bints eisen.
Hij verklaart dan ook aan de moeilijkste klas van de school, die hij 'de hel' gedoopt heeft, onmiddellijk de oorlog, "het gehele schooljaar door". Hij heeft hiermee onmiddellijk de wind eronder.
De leerlingen in 'de hel' hebben een opmerkelijk dierachtig uiterlijk en bijzondere namen als; Van der Karbargenbok, (de roofvogel), Whimpysinger. Te Wigchel, Kiekertak (een diepzeemonster met twee rijen tanden), Klotterbooke (de sfinx), Nittikson, Steyd (de gorilla) Taas Daamde, (een meter hoog, een meter breed, een halve meter diep, een blok vlees als een blok geperst hooi) etc.
Naast de hel geeft De Bree ook les in de klassen die hij 'de grauwen', de bloemen en 'de bruinen' noemt. De bruine klas is leergierig. De grauwe 'was goedaardig, arbeidzaam, kleurloos, slecht.' In 'de bloemen' heerst de zachtste vrede.De beschrijvingen zijn opnieuw weergaloos:
De Bree sloeg af naar zijn nieuwe klas [...] Tien minuten niet langer, botaniseerde hij op zijn podium, toen kende hij alle planten, naar hun naam vanaf de index, naar hun eigenschappen vanuit zijn inzicht.
"Hij begon met de les, dicteerde, liet omwerken. Hij wandelde zacht door de smalle serre. [...] De hovenier liep tussen de kweekbedden, hij overschouwde de gebogen bloemhoofden. Hij keek neer op de schriften waar de pennen schreven."
De collega's van De Bree zijn inmiddels ook gedrild door Bint. Ze spreken nauwelijks tegen elkaar en de zwakke leerkrachten worden door handigheidjes van Bint de deur uit gewerkt. Toch krijgt De Bree min of meer een redelijke verstandhouding met enkele collega's met name met Remigius die hem enkele werkwijzen van Bint toelicht.
De gang van zaken op school stemmen De Bree tevreden, 'de hel' is zijn favoriete klas. Hij begint onderscheid te maken tussen zijn leerlingen, ze worden ménsen. Ondertussen blijkt dat Bints harde hand fatale gevolgen voor een leerling heeft en dat veroorzaakt een onverwachte omwenteling.
Na dit boek gelezen te hebben besef ik des te meer dat in de boeken van nu dit soort taal niet meer voorkomt, en wat mis ik het. De samenstelling van de zinnen en het woordgebruik levert namelijk dat extra genieten op.
Het overhandigen van een sleutel wordt bij Bordewijk bijvoorbeeld "Zijn knookhand bood geen druk, maar wat blinkends.
De beschrijving van een leerkracht. 'Zijn handen lagen tenger, oude en stil in het licht'
En over een leerling: 'Daar was de ontzaggelijk bruine sprinkhaan Neutebeum. Zijn scharnieren zaten los, zijn leden zaten er houterig aan.'
Het boek blijft indrukwekkend ook al is het in 1934 geschreven, de typeringen blijven raak, het verhaal blijft zelfs min of meer actueel.
Het is met recht een klassieker.
ISBN 9001 55019 3 | 78 pagina's | Nijgh en Van Ditmar | 1998
© Dettie, 31 maart 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER