Arnon Grunberg 

Onze oom

 

Dit boek is anders dan de andere boeken van Grunberg. Dat was ook de bedoeling, zo begreep ik uit een interview op televisie, maar de vraag is dan altijd of het de schrijver echt is gelukt. Wat mij betreft, is het antwoord hierop bevestigend.


Om te beginnen speelt het verhaal zich af in een andere wereld: een fictief land in Zuid-Amerika, dat onder de knoet van militairen leeft. Er is opstand en er is oorlog. Mensen worden er opgepakt en vermoord, de onderdrukking is totaal. In dat land leeft de majoor, de eerste hoofdpersoon van het verhaal. Hij leidt een eenheid die mensen moet arresteren en heeft de plicht daarbij een bepaald quotum te halen. Ongelukkigerwijs schiet zijn korporaal bij één van zijn operaties uit nervositeit een jong echtpaar dood, terwijl hun kind in leven blijft. De majoor, die onvruchtbaar is, neemt het kind, Lina, mee naar huis als cadeautje voor zijn vrouw. Die is daar helemaal niet blij mee. Zo gaat het met alles wat de majoor doet: hij is van goede wil, maar voelt de wereld om zich heen niet aan en alles loopt verkeerd. Uiteindelijk verdwijnt hij uit het verhaal.

Deze inhoud zou niet persé een breuk met de Grunbergtraditie hoeven te betekenen en in het eerste deel lijkt het daar ook niet op. De majoor is een lachwekkende klungel en zijn echtgenote kan er ook wat van: zij is een gefrustreerde vrouw die het enige wat ze verlangt moet missen: een eigen kind. De majoor sluit haar regelmatig op in een kast als ze weer eens wat te wild wordt. Ze heeft een verborgen affaire met de luitenant-generaal, kennelijk het hoofd van de staat, die haar, als de oorlog voorbij is, een kind zal schenken. Maar voor dit moment heeft de luitenant-majoor alleen orale seks met haar om te voorkomen dat zijn imago wordt verpest door een buitenechtelijk kind. De echtgenote van de majoor zet bij één van die gelegenheden een douchekapje op, want haar kapsel wil zij niet verpesten. Tot zover is het echt Grunberg: de cynische humor, de treurige seks, de uiterste wreedheid.

Maar dan verdwijnt de majoor en neemt Lina het verhaal over. Zij is de tweede hoofdpersoon. Nadat de majoor verdwijnt, komt ze uiteindelijk terecht in een desolaat mijndorp (hetzelfde dorp waar de majoor verdwijnt al weet zij dat niet). Ze houdt zich staande met mijnwerk en hoereren en niets raakt haar. Ze is dood, zegt ze zelf. Totdat zij een kind krijgt van de opstandelingenleider.
Dit gedeelte over Lina is heel anders geschreven. Weg is de ironie en de welbewust overdreven ranzigheid. Die steekt alleen weer even de kop op als het leven van de leider, die Dirigent genoemd wordt, wordt beschreven.
Aan het einde van het boek is er een scène die zo aangrijpend en ontroerend is, dat ik de kaft nog eens goed moest bekijken om te zien of er echt wel Arnon Grunberg op stond. En ja, hij was het! Een mindere schrijver had van die scène sentimenteel geneuzel gemaakt, maar niet Grunberg: het is precies goed.

Al met al is het een goed en meeslepend verhaal. Ik ben benieuwd naar zijn volgende boek. Met het ouder worden wordt hij een steeds betere schrijver.

 

Paperback 639 pagina's Lebowski | september 2008 ISBN 9789048801336

© PetraO, oktober 2008