Regen van verwoesting
De bombardementen op Japan, 1945
Richard Overy
De auteur heeft een groot aantal boeken geschreven over de Tweede Wereldoorlog. Hij onderzocht de relatie tussen Hitler en Stalin, analyseerde de vraag hoe de geallieerden de oorlog hebben kunnen winnen en onderzocht de processen in Neurenberg. Nu voegt hij aan zijn oeuvre dit boek toe waarin hij ingaat op het bombarderen van Japanse steden in 1945, met als climax het afwerpen van een atoombom op Hiroshima en Nagasaki.
Het boek laat zien hoe in oorlogstijd de morele grens opschuift naar steeds zwaardere vormen van geweld. Daarmee bezit dit boek grote actualiteitswaarde. Eerst waren de Amerikanen gekant tegen het aanvallen van niet-militaire doelen, zoals het bombarderen van steden bewoond door burgers. Meestal waren dat vrouwen, kinderen en bejaarden, want de mannen vochten aan het front. Maar de Japanners boden zo fanatiek verzet tegen oprukkende Amerikaanse troepen dat in 1944 besloten werd om ook het thuisfront als legitiem doelwit voor de luchtmacht te beschouwen.
In 1945 werd berekend dat een invasie van Japan zelf aan meer dan honderdduizend soldaten het leven zou kosten. Er waren geen signalen dat Japan bereid was om de strijd te staken. Kon de oorlog niet bekort worden door gebruik te maken van de atoombom? Zou de Japanse regering dan niet inzien dat verder vechten geen enkele zin meer had? Er werd dus een morele rechtvaardiging gevonden voor het afwerpen van de atoombom. Het zou levens redden van militairen maar ook van honderdduizenden gevangenen in de Japanse kampen en de oorlog bekorten.
Heeft het in de praktijk ook zo gewerkt? Volgens Overy ten dele. De schok en ontreddering in Japan was immens. Maar pas toen duidelijk werd dat Stalin van plan was Japan aan te vallen, koos het Japanse oorlogskabinet eieren voor zijn geld. Liever een Amerikaanse bezetting, dan leven onder de Russische knoet. Bovendien hadden de Amerikanen beloofd om de positie van de keizer niet aan te tasten en dat viel van Stalin niet te verwachten.
Op 14 augustus 1945 hield keizer Hirohito een historische toespraak voor het kabinet en de Opperste Oorlogsraad. In zijn ‘heilig besluit’ deelde de keizer mee dat de oorlog beëindigd moest worden, zonder dat hij de woorden ‘nederlaag’ en ‘capitulatie’ in de mond nam. Het ‘heilig besluit’ werd dan ook niet gezien als een overgave, maar als ‘het beëindigen van de vijandelijkheden’ om de bevolking verder lijden te besparen.
Na de oorlog laaide de discussie op over de vraag of Amerika het oorlogsrecht had geschonden. President Bill Clinton verklaarde in 1995: “De Verenigde Staten zijn Japan geen excuses verschuldigd over het afwerpen van de twee atoombommen”. Barack Obama bracht in 2016 een bezoek aan het Vredespark in Hiroshima om te rouwen over de doden. Maar ook hij bood geen excuses aan. Overigens meldt Overy dat de Japanse overheid geen extra hulp aan de overlevenden van de atoomaanvallen bood, uit angst vergelijkbare claims te krijgen van mensen die in de bezette gebieden hadden geleden onder het Japanse keizerlijke bewind. Ook konden er van de zijde van Japan geen excuses af over het misbruik dat in Japanse bordelen werd gemaakt van de “troostmeisjes”.
Het is wel duidelijk: er is bijna niets dat erger is dan een totale oorlog, die bovendien nog eens doorwerkt in de volgende generaties. Pogingen om het oorlogsgeweld aan banden te leggen zijn van de hoogste urgentie. Tegelijk is het bijna onbegonnen werk. Als het naakte leven op het spel staat, is het erop of eronder.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog knepen de Britten elke toevoer van voedsel naar Duitsland af met een zeeblokkade, zodat in Duitsland hongersnood uitbrak. De Amerikanen veroverden het Westen op de Indianen door de bizons uit te roeien. De Russen pasten de tactiek van de verschroeide aarde toe, waarna een gebied onbewoonbaar was. En zo kunnen we helaas doorgaan. Er is daarentegen geen land te noemen dat oorlog voert en onderwijl de vijandelijke bevolking op de been houdt door voedsel en medicijnen te sturen.
Kortom: Overy schreef met kennis van zaken een belangwekkend, boeiend en actueel boek.
De laatste zin van het boek is een aanbeveling voor leiders die nu moeten beslissen over de inzet van geweld:
“Groter inzicht in de oorzaken van de stapsgewijze geweldsescalatie binnen de strategie in 1945 en in de ontwikkeling van een relatieve moraal die een legitimering mogelijk maakte van de gevoerde meedogenloze totale oorlog, kan zonder twijfel een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen van een herhaling ervan.”
Maar ook dan geldt toch weer dat beide partijen zich daarin moeten vinden en zich eraan moeten houden.
Richard Overy (1947) is een Brits historicus, gespecialiseerd in de militaire geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Zijn boek is voorzien van een fotokatern, een literatuurlijst en een register.
ISBN 9789401921015 | Paperback | Omvang 240 bladzijden | Uitgeverij Omniboek | 10 april 2025
© Henk Hofman, 18 augustus 2025
Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER