De zonen van Bruce Lee
Alex Boogers
‘Jongen’, zo begint het boek.
Het is een brief die Alex Boogers schrijft aan zijn zoon, die zeventien is als ze met z’n tweeën een reis maken in de voetsporen van de jong gestorven Bruce Lee (1940-1973). Hij schrijft al tijdens de reis, al denkt zijn zoon dat hij aantekeningen maakt voor een boek over Bruce Lee. Maar het is veel meer geworden dan dat. Het is al snel duidelijk dat deze sportman een voorbeeld is voor Boogers. Hij herkent zichzelf, niet zozeer in wat Lee doet, maar in wie Lee is.
In eerste instantie zag Boogers hem alleen als de vechtkunstenaar, de man die van het televisiescherm waarop Boogers voor het eerst de films zag, de huiskamer in spatte. Later las hij alles wat maar los en vast zat en dat over Lee ging, en leerde zo een man kennen die er een levensfilosofie op na hield, die hem zeer aansprak.
Als je als vader een bepaalde overtuiging koestert, dan wil je dat overbrengen, op je kinderen. Dat deed Bruce, en dat doet Boogers. Hij heeft het geluk dat Lee zijn zoon ook aanspreekt, zodat hun gezamenlijke reis als een bedevaart wordt. Op zoek naar Lee.
Terwijl hij schrijft over de reis, vertelt hij over zijn eigen leven. Over de overeenkomsten: opgegroeid in een arm milieu, in een gezin met problemen; jongens die de vechtsport gaan beoefenen omdat ze dan misschien weerbaarder zijn; over de discriminatie waar ze mee om moesten leren gaan. De een werd acteur, de ander schrijver, maar beiden groeiden ze op die manier uit boven hun achtergrond, en maakten ze van dat dubbeltje een kwartje.
De reis voert hen langs de westkust van de Verenigde Staten: Seattle, San Francisco en Los Angeles. Een paar jaar eerder waren ze ook al in Hongkong geweest, waar Boogers nu ook over vertelt, zodat je een volledig beeld krijgt van het leven van Bruce Lee. Het wordt geen volledige biografie, maar dat hoeft ook niet. Die zijn er al genoeg. Dit boek is een brief van een vader.
‘Het is goed dat we hier (opm: ze staan bij Lee’s graf) samen zijn, jongen. Dat ik je kan laten zien dat ik nooit dichter bij een vader zal komen. Je zult het misschien nooit helemaal begrijpen, maar onthoud alsjeblieft dat hier ook iets van jouw oorsprong ligt. Ik was een koekoekskuiken. Ik wilde hier met je staan, zodat je ziet dat ik het heb gered omdat hij er is geweest. Ik wilde een zoon kunnen zijn, om misschien uiteindelijk een vader te kunnen worden. Een vader, om het heel basaal te zeggen, die er is.
Dat wilde ik zijn.’
Eerder legde hij uit wat de levensfilosofie van Lee was: ‘the living creating individual, is always more important than any established style or system.’
Zoals Boogers dat vertaalt voor zijn zoon:
‘Hij legde mij geen beperkingen op. Hij ging uit van mijn specifieke talenten, mijn vaardigheden, mijn tekortkomingen, en probeerde uit te leggen hoe ik mij daarmee het beste kon redden in de strijd. En dan moest ik er, volgens zijn filosofie, op uit om mezelf volledig te ontwikkelen.’
Het is een diepgaand en zeer persoonlijke brief, die hij niet alleen met zijn zoon, maar met iedere lezer deelt. Dit getuigt van durf. Het is de les die Lee hem geleerd heeft: durven schrijven zoals hij het zelf wilde, zoals hij het zelf zag. ‘Niet om te plezieren of te behagen, maar omdat het moet, omdat ik het op geen andere manier kon.’
Deze openhartigheid imponeert veel meer dan het biografische gedeelte, dat als uitgangspunt dient. Het is ook voor een niet-sportliefhebber absoluut de moeite waard dit boek te lezen.
Met foto's en bibliografie.
Alex Boogers (1970) woont en werkt in Vlaardingen. Hij debuteerde in 1999 onder het pseudoniem M.L. Lee (!) met 'Het boek Estee'. Vervolgens schreef hij de veelgeprezen romans 'Het waanzinnige van sneeuw', 'Lijn 56', 'Het sterkste meisje van de wereld' en 'De tijger en de kolibrie'. Boogers publiceerde in onder andere Vrij Nederland, Passionate, Esquire, SQ, Nieuwe Revu en Playboy.
ISBN 9789048846313 | Paperback | 328 pagina's | Uitgeverij Inside | januari 2020
© Marjo, 27 maart 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER