De oorlog van morgen
Wat de conflicten van nu ons leren over toekomstige dreigingen
Martijn Kitzen en Tim Sweijs
Nederland heeft geen echte militaire traditie. Zodra het kon, bezuinigde Nederland op zijn defensie. Na de Vrede van Münster in 1648 werd het leger zo ongeveer afgedankt. Dat kwam het land duur te staan toen Lodewijk XIV in 1672 (het Rampjaar) de Republiek aanviel en het weinig scheelde of de Republiek was kopje onder gegaan. In de jaren dertig van de vorige eeuw werd opnieuw fors bezuinigd op defensie. Het gevolg was dat in de meidagen 1940 schamel uitgeruste en slecht geoefende troepen het moesten opnemen tegen een superieure Duitse legermacht. In 2012 werd defensie weer tot op het bot uitgekleed. De Koude Oorlog was immers voorbij en het IJzeren Gordijn was verdwenen.
Hier valt de les uit te trekken dat een land zijn defensie op orde moet hebben en anders beter voor een strikt pacifistisch standpunt kan kiezen. Het is moreel onverantwoord om slecht uitgeruste en ongeoefende troepen het slagveld op te sturen. Bovendien kost het veel meer geld om een inhaalslag te maken als de nood aan de man komt dan het in stand houden van een geloofwaardige afschrikkingsmacht.
Deze les kun je ook opmaken uit dit boek.
De auteurs starten met de vaststelling dat er wereldwijd hevige conflicten woeden. Daarom is de centrale vraag: hoe bereiden we ons voor nu er nog tijd is in NAVO-verband om de defensie te versterken?
De technologische ontwikkelingen op militair gebied voltrekken zich razendsnel. Drones zweven boven het slagveld, robots worden ingezet, met artificiële intelligentie kunnen wapens op afstand bediend worden, er woedt een cyberoorlog waarin hackers computersystemen- en netwerken saboteren. Dan is er nog de hybride oorlogvoering waarin niet-militaire acties worden ingezet om de vijand te destabiliseren.
In een oorlog, schrijven de auteurs, staat het voortbestaan van een samenleving op het spel. Daarmee komen grote ethische vragen aan de orde. Hoever mag je gaan in het toepassen van geweld? Hoe kun je nog verantwoord beslissen als er maar een paar seconden de tijd is voor een besluit? Gaan wapensystemen autonoom functioneren, dus buiten menselijk handelen om? En een eeuwenoude vraag duikt ook weer op: mag je een tiran vermoorden? Duidelijk is wel dat ethische grenzen in oorlogstijd ver opgerekt zullen worden. Met ethische principes kun je de oorlog verliezen, schrijven de auteurs op bladzijde 263.
Zorgwekkend zijn de potentiële conflicten in de eigen samenleving. We kunnen denken aan de tegenstellingen tussen arm en rijk, progressief en conservatief, seculier en religieus. Ook vetes tussen etnische groeperingen kunnen tot conflicten leiden. Groepsradicalisering is een steeds vaker voorkomend verschijnsel, waarbij jonge mannen elkaar ophitsen [de AIVD signaleerde onlangs dat dit in Nederland een serieus probleem is geworden, H.]. Dit alles verzwakt een land in zijn afweer van buitenlandse agressie.
Over de studentendemonstraties van het afgelopen jaar merken de auteurs op dat deze laten zien dat studenten oprecht betrokken zijn bij oorlogsslachtoffers. Maar tegelijk laten die demonstraties ook zien dat deze jongeren geen idee (b)lijken te hebben van de complexiteit van {moderne} oorlogvoering, noch van het feit dat oorlog ook ons kan bedreigen (blz. 256).
De optelsom van alle genoemde ontwikkelingen is dat we het komende decennium meer oorlog moeten verwachten (bladzijde 159).
Op bladzijde 69 vragen de auteurs zich af hoe het komt dat wij in Nederland geen reëel beeld hebben van oorlog en er ons ook weinig druk over maken. Zij wijzen dan op de val van de Berlijnse Muur in 1989 waarmee het gevoel van oorlogsdreiging verdween. Ik zie het echter eerder als een rode lijn in de Nederlandse geschiedenis, zoals ik in de inleiding op de recensie aangaf.
Op bladzijde 150 signaleren de auteurs dat confrontatie de plaats heeft ingenomen van coöperatie. De handelsoorlog van president Trump is daarvan een sprekend voorbeeld. Datzelfde verschijnsel deed zich voor met het mercantilisme in de tijd van Lodewijk IXV toen eveneens handelstarieven werden ingezet uitgaande van de gedachte dat de winst van de een het verlies van de ander was.
Tot slot: dit is een boeiend, goed geschreven en actueel boek. Ook voor niet-militairen uitstekend te volgen. Een prima gids voor iedereen die het nieuws aandachtig volgt.
Martijn Kitzen is hoogleraar aan de Nederlandse Defensie Academie en de Universiteit Leiden.
Tim Sweijs is onderzoeksdirecteur bij het Haagse Centrum voor Strategische Studies.
Beatrice de Graaf schreef een korte aanbeveling als inleiding op het boek.
ISBN 9789463824453 | Ebook | Omvang 325 bladzijden | Uitgeverij Balans | 18 april 2025
© Henk Hofman, 21 augustus 2025
Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER.