Perry Pierik 

Verdun
De grote slagen
Perry Pierik


‘Oud-NAVO-opperbevelhebber Graf von Kielmansegg (1906 – 2006) noemde de Slag om Verdun niet alleen een ‘barbaarse’ fantasieloze daad, maar ook een poging tot strategisch denken dat verder ieder strategisch initiatief onmogelijk maakte.’


Verdun had en heeft een symbolische betekenis voor de Fransen. Het stadje ligt aan de Maas en was bij de Vrede van Münster in 1648 toegewezen aan Frankrijk. Na de Frans-Pruisische oorlog in 1870 hadden de Fransen een verdedigingslinie aangelegd, met onder meer een fortencomplex tussen Verdun en Toul. Verdun bewaakt als het ware de noordelijke toegang tot de Champagne-vlakte en daarmee de toegang tot Parijs. Eerder, in 1914, waren de forten ook aangevallen, en sterk genoeg gebleken.


Dat de Duitse opperbevelhebber Erich von Falkenhayn besloot toch daar de aanval in te zetten was een meesterlijke zet. Het Duitse leger kampte op dat moment met een dilemma: naar voren kwam men niet, terugtrekken wilde men niet.
Falkenhayn organiseerde afleidingen door aan te vallen bij de Marne, bij de Somme en bij Neuville, eveneens in Noord-Frankrijk. Voor Verdun koos hij voor de ‘leegbloedingstactiek’, in de wetenschap dat de Fransen Verdun nooit op zouden willen geven. Dit leidde in 1916 van februari tot oktober tot de ‘Maasmühle’ oftewel de vleesmolen, een enorm bloedbad.

Aan de Franse kant had Luitenant-kolonel Emile Driant als politicus al geijverd voor versterkingen, maar men vond hem een betweter. Gelukkig voor de Fransen werd de Duitse aanval vanwege slecht weer uitgesteld tot 21 februari en was men toch in staat geweest versterkingen naar de forten over te brengen.
Driant nam als commandant zelf deel aan de Slag bij Verdun, met zijn troepen lag hij in het Bois des Caures ten noorden van de stad, waar hij tot het laatst toe stand hield. Toen hij sneuvelde, werd hij door de Duitsers eervol begraven!


Driant had de Duitsers weten te vertragen en daardoor de Fransen de gelegenheid gegeven zich beter voor te bereiden. Hij wordt nog steeds herdacht door de bevolking van Verdun. Zij houden een ceremonie bij het monument te zijner ere op de 21ste februari van elk jaar.
De opperbevelhebber, generaal Joffre, werd vervangen door generaal Philippe Pétain.
Hij is de opdrachtgever die de toevoer van manschappen en munitie als ook de afvoer van gewonden en gesneuvelden in goede banen wist te leiden. Over La Voie Sacree reden vanaf februari 1916 tot september 1916 de vrachtwagens af en aan in twee eindeloze rijen. Rechts naar Verdun toe, links van Verdun af.


Het grootste en sterkste fort in de verdedigingslinie rond Verdun was Fort Douaumont. Het moest aangevallen worden, vond Falkenhayn, er al tevoren van uitgaande dat het duizenden manschappen zou kosten. Tot verrassing van de Duitsers en schande van de Fransen bleek de inname van Douaumont makkelijk: er was geen leger aanwezig! Slechts ongeveer 60 lichtbewapende, bijna pensioengerechtigde soldaten, die eigenlijk alleen het onderhoud aan de gebouwen uitvoerden, waren in het fort.


‘Als Douaumont door iets was gevallen was het vooral door de Franse slag.’


Het Duitse leger lag nog steeds op de rechteroever van de Maas en kon niet oversteken. Zij probeerden de controle te krijgen over de heuvelrug tussen Le Mort-Homme en heuvel 304. Na Douaumont volgden vele gevechten waar heden ten dage overblijfselen nog getuigen van een kapotgeschoten streek en van verdwenen dorpen. Een van de doelen was Fort de Vaux. Dat fort was veel kleiner dan Douaumont, maar na de val van Douaumont wel beter versterkt.
In mei en juni waren de gevechten bij Verdun het hevigst en na een verschrikkelijke strijd die vele levens kostte,  moesten de Fransen zich overgeven op 7 juni 1916.
Maar Frankrijk was niet verloren. Door de Slag aan de Somme werd de vijand gedwongen manschappen naar elders te sturen. Bij Verdun strandde het Duitse leger na een laatste aanval bij het Fort Souville. Het betekende een nederlaag voor  Erich von Falkenhayn. Hij werd vervangen door Paul von Hindenburg en Erich Ludendorff.


‘De vleesmolen aan de Maas kwam tot stilstand. Sinds 21 februari 1916 had Duitsland zo’n 50 divisies in de strijd geworpen. Naar men aanneemt waren de Duitse verliezen opgelopen tot 362.000 man tegenover 336.831 Franse verliezen.’


In oktober  werd er opnieuw gevochten bij fort Douaumont, nu waren het de Fransen die het fort in handen kregen. Fort Vaux volgde op 2 november.
Half december lag het front vrijwel op dezelfde positie van voor februari 1916.


In dit vrij dunne boekje met veel foto’s wordt summier verteld over de Slag bij Verdun die zoveel mensenlevens kostte in zo weinig tijd. Voor een eerste algemene indruk is het een prima boekje, en voor wie dieper op de kwestie in wil gaan is er een bibliografie toegevoegd.
Er is speciale aandacht voor twee hoofdrolspelers: Falkenhayn en Briant. Het boek eindigt met een beknopte tijdsloop van het jaar 1916.
In deze serie zijn ook delen over de Somme, Ieper en Passchendaele verschenen.


ISBN 9789493001091 | paperback | 128 pagina's | Uitgeverij Baeckens | oktober 2018

© Marjo, 21 maart 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER