Normale dagen
Lucie is door haar grootouders opgevoed, ze heeft haar eigen ouders niet gekend. Vanaf dat ze in de stad is gaan studeren, weet ze het zeker: haar grootouders zijn stugge, liefdeloze mensen in een bekrompen boerendorp. In haar ogen wordt iets wezenlijks nooit besproken, alles is goed als het gaat zoals het was. Zo belanden brieven die Lucie van school meekrijgt ongelezen in de prullenmand. De school is een instituut, leraren hebben er voor geleerd, en ze weten 'dus' wat ze doen. Waarom zouden de grootouders zich daarmee bemoeien?
Lucie heeft het gevoel dat zij ook een soort 'plicht' is geweest voor de grootouders: haar opvoeden nu de ouders er niet meer zijn. Ze is teleurgesteld, want is zij als persoon dan niets waard? Er komen ook nog schuldgevoelens bij, omdat zij zich anders voelt, omdat ze niet is zoals de grootouders zijn. Ze heeft al drie jaar niets meer van zich laten horen, als een soort uitdaging ten aanzien van haar grootouders: als jullie om mij geven, bel me dan.. en nu is ze ook nog kwaad, want behalve de jaarlijkse verjaardagskaart komt er niets..geen bezoek, geen belletje, geen brief met een verzoek naar huis te komen..
Maar dan komt dat telefoontje: haar grootvader is ernstig ziek. 'wil je dat ik kom?' vraagt ze haar grootmoeder, en die antwoordt: 'ja dat kan' Natuurlijk gaat ze, ze kan niet anders. Niet omdat het haar plicht is, maar omdat ze hem nog wil zien.
Ze neemt haar werk mee: ze schrijft een toneelstuk over Timothy McVeigh, de Oklahoma City Killer, de golfoorlogveteraan die een overheidsgebouw opblies, waardoor 168 mensen omkwamen. Waarom is deze man zo interessant voor haar? Ze zoekt naar iets goeds in de man, ze wil weten hoe hij tot zijn daad gekomen is, en bestelt zijn biografie.
Eenmaal bij haar grootouders valt ze als vanzelf weer in het oude patroon: er wordt niet gepraat, behalve over de kersen en de aardbeien (waarbij ik me verbaas over de volgorde: de kersen hangen nog, terwijl de aardbeien al worden geweckt???). Als ze een poging doet om een gesprek te beginnen, weten haar grootouders dat makkelijk af te doen, of te negeren.
En dan beseft ze dat dat geen kwade opzet is. De dingen hoeven niet gezegd te worden, ze zijn immers duidelijk genoeg? Zo leert ze tenslotte toch nog haar grootouders te accepteren, zoals ze zijn. En accepteert ze ook de laatste dagen van haar grootvader als normale dagen.
Het duurde een tijd voor ik het boek interessant begon te vinden. Eigenlijk pas vanaf het moment dat ze die McVeigh loslaat en zich op haar grootouders richt. Het proces van ziekte en overlijden vind ik mooi beschreven. Ik vond Lucie niet sympathiek in het begin, ze zeurt maar over die grootmoeder die niets laat horen, maar doet zelf ook niets. Dat verandert als ze begint te accepteren dat haar grootouders zijn wie ze zijn. En dat geldt ook voor het boek: het begin was een geworstel, het eind was mooi.
Hardcover | 219 Pagina's | Uitgeverij De Geus | 2005 ISBN: 9044506536
© Marjo, september 2006