Roy Brown e.a. 

Vogelsporen
tekst: Roy Brown, John Ferguson, Michael Lawrence en David Lees
illustraties: David Quinn en Chris Shields


Je hoeft vogels helemaal niet in levende lijve te zien om te weten of ze wel of niet in een bepaalde habitat voorkomen. Ze laten sporen achter. Niet alleen letterlijk pootafdrukken, maar ook verliezen ze veren, produceren ze braakballen en natuurlijk uitwerpselen. En als ze er niet meer zijn laten ze schedels achter. En iets waar ik nog nooit aan gedacht had: aan aangevreten voedselresten kun je zien welke vogel (of ander kleine dier) daaraan gezeten heeft. En dan wonen ze ook meestal nog ergens. De zwaluw is een uitzondering hierop, dat diertje leeft in de lucht. Niet wonderlijk dus dat je van deze vogel nauwelijks informatie vindt in dit boek. Hij broedt natuurlijk wel, per zwaluwsoort verschillend. En dat is wel te vinden in het boek. Aan broedplaatsen wordt natuurlijk ook aandacht besteed, maar het gaat vooral om de veren.
Het is dus geen vogelboek waarin je vogels ziet! Er zijn zeer veel afbeeldingen, tekeningen en foto’s, maar daar is slechts een enkele keer een vogel in zijn geheel op te zien. Het is een boek voor iemand die echt wil weten welke vogels er in een bepaalde habitat voorkomen. Voor iemand die sporen vindt en wil weten van welke vogel dat afkomstig is. Het is geen handzaam boek om er de natuur mee in te trekken, je zoekt het later op. Ga je gericht de natuur in, dan doe je je huiswerk tevoren.


Een voorbeeld, om aan te geven hoe gedetailleerd de informatie is, en waar je dus allemaal op moet letten. Je wil weten waar je de specht kunt vinden. Handig als je weet of je naar de duinen moet, naar het bos of elders: in welke habitat moet je gaan speuren?
Dat wordt niet direct verteld in de index, er wordt verwezen naar de pagina waarop je ‘nesten’ vindt, in de sectie ‘nesten en roestplaatsen’. Daar is de zoekfunctie in de tekst verwerkt met hoofdletters voor de vogelsoorten. Makkelijk te vinden dus.
We vinden de specht. Er zijn verschillende soorten, wordt ons verteld, met ieder een eigen nestgewoonte.  De groene specht gebruikt open bosland of bosranden. Hij hakt een hol op willekeurige hoogte van een al dan niet rotte boomstam. De diameter van het vlieggat is 60x75 mm, en de specht bekleedt zijn nest niet.
Met meetlatje, papier en pen trek je naar het bos. Een verrekijker is ook handig. Je kunt tevoren ook nog even kijken wat voor sporen de specht achterlaat, in de zin van pootafdrukken, voedselresten en veren. De specht is slordig, hij hakt er op los en een smidse van sparrenkegels is typisch iets voor deze vogel. Dat kun je wel gevonden krijgen. Meer is er niet. Geen pootafdrukken, en spechten maken geen braakballen. Uitwerpselen zijn ook niet typisch iets wat je bij deze vogel kunt herkennen. Wel weer zijn geklop als hij aan het werk is. Maar geluiden, dat vind je niet terug in een boek natuurlijk.


Dit is maar om een idee te geven hoe je dit boek kunt gebruiken. Je kunt natuurlijk ook resten en sporen die je vindt mee naar huis nemen en daar dan opzoeken van welk dier het is. Je kunt pootafdrukken tekenen en fotograferen, er zelfs een afgietsel van maken. Als je dan ook noteert waar en wanneer je het gevonden hebt, is dat handig. Je vindt namelijk in dit boek zeer gedetailleerd wanneer vogels ruien, hoe een schouder veer er uitziet, of een vleugelveer. Aan tekeningen van schedels kun je zien welke vogel welke snavel heeft.
Het boek let op kleine dingen. Op deze 330 pagina’s staat de tekst in kleine letters, dan kunnen de schrijvers nog meer informatie geven. Er zijn tekeningen, foto’s, tabellen en nog veel meer. Niet het vogeltje zelf dus, maar wel alles over hen.


ISBN 9789052108278| hardcover| 336 pagina's | Tirion Natuur | oktober 2010

© Marjo, 9 juni 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER