Carlos Ruiz Zafon 

altHet labyrint der geesten
Carlos Ruiz Zafón


Het Kerkhof der Vergeten Boeken is een vierluik. Het labyrint der geesten is het afrondende deel, waar Carlos Ruiz Zafón ruim 800 pagina’s voor nodig heeft. Alle vragen zijn nu dan ook beantwoord. Het Kerkhof der Vergeten Boeken bevindt zich in en onder Barcelona. Het is een bijzonder geheel van gangen en trappen, planken vol met boeken, en de bezoeker kiest er een boek om er voor te zorgen dat het nooit meer vergeten zal worden.


In De Schaduw van de Wind, het eerste boek, was de hoofdpersoon Daniel Sempere, en het boek dat hij koos was van Julián Carax.
In het vierde deel is er ook sprake van een zeldzaam boek, dat Het labyrint der geesten heet. De schrijver is Julián Mataix. Niet dat de rol van dit boek zo groot is in dit vierde deel, maar de herhaling valt op.


Het is schier onmogelijk om ‘even’ te vertellen waar het verhaal over gaat, vooral omdat enige voorkennis van de eerdere drie delen er niet bij iedere lezer zal zijn. Dat hoeft ook niet per se, al lijkt het me wel prettiger. Er zijn in dit laatste deel personages die je eerder ontmoet kan hebben: Daniel Sempere, Fermín en Alicia Gris zijn de belangrijkste, maar er zijn vele anderen. Dus heel summier...


Alicia Gris is een alleenstaande jonge vrouw, die nogal wat verdovende middelen inneemt omdat zij veel last heeft van een oude wond. Zij is een vrouw die niet alleen door middel van haar schoonheid maar vooral ook met behulp van haar intelligentie de mannen om haar vinger weet te winden. Gezien de tijd waarin zij haar weg moet zien te vinden is zij een unicum, een heel interessante vrouw.
Ze onderzoekt de verdwijning van Mauricio Valls, politicus die eerder directeur van de gevangenis van Montjuïc was. In die gevangenis werden politieke vijanden opgesloten. Of vermoord. Alicia moet uitzoeken of een van deze gevangenen uit is op wraak, of dat er opnieuw politieke spelletjes gespeeld worden. Als zij een boek vindt dat verstopt zat in het bureau van Valls ontdekt ze een ingewikkeld web waarin de levens van die politicus en zijn familie verweven zijn met de familie Sempere.


Het is een complot dat in een andere tijd begonnen is en diverse lijntjes heeft naar de politieke roerselen in Spanje: de Burgeroorlog, het regime van Franco, de daarop volgende revoluties. Een achtergrond die veel stof biedt voor allerlei complotten en familieverwikkelingen, waar Zafón dankbaar gebruik van maakt. Dat het geheel ondanks alles toch goed te volgen blijft, is een kunst die niet iedere schrijver beheerst. Zafón wèl!


Het aantal pagina’s had zeker minder gekund, maar nu zitten er vele verwijzingen in naar eerdere verhaallijnen en herhalingen die er voor zorgen dat je als lezer de draad niet kwijt raakt. Dat doet de schrijver door steeds van vertelperspectief te wisselen en een eerder vermeld feit te verwerken binnen dit andere gezichtspunt.
Ook wordt er veel verteld over de achtergrond: politiek, architectuur, plus het stratenplan van Barcelona, zonder dat er echt lange saaie uitweidingen gelezen moeten worden.  De volzinnen van het personage Fermín zijn juist een bron van genot voor de taalliefhebber.


‘Breng je in ieder geval een roos voor me mee?’
‘Ik breng je een hele kar met de grootste en de geurigste, mijn duifje.’
‘En denk er aan mevrouw Bea er eentje te geven, want Danielito is hopeloos en vergeet het weer tot het te laat is.’
‘Ik heb de jongen te veel jaren de luiers gewisseld om vandaag strategische details van een dergelijke draagwijdte over het hoofd te zien.’
‘Beloof me dat je niet kletsnat zult worden.’
‘Als ik nat word, kom ik des te vruchtbaarder en productiever terug.’


Ook als het personage Fermin er niet is, bedient Zafón zich in zijn verhalen van een haast 19e-eeuwse stijl: lange zinnen, veel bijvoeglijke naamwoorden, met veel achtergrondinformatie en onderhoudende dialogen op zijn tijd. En voordat je het weet zijn die bijna 900 pagina’s gelezen...


‘Het leven ging ondertussen in zijn eigen tempo voorbij, tussen openbaringen en hersenschimmen, zoals te doen gebruikelijk, zonder al te zeer op ons, die allemaal op de treeplank meereizen, te letten. Ik genoot van een dubbele kindertijd: eentje die tamelijk conventioneel was, als zoiets bestaat en die door de buitenwereld wordt waargenomen; en de andere imaginair, de kindertijd die alleen ik beleefde. Ik had een paar goede vrienden, de meeste van hen waren boeken.‘


ISBN 9789056725815 | Hardcover | 848 pagina's | Signatuur| oktober 2017
Vertaald uit het Spaans door Nelleke Geel

© Marjo, 12 februari 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER