Ziekzoekers
Vol verwachting klopte mijn hart toen ik dit boek op de “sprinter”-tafel bij de bibliotheek zag liggen. Het boek was door de uitgeverij met veel tamtam aangekondigd en dat maakte het verschijnen tot een spannende zaak. Ik wil eerst de twee belangrijkste hoofdlijnen van het boek schetsen, te weten het verhaal dat in het heden speelt en gaat over Roelof en zijn beleid in het bollenbedrijf en daarnaast het verhaal over de geschiedenis van het gezin Zeevoet.
Het verhaal begint bij het afscheid van de 74-jarige Max Zeevoet als directeur van de firma Zeevoet Tulip International. Dat Roelof Zeevoet, gescheiden en vader van een zoontje, er weinig zin in heeft hem op te volgen wordt duidelijk als we hem aantreffen na de bewuste avond, dronken, kotsend, zijn auto half in de sloot liggend.
Zeevoet junior slaat een totaal andere richting in dan zijn vader: hij brengt veranderingen aan in het traditionele bloemencorso, laat een enorm panorama schilderen van de bollenstreek, introduceert via een vriend het eten van bloembollen en gaat in zee met een beleggingsfirma en een projectontwikkelaar. Max blijft vanuit Amerika, waar hij na zijn pensionering bij zijn tweede vrouw is gaan wonen, contact houden met de financieel directeur van het bedrijf. Hieruit blijkt dat hij het bedrijf niet los kan laten én dat hij geen enkel vertrouwen in zijn zoon heeft. Het vervolg van het verhaal bevestigt dit. Als het Max duidelijk wordt hoezeer de koers van zijn zoon afwijkt van zijn eigen ideeën spoedt hij zich, net aan zijn heup geopereerd en nog zwaar onder de medicijnen, terug naar Nederland om eens even te laten zien wie er eigenlijk de baas is.
Uiteindelijk blijkt Roelof toch aan het langste eind te trekken...
Tussen de hoofdstukken die bovenstaande geschiedenis vertellen staan die waaruit het verleden van het gezin Zeevoet duidelijk wordt, waarbij de nadruk ligt op het verhaal van moeder Vera, die zo’n grote invloed gehad heeft op het leven van haar zoon en dochter. Vera vertrok in 1950 als een bedeesd meisje naar Amerika om daar bollen te gaan verkopen; zij ontwikkelt zich de jaren daarna tijdens haar reizen naar de VS tot een gewiekste zakenvrouw. In Amerika leert zij Max kennen, een bollenhandelaar uit Nederland. Zij trouwen, vestigen zich op het terrein van de firma Zeevoet en na verloop van enkele jaren wordt het gezin uitgebreid met zoon Roelof en dochter Maud. Het moedergevoel ontbreekt totaal bij Vera, al haar liefde en aandacht gaan uit naar haar zeven jaar jongere, verstandelijk gehandicapte en autistische, broer Leo. Zij gaat zelfs zover dat ze hem in hun gezin opneemt, maar hier maakt Max een einde aan als Leo probeert baby Roelof in de wasmachine te stoppen en het deurtje probeert te sluiten. Leo wordt “verbannen” naar De Hartekamp, een instelling voor debielen in Bennebroek. Dat de zwaar op structuur gestelde jongen zich daar niet thuisvoelt in de woelige jaren zeventig waarin dienstweigeraars de dienst uitmaken op het terrein blijkt al snel. Uiteindelijk komt Leo onder de trein en overlijdt.
Nog even iets over de titel. Met mij zullen velen zich afgevraagd hebben wat “ziekzoekers” zijn. Het zijn de mensen die in de bollenteelt de “zieke” bollen kunnen herkennen aan datgene wat boven de grond staat. Dit kan natuurlijk ook figuurlijk opgevat worden...
En... heeft het boek aan mijn verwachtingen voldaan? De basis van het boek is een boeiend, vlot en soms ook humoristisch verhaal over het binnendringen van het moderne leven in een eeuwenoude tak van bloementeelt, vermengd met het verhaal van één familie uit de bollenstreek.
Maar helaas, er zijn zoveel verhaallijnen en –lijntjes en daarmee komen er ook zoveel thema’s aan bod die alleen maar aangestipt worden, dat het geheel wat als los zand aan elkaar hangt. Veel personen komen onvoldoende uit de verf en verworden soms zelfs tot stereotypen. Van het gezin leerde ik alleen Vera iets beter begrijpen, Max, Maud en zelfs Roelof blijven schetsmatige figuren.
Jammer, want het boek heeft naar mijn mening veel in zich dat er in plaats van een aardig boek een fantastisch boek van had kunnen maken. Maar gezegd moet gezegd: ik heb me door de vlotte stijl en de afwisseling geen moment verveeld bij het lezen.
Ik hoop dan ook in de toekomst nog een ander boek van Anne-Gine Goemans te mogen lezen.
Uitgeverij De Geus, 2007 Gebonden, 287 bladzijden ISBN 978 90 445 0993 9
© janna, juni 2007