Madame Pylinska en het geheim van Chopin
Eric-Emmanuel Schmitt
In het ouderlijk huis van Eric-Emmanuel Schmitt huisde een stuurse, onverzettelijke sta-in-de-weg.
'Ik haatte hem; zijn gebrom, zijn sombere uitstraling, zijn hoekige postuur, zijn gesloten voorkomen stonden me tegen. Als ik 's avonds onder de dekens lag, bad ik vaak dat hij weg zou gaan.'
Zijn naam was Schiedmayer en was een piano.
Alleen het zus speelt op het ding en Eric vindt het niet om aan te horen. Maar dan, op zijn negende verjaardag, komt tante Aimée op bezoek en zij neemt plaats achter het gehate monster. En dan gebeurt het...
Er voltrok zich iets ongelooflijks, een ander universum doemde op, een andere manier van leven openbaarde zich, intens en luchtig, veelzijdig en wispelturig, broos en krachtig, iets wat zich blootgaf en tegelijk een diep mysterie in zich verborg.
We waren zo overdonderd dat we niets zeiden. [...]
Ik wreef over mijn armen waarop nu al mijn haren recht overeind stonden, en vroeg aan tante Aimée: 'Wat was dat?'
'Chopin, wat anders?'
Het spel van tante Aimée is de ommekeer voor Eric. Hij wil ook zo leren spelen en de week erop krijgt hij zijn eerste pianoles. Rond zijn zestiende waagt hij zich aan Chopin, maar het mooie, het fijne, het subtiele wat hij hoorde toen tante Aimée speelde, lukt hem niet. Als Eric uiteindelijk studeert in Parijs en verder met zijn pianolessen wil, krijgt hij het adres van Madame Pylinska. 'Ze had een uitstekende reputatie en gaf les in het dertiende arrondissement.'
Al vanaf de eerste ontmoeting weet Eric dat Madame Pylinska een monument is, zij geeft op haar eigen, volstrekt unieke wijze les. En zo gebeurt het dat Eric zichzelf onder haar piano terugvindt, al luisterend en kijkend. Hij maakt kringen in het water om te leren wat resonantie is - hij moet vloeibaar leren worden - Hij luistert in het park naar de wind en plukt madeliefjes met de dauwdruppels er nog op. Toch werpt het zijn vruchten af, hij wordt fijngevoeliger in zijn spel.
Maar het is nog niet genoeg, Madame Pylinska gaat verder met haar opdrachten en die zijn soms erg persoonlijk en intiem.
Madame Pylinska grootste favoriet is Chopin. Ze weet alles van hem en zijn muziek en houdt er - hoe kan het anders - uitgesproken ideeën over zijn werk op na. Zo zegt zij o.a.
'Liszt speelde met de klep van de vleugel open, Chopin hield de klep dicht. Dat zegt alles: Liszt wilde de piano ontstijgen, Chopin wilde erin opgaan. Liszt gebruikte het als een klankdoos om te kunnen schitteren, Chopin was op zoek naar de schoonheid die erin huisde.'
Madame Pylinska luistert en hoort alles, ook de dingen die niet gezegd worden. Zij weet ook dat Eric uiteindelijk schrijver zal worden terwijl hij aan niemand verteld had dat hij dagen en nachten bezig was met schrijven.
'Je speelt Chopin goed en dat zul je beslist nog vaker doen. Maar niet op een piano.'
'Hoe bedoelt u?'
'Omdat je de poort hebt gevonden. De enige poort. De enge poort.'
'Waar heeft u het over?'
'De poort die je bent doorgegaan om de wereld te ontdekken en te beschrijven.'
'Wat?'
Ze keek me indringend aan.
'Je schrijft toch?'
Eric-Emmanuel Smitt heeft met dit boek natuurlijk een ode aan Chopin geschreven maar het gaat veel verder dan dat. Hij componeert en creëert zelf ook, maar dan in letters, woorden en klanken. De woorden staan precies op hun juiste plek, er is geen woord teveel of te weinig gebruikt.
Het is dankzij Aimée dat Eric achter het geheim van Chopin is gekomen maar dankzij Madame Polansky, leerde hij te schrijven als Chopin.
ISBN 9789025454715 | Hardcover | 93 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | september 2019
Vertaald uit het Frans door Eef Gratama
© Dettie, 5 december 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER