Een meisje is maar half af
Eimear McBride
Een uitdaging, dat is het debuut van Eimear McBride.
Het is het verhaal van een meisje dat al snel haar vader verliest en opgroeit met haar moeder en een drie jaar oudere broer.
‘Weet ik. Iets mis mee. ’t Is een. Dat heet. Bloedneuzen. Hoofdpijn. Kan niets vasthouden. Vallen kopjes en borden ruim op zegt ze. Ach zo klein zegt hij laat dat kind toch. Valt van de schommel. Kan niet of. Niet goed vasthouden.
Uitglijden in de modder. Knalt met je. Arm hoofd wit ingepakt bloed sijpelt erdoorheen. Ze is er beroerd van. Klein jongentjeshoofdje. Stil maar.‘
De broer heeft een hersentumor. Na de operatie trotseert hij door te blijven leven het oordeel van de dokters. De vader is uit hun leven verdwenen. De moeder is een godvrezende vrouw met losse handjes. Er moeten novenen gebeden worden, daarvoor komen hulptroepen in huis om mee te bidden: de ‘charismatische’ beweging.
En dan is er de oom, de man die zijn stempel op haar leven drukt.
Het meisje groeit op, gaat naar school, de hormonen beginnen hun werk te doen, ze probeert te ontvluchten naar de stad, gaat studeren, duikt het uitgaansleven in.
En door alles heen is er steeds de broer, de jij, die ze aanspreekt in haar verhaal. De broer met het zwaard boven zijn hoofd. De broer waarvan de moeder wil dat hij priester wordt, maar die de voorkeur geeft aan het leger. De broer die nooit aan het woord komt, maar doordat hij aangesproken wordt, de grootste bijrol heeft. De broer die zijn zus geheel ongewild een schuldgevoel heeft bezorgd. Ze kan hem niet helpen. Ze kan hem niet beschermen. Ze kan zichzelf niet eens beschermen. Het lijkt alsof er geen andere mogelijkheid is voor haar dan juist dat gedrag te vertonen dat niet mag.
‘Ik weet niet ik snap niet maar ik denk er de hele tijd aan hoe ik er weer tussen kan komen en wraak nemen. Doen alsof ik me er niets van aantrek maar me in stilte voorbereiden totdat ik. Wat? Totdat ik die. Woede. Kan loslaten. Ze terugpakken. Echt goed terugpakken en haar ook. Voor. Voor van alles.’
Het boek is geschreven alsof we in het hoofd van het meisje zitten. Het zijn gedachten, het zijn de woorden van de volwassenen om haar heen. Zinnen zijn niet af, soms zijn het alleen woorden, onafgemaakte flarden. Het duurt even voor je doorhebt wat je leest. Hardop lezen helpt.. .en het wordt ook beter naarmate de jongedame ouder wordt. Het verhaal geeft de indruk alsof alles zo uit de losse pols is opgeschreven. Zoals gedachten je invallen, zoals het gesproken woord tot je doordringt. Maar er is een duidelijk verschil tussen het meisje als kind en als jongvolwassene, het moet wel gestileerd zijn. Dit moet in ieder geval een tour-de-force geweest zijn voor de vertaalster!
Het is doorbijten, maar als je eenmaal in het verhaal zit, blijkt de stijl des te indringender. Het is een hard verhaal, een schokkend verhaal. Een verhaal over schuld en mededogen. Een indrukwekkend verhaal.
Eimear McBride (Liverpool, 1976) bracht het grootste deel van haar jeugd Castlebar door op het Ierse platteland. In 1994 verhuisde ze naar Londen, waar ze studeerde aan het Drama Centre. Op haar zevenentwintigste, kort na de dood van haar terminaal zieke broer, schreef ze Een meisje is maar half af, dat bekroond werd met o.a. de Bailey's Women's Prize for Fiction (voorheen Orange Prize), de Geoffrey Faber prize, de Goldsmiths Prize, de Desmond Elliott Prize en werd uitgeroepen tot Irish Novel of the Year.
ISBN 9789048824267 | Hardcover | 256 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep| februari 2015
Vertaald uit het Engels door Gerda Baardman
© Marjo, 12 mei 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER