E van Rijn 

Terug naar Insulinde
Elle van Rijn


‘Vader droeg een wit kostuum, mammie leek elke dag weer een nieuwe witte japon te dragen, Vera en ik hadden identieke witte jurkjes waar we geen vlekken op mochten maken, en mijn broertje wisselde wel drie keer per dag van hansopje, zodat ook die bij elk onverwacht bezoek wit was. De mensen die geen wit droegen, waren onze bedienden.’


Rosa heeft een gelukkige jeugd: zij groeit op in een welvarend gezin in Batavia, waar ze ook geboren is. In de weekenden was er een uittocht naar de plantage in de bergen, en ook daar weten Rosa, haar twee jaar oudere zus en haar jongere broertje niet beter dan dat het normaal is om bedienden te hebben. Ze vindt het vreselijk dat haar ouders gaan scheiden, maar hun manier van leven verandert - ook met een stiefvader - nauwelijks.


Dat gebeurt pas als ook Nederlands-Indië in een oorlog verzeild raakt. Ze heeft dan net begrepen wat het verschil is om Hollander, Indo dan wel Indonesiër te zijn. In het zwembad waar ze haar zestiende verjaardag viert, ziet ze ineens dat bord staan dat haar eerder niet opgevallen was: ALLEEN VOOR (INDO-)EUROPEANEN EN VREEMDE OOSTERLINGEN
In dezelfde tijd leert ze John, haar buurjongen, beter kennen, met wie ze verkering zal krijgen.


Maar dan – het is december 1941 - komen de Japanners. Nederlands-Indië is rijk aan olie en Nederland was verwikkeld in een oorlog, Japan zag zijn kans schoon. John meldt zich aan bij het leger, zoals zovele andere jongens. Rosa’s vader doet nog een poging om de kinderen te redden, maar haar moeder laat hem de kinderen niet meenemen.
Hun lot is dan onvermijdelijk: de Japanners zijn niet mild voor de Hollanders, zij moeten naar een kamp waar de regels steeds strenger worden. Waar ze niets meer hebben, behalve honger, erge honger. Stokslagen krijgen ze bij het minste vergrijp, hun lijven wemelen van het ongedierte, dat ze later zelfs gaan opeten. De strijd om het bestaan is hard.


‘Ze zeiden dat in noodsituaties je echte karakter naar boven kwam. Dat waren de momenten waarop je ontdekte hoe moedig je daadwerkelijk was. Nou, dat was dan heel slecht nieuws voor mij: blijkbaar was ik een grote lafaard.’


Dat valt wel mee: Rosa is erg vindingrijk als het gaat om aan eten te komen voor de anderen. En bang is ze ook niet.


Elle van Rijn beschrijft hoe het leven van een Hollander was in Nederlands-Indië, tijdens de Tweede Wereldoorlog, die daar anders verliep dan hier in Nederland. En waarover de Nederlanders niets wilden horen toen ten slotte de Nederlanders noodgedwongen gerepatrieerd werden.
Het boek vertelt ook over de raciale verschillen die de oorzaak waren van de vrijheidsstrijd na de overgave van Japan.


Terug naar Insulinde baseerde Elle van Rijn op het verhaal van de 95-jarige Mary Hens.
Toen haar verhaal was verteld, sloot Mary haar ogen. ‘Welke keuzes je maakt in tijden van oorlog bepaalt de rest van je leven.’
Na het gefictionaliseerde verhaal, dat mooi en invoelend beschreven is, vertelt de schrijfster in een nawoord hoe ze aan het verhaal kwam en hoe dat verder ging en over de hoeveelheid research die gedaan moest worden. Met een bronnenvermelding.


Elle van Rijn (1967) studeerde aan de Toneelacademie in Maastricht en speelde in verschillende theaterstukken en musicals. Ze had rollen in De oesters van Nam Kee, Sam Sam, de film Liever verliefd en GTST.
Maar ze schrijft dus ook: onder andere Mijn naam is Nadra, Mijn ontvoering en de historische roman De crèche.


ISBN 9789048864522 | paperback | 336 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep| augustus 2022

© Marjo, 30 september 2022

Lees de reacties op het forum, klik HIER