Godverdomse dagen op een godverdomse bol
De roman waarmee Dimitri Verhulst de AKO-literatuurprijs won berust op vier pijlers.: een onweerstaanbare humor, een bewondering wekkende taalrijkdom, een filosofische benadering van de wereld en de mens en een grenzeloos pessimisme.
“Godverdomse dagen op een godverdomse bol” is het eerste boek dat ik van Dimitri Verhulst las en het is zeker dat ik ook de meeste van zijn vorige romans zal gaan lezen. Ik heb van dit boek genoten met een heel dubbel gevoel: alles wat hij schrijft is voor 100 procent waar en toch staat er geen enkele positieve eigenschap van de mens in. Want het boek gaat over de mens in al zijn slechtheid. In het boek wordt die mens consequent met ‘t aangeduid. (Ik heb trouwens altijd gedacht dat de meeste Vlamingen “hut”zeggen). Zijn stijl is zo uitermate geestig en bloemrijk dat je er door het boek in stukjes te knippen een mooie gedichtenbundel van zou kunnen maken, het is een vorm van cynische poëzie. Het doet ook een beetje aan het proza van Pessoa denken, dat eveneens bijna altijd negatief over de mens is, al is Pessoa somberder.
Verhulst vertelt in ongeveer 10 bladzijden de geschiedenis van het ontstaan van de eerste levensvormen maar de overige 176 pagina’s gaan de over de mens zelf. Zijn wreedheid, zijn ongebreideld egoïsme, vooral de domheid maar ook zijn armzalig noodlot door ziekte, ongeluk en rampen worden weergaloos beschreven. Waarom heeft het boek dan toch naast wanhoop bij mij ook een positief gevoel opgeroepen? Misschien is het de humor die bewijst dat de mens toch niet te verslaan is, misschien is het de overbelichting van het negatieve die in je onderbewustzijn een klein lichtje doet gloeien: “maar zo slecht is het toch niet allemaal en altijd?” Als het de bedoeling van Verhulst was dit te bewerken dan is hij tenminste bij mij in zijn opzet geslaagd.
© PieterW, juli 2009
ISBN 9789025429539 Hardcover 186 pagina's | Uitgeverij Contact | oktober 2008
Lees de reacties op het forum, klik HIER