Vaclav Smil 

Zo zit de wereld in elkaar
Wat de wetenschap ons leert over het verleden, het heden en de toekomst
Vaclav Smil


In toenemende mate is er wereldwijd het besef dat de mensheid in een crisis van ongekende omvang terecht is gekomen. Dat heeft te maken met klimaat, milieu en energievraagstukken. Maar de crisis heeft ook politieke, sociaaleconomische en religieus-ideologische aspecten.
In dit boek gaat de auteur in op vraagstukken die te maken hebben met energievoorziening, voedselproductie, de grondstoffenvoorraad (cement, staal, kunststoffen, ammoniak), de globalisering, het milieu, virussen en geeft hij tot slot een toekomstscenario.


De auteur wil wegblijven van ‘extreme standpunten’ (blz. 19). Daaronder verstaat hij enerzijds doemscenario’s en tegenovergesteld daaraan een ongegrond optimisme dat technologie al onze problemen zal oplossen. Wereldwijd heeft de mensheid zich afhankelijk gemaakt van fossiele brandstoffen. Daar komen we niet gemakkelijk, vlot en goedkoop vanaf. Nieuwe energiebronnen (zon en wind) zullen niet binnen twee of drie decennia in voldoende mate kunnen voorzien in onze energiebehoefte.


Kernreactoren zijn de meest betrouwbare leveranciers van elektriciteit. Ze zijn in staat om bijna permanent stroom te leveren. Windmolens zijn voor hooguit 45 procent productief en zonnepanelen 25 procent. Het percentage voor de zonnepanelen geldt de zonnigste klimaten. In Duitsland produceren de zonnepanelen niet meer dan 12 procent van de tijd elektriciteit. Het is daarom naïef om te denken dat we abrupt van vervuilende fossiele brandstoffen kunnen overstappen op groene energie (blz. 39). Groene energie is afhankelijk van de weersomstandigheden en er is nog geen mogelijkheid om deze energie op te slaan. Een land kan als het tegenzit met het weer dagenlang zonder stroom zitten en dat loopt op een ramp uit. De auteur prijst dan ook de EU die recent heeft erkend dat ze voorlopig niet zonder kernenergie kunnen om de buitengewoon ambitieuze klimaatdoelen te halen. Het overstappen van fossiele brandstof op groene energie wordt een geleidelijk proces.


Die fossiele brandstof is voorlopig ook onontbeerlijk voor de productie van voedsel. Alternatieve vormen van landbouw kunnen nog niet voor de helft voorzien aan wat de huidige wereldbevolking aan voedsel nodig heeft. De eerste stap die we moeten zetten is het tegengaan van verspilling. Volgens de VN gaat van al het fruit, de groenten, vis, granen, vlees- en zuivelproducten ten minste een derde verloren. Dat is een ontstellend gegeven. En toch blijkt het in de praktijk ontzettend moeilijk te zijn om die verspilling terug te dringen.


Globalisering brengt een wederzijdse afhankelijkheid met zich mee. Landen zijn afhankelijk geworden van geïmporteerd voedsel. En geen enkel land is zelfvoorzienend ten aanzien van de grondstoffen die een economie nodig heeft. Bizar is dan weer wel dat het bosrijke Canada tandenstokers en toiletpapier importeert uit het bosarme China. De coronacrisis legde de afhankelijkheid bloot van de gezondheidszorg (medicijnen, beschermende kleding) van een klein aantal fabrieken in China en India. De maakindustrie was om commerciële redenen geheel verplaatst naar lagelonenlanden. De auteur spreekt zelfs van ‘zeer onverantwoord, zo niet misdadig beleid’ (blz. 178).


In het laatste hoofdstuk dat over onze directe toekomst gaat, toont de auteur zich sceptisch ten aanzien van het leervermogen van de mens. Zodra de situatie het toelaat zullen mensen terugvallen in het vertrouwde patroon. Overheden gaan niet zorgen voor voldoende voorraden om een toekomstige pandemie op te vangen. De maakindustrie zal niet decentraal georganiseerd worden om kwetsbaarheid te verminderen. De mensen zullen weer massaal internationale vliegreizen boeken en cruises ‘op weg naar nergens’ (blz. 300).


Vaclav Smil baseert zich op harde feiten. Het boek wemelt van de data. Toch is het geen droog boek geworden. Smil wijst op drogredeneringen en neemt wensdenken op de korrel, vaak op een ironisch-amusante manier. Tegelijk toont hij aan dat onze wereld minder rationeel in elkaar zit dan wij aannemen. Het beleid althans is vaak onpraktisch en onsamenhangend. Een ander pluspunt van dit boek is de brede aanpak. Het gaat niet alleen over fossiele brandstoffen, groene energie, kernenergie, klimaat en milieu. Smil behandelt ook de voedselindustrie, de gigantische aanvoer van grondstoffen, de kosten van onnodig gesjouw met fruit en groente over de aardbol, de risico’s die we lopen in het dagelijks leven en in verband daarmee het regelmatig voorkomen van pandemieën. Zijn veelzijdigheid en deskundigheid maakt indruk. Kritiek is altijd mogelijk, maar die moet dan wel qua aanpak net zo gedegen en inhoudelijk zijn.

Vaclav Smil is emeritus-hoogleraar aan de universiteit van Manitoba in Canada. Hij schreef meer dan veertig boeken over grote vraagstukken van deze tijd. Hij is Fellow van de Royal Society of Canada. De Nederlandse vertaling is van Joost Pollmann en Koos Mebius.


ISBN 9789046827680 | Paperback | Omvang 415 bladzijden | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | januari 2022
Dit boek komt aardig overeen met twee andere boeken die voor Leestafel besproken zijn: Marco Visscher: De energietransitie en MEER.

© Henk Hofman, 8 februari 2022

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER