Maarten van Rossem 

Allemaal de schuld van Montgomery
De familie Van Rossem in de laatste oorlogsmaanden
Maarten van Rossem

Wat is er ‘allemaal de schuld van Montgomery’? Montgomery zou volgens Van Rossem verantwoordelijk zijn voor het mislukken van operatie Market Garden in september 1944 met als gevolg dat de Tweede Wereldoorlog met enkele maanden werd verlengd en het Westen van Nederland de hongerwinter moest doorstaan.


De ijdele Montgomery was jaloers op het succes van de Amerikaanse generaal Patton en hij gokte erop dat het Duitse leger op instorten stond. Een snelle opmars vanuit Brabant via Nijmegen en Arnhem naar het noorden van Duitsland zou bijdragen aan de snelle beëindiging van de oorlog in West-Europa. En dat zou dan te danken zijn aan Montgomery en aan de Britse strijdkrachten. Montgomery haalde Eisenhower over om toestemming te geven. De Amerikaanse opperbevelhebber vond Montgomery ‘een egocentrische psychopaat’, (blz. 29) maar gaf toe. Het plan liep uit op een ramp. Volgens Van Rossem had Montgomery zich eerst op de vrije toegang van de haven van Antwerpen via de Schelde moeten richten, zodat de bevoorrading van de geallieerde legers veilig was gesteld.


Eens kijken wat andere auteurs over Montgomery en Market Garden hebben op te merken.


Max Hastings schrijft ook uitvoerig over het falen van Montgomery in deze fase van de oorlog. Na de oorlog zou Montgomery (die vrijwel nooit een fout toegaf) hebben erkend dat het niet vrijmaken van de aanvoerroute naar Antwerpen ‘een zware vergissing’ was (Bron: De slag om Duitsland, 1944-1945, blz. 49). Hastings noemt Montgomery een ‘merkwaardige’ man, wel gerespecteerd door zijn ondergeschikten, maar toch ‘een onaangename persoonlijkheid’ (blz. 56).


Ian Kershaw noemt Montgomery ‘arrogant’ en ‘eigenzinnig’. Het niet-veroveren van de Scheldeoevers en het mislukken van Market Garden was ‘een kostbare vergissing’ van hem (Bron: Tot de laatste man. Duitsland 1944-1945, blz. 80).


Antony Beevor dist hetzelfde verhaal op in “De Tweede Wereldoorlog” (blz, 357, 417, 585). In “De slag om Arnhem” noemt hij operatie Market Garden ‘van meet af aan een heel slecht plan’ (blz. 57). Maar Montgomery gaf de Amerikanen de schuld. Die zouden onvoldoende steun hebben gegeven. Stuitend is ook dat de Poolse generaal Sosabowski, die vanaf het begin de zwakke plekken in Market Garden had onderkend, een gebrek aan leiderschap werd verweten en dat hij de laan werd uitgestuurd. Er zijn dus redenen te over om Montgomery in de woorden van Churchill ‘onuitstaanbaar’ te vinden. (Bron: Norman Stone, De Tweede Wereldoorlog. Een beknopte geschiedenis, blz. 178).


Wie je ook raadpleegt, de historici zijn het erover eens dat de ijdele Montgomery verantwoordelijk is voor het mislukken van Market Garden, al gaat Eisenhower niet geheel vrijuit. Met als gevolg een humanitaire ramp voor Nederland. De titel van dit boekje is dus begrijpelijk en Van Rossem overdrijft er niet mee. In zijn eigen woorden: “Het is wat gechargeerd, maar het kan toch redelijk worden volgehouden: ‘Het was allemaal de schuld van Montgomery’” (blz. 44).


De beschrijving die Van Rossem geeft van operatie Market Garden is glashelder. De twee kaartjes aan het begin van het boek maken het verloop van de veldslag heel inzichtelijk. Hier hanteert een vakman de pen. In kort bestek zet Van Rossem de lijnen uit: de strategische fouten die zijn gemaakt; de gevechtspauze na de inname van Antwerpen (waardoor de haven nog maandenlang niet bruikbaar was voor bevoorrading), de onderschatting van de Duitse gevechtskracht, de keuze van de landingszones en de spreiding van de landing over drie dagen. Interessant is de Duitse analyse die we op blz. 42 aantreffen.


Het volgende deel van het boekje gaat over de nasleep van de Slag om Arnhem: de evacuaties en de Hongerwinter. Het is weer een interessante beschrijving. De Hongerwinter was primair een transportcrisis. Er was ruim voldoende voedsel in Nederland, maar het was slecht verdeeld. De regering in Londen weigerde de staking van het treinpersoneel ongedaan te maken. Daarmee is ze ‘medeschuldig aan de Hongerwinter’ (blz. 61). De Duitsers hadden geen last van de staking, maar voor de bevolking betekende het dat de aanvoer van voedsel en brandstof kwam stil te liggen.


Van Rossem merkt terecht op dat de piloten van geallieerde vliegtuigen werkelijk op alles schoten. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen vriend en vijand, militair en burger. Hetzelfde geldt voor heel veel eindeloze artilleriebeschietingen, die geen militaire betekenis hadden maar wel van bijvoorbeeld Wageningen ‘een dode stad’ maakten. Een observatie waar niets op af te dingen valt. Dat geallieerde soldaten onder andere Nijmegen leegplunderden, is ook geen beste beurt.


Boeiend zijn de cijfers die Van Rossem verstrekt over de Hongerwinter en de gevolgen daarvan. Dat er vooral ouderen overleden, ligt voor de hand. Maar dat er twee keer zoveel mannen stierven aan ondervoeding dan vrouwen is frappant. Is de verklaring dat mannen kwetsbaarder zijn dan vrouwen? Weer wel begrijpelijk is dat het voedselgebrek van moeders verbazend negatieve gezondheidseffecten op de lange termijn had en zelfs in een volgende generatie doorwerkt. Van Rossem baseert dit op grootschalig onderzoek dat in 1994 is gestart en met tussenpozen wordt herhaald.


Het historische verhaal over het laatste oorlogsjaar wordt afgewisseld met brieven die grootvader Arnold van Rossem schreef tussen september 1944 en juni 1945. De brieven getuigen van de zorg die men voor elkaar had, maar ook van meeleven met anderen die het zwaar hadden in de laatste oorlogsmaanden. De brieven zijn natuurlijk vooral van belang voor de naaste familie en vrienden. Buitenstaanders krijgen uit de brieven een beeld van de misère, de honger, de uitputting, de onzekerheid en de angst die het leven van de bevolking tot een hel maakten. “Hoeveel je ook over die oorlog leest, de waanzin schemert er ten slotte altijd doorheen”, schrijft Van Rossem (blz. 99).


Maarten van Rossem is een scherpzinnig historicus. Hij staat echter ook bekend om de stellige uitspraken die hij kan doen. Dat valt in dit boek erg mee. Hij geeft zijn mening in klare taal en goed gefundeerd. Eén keer vliegt hij wat mij betreft wel uit de bocht als hij klakkeloos en plompverloren mensen gelijkstelt met dieren (blz. 98).


Een enkele maal zou een toelichting gewenst zijn, ook al blijkt uit het verband wel dat een ‘salamander’ een kachel is geweest. Maar waarom wordt deze ‘salamander’ genoemd? Weer een ander kacheltje stond bekend onder de naam ‘bolsjewiek’. Wat is de achtergrond daarvan? Ik lees over ‘topinamboers’. Het blijken aardperen te zijn. Op internet zie ik recepten staan om er soep van te maken.


Dit zijn een paar opmerkingen in de marge van wat een heel aantrekkelijk en heel leesbaar boek is geworden.


Maarten van Rossem was bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Hij heeft een groot aantal boeken op zijn naam staan en is betrokken bij verschillende televisieprogramma’s.


ISBN 9789046827864 | Hardcover | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | Omvang 128 blz. | 8 september 2020

© Henk Hofman, 7 september 2020

Lees de reacties op het Forum en/of reageer. Klik HIER