Onze oom
Na een toch aardig eerste deel raakte ik steeds meer teleurgesteld in deze nieuwe Grunberg. Het laatste stuk ging zelfs diagonaal, want ik was absoluut niet meer geboeid.
Waar gaat 'onze oom' over? Tja, daar ga ik al de mist in. Over oorlog? Over het tekortschieten van de mens? Want dat laatste doen al zijn personages.
De majoor uit deel 1 is een zielige figuur, zoals Hofmeester in 'Tirza' dat was: een man die het zo graag goed wil doen, maar keer op keer de plank mis slaat. Zo'n man met wie je dan ondanks alles toch mededogen krijgt. Het loopt niet goed met hem af, een logisch einde voor een man als deze.
Een van zijn vreemde daden is het 'redden' van een kind. Hij heeft als majoor de taak om missies te leiden die verdachte personen 'vijanden van het volk' moet arresteren. Op een nacht -want 's nachts is de beste tijd- loopt zo'n missie uit de hand. Een man en een vrouw zijn dood. En dan blijkt er nog een kind in huis te zijn. Het meisje Lina. Hij neemt haar mee. Zijn vrouw zal wel blij zijn, dan heeft ze eindelijk een kind. Hij is zelf namelijk onvruchtbaar. Maar niet alleen zijn zaad is fout, zijn gedachtegang ook. Natuurlijk is zijn vrouw niet blij met een vreemd kind. Dus als na een tijdje de majoor niet terugkomt van een van zijn missies, loopt het kind weg.
Na diverse omzwervingen vindt ze een nieuwe woonplaats: op een onherbergzaam oord in de bergen, waar men zich in leven probeert te houden door dag en nacht een eigenlijk al verdorde goudmijn te doorzoeken. Ook Lina helpt in de mijn, tot ze te groot wordt. Dan moet ze op kinderen gaan passen. Als de leider van de revolutie -want al wordt het nergens vermeld, het verhaal speelt klaarblijkelijk in een Zuid-Amerikaans land waar iedereen de dupe is van een eindeloze revolutie- daar een feest bijwoont, merkt hij haar op en neemt haar mee.
Iedereen neemt haar maar mee, denkt ze bij zichzelf. Maar dat is nu precies Grunberg: zijn hoofdpersonages lijken geen eigen initiatief te hebben. Ze doen wat men zegt of wat ze denken dat ze moeten doen. De majoor was een en al plichtsbetrachting, maar zelf nadenken, dat was veel te moeilijk. Daar kreeg hij maar hoofdpijn van. En Lina denkt ook nauwelijks na, ze laat zich leven. Blijkbaar is dat ergens veranderd, maar hoe en wat lezen we nergens. Uit de epiloog kan je opmaken dat ze ergens toch de draad van een eigen leven heeft opgepikt.
Maar dan is de aandacht van deze lezer allang verslapt. Ik heb geen moeite met de ironische toon, met de slapstickachtige scènes. Ik heb ook geen moeite met de zinloosheid, of de verdekte maatschappijkritiek. Ik heb wel moeite met het feit dat aan dit verhaal (verhaal??) kop noch staart zit. Het leidt nergens heen.
Het verdient niet die plek op de longlist van dit jaar.
Paperback 639 pagina's Lebowski | september 2008 ISBN 9789048801336
© Marjo, februari 2009
Lees de reacties op het forum, klik hier