Klaas A.D. Smelik 

De gereedschapskist van de BijbelschrijversDe gereedschapskist van de Bijbelschrijvers
Hoe verhalen in de Bijbel worden verteld
Klaas A.D. Smelik


Klaas Smelik is een vruchtbare en veelzijdige schrijver. Vorig jaar publiceerde hij een boek over de Jodenvervolging in bezet Europa dat ook voor Leestafel.info is gerecenseerd. Iets meer dan een jaar later ligt er een boek over een heel ander onderwerp, namelijk een onderzoek naar de insteek waarmee Bijbelschrijvers hun verhaal vertellen.

Smelik heeft “grote eerbied voor het talent van deze auteurs, die ons met de Bijbel een kostbare schat hebben nagelaten in de vaste overtuiging dat hun werk ook voor latere generaties van betekenis zou blijven” (blz. 8).

Smelik legt de focus op het Oude Testament. Het Nieuwe Testament komt een enkele keer ter sprake. Tal van bekende en minder bekende Bijbelverhalen analyseert hij op inhoud en stijl. Voorkennis van die Bijbelverhalen is niet per se nodig, want de auteur geeft zelf al voldoende informatie om het verhaal te kunnen volgen. Een paar voorbeelden van de Bijbelverhalen die hij aan de orde stelt: Abraham die zijn zoon Isaak moet offeren; Jozef die door zijn broers als slaaf verkocht wordt en vervolgens onderkoning wordt van Egypte; de genezing van de melaatse Syrische legerbevelhebber Naäman; Esther die de aanslag van de Perzische hoveling Haman op het Joodse volk verijdelt; Izebel die Naboth laat vermoorden waarna koning Achab diens wijngaard in bezit krijgt.

Deze verhalen worden niet in één aaneengesloten geheel besproken, maar komen verspreid over diverse hoofdstukken aan de orde, afhankelijk van het stijlmiddel dat Smelik bespreekt.  

Stuk voor stuk zijn het prachtige verhalen. Maar hoe komt het nu dat ze door de eeuwen heen niets van hun glans hebben verloren?

Een kernpunt is dat de Bijbelschrijvers geen woord te veel gebruiken. Ze delen precies genoeg mee om het verhaal te snappen zodat de lezer leemten zelf kan aanvullen en vragen zelf kan beantwoorden. Als Abraham van God de opdracht krijgt zijn eigen zoon te doden, zal hij ongetwijfeld bestormd zijn geweest met emoties. Maar die worden niet benoemd, de lezer kan zelf wel bedenken dat Abraham verscheurd werd door twijfel, afschuw, wanhoop en verdriet. Een ander voorbeeld is te vinden in de analyse van het Bijbelboek Ruth. In dit boek staat Ruth centraal. Toch komt het maar weinig voor dat zij zelf het woord neemt. Dit weerspiegelt haar bescheiden opstelling.

Het boek biedt dus interessante inzichten om de Bijbelverhalen beter te begrijpen. Boeiend is ook dat de verhaaltechnieken van de Bijbelschrijvers hun weg hebben gevonden naar moderne schrijvers. Smelik noemt daar veel voorbeelden van (Harry Mulisch, Anton Tsjechov, Tessa de Loo o.a.). Zelfs schrijvers van thrillers (Agatha Christie) en stripboeken (André Franquin van Robbedoes) hebben hun voordeel gedaan met de aanpak van de Bijbelschrijvers.

Op blz. 39 schrijft Smelik dat Mordechaï zijn nicht Esther bedreigt: zij zal omkomen als Haman slaagt met zijn plan. “Uit zijn bitse woorden blijkt dat Mordechaï niet geïnteresseerd is in het lot van zijn nicht – zij moet gewoon doen wat hij zegt.”  Dit is te kort door de bocht en dat kan blijken uit de gegevens die de Bijbelschrijver eerder in het boek Esther heeft benoemd. Na de dood van haar ouders had Mordechaï zich over Esther ontfermd en haar als zijn dochter aangenomen. Toen zij in de koninklijke harem terechtkwam, ging Mordechaï elke dag informeren hoe het met haar ging. Haar welstand ging hem dus wel degelijk ter harte. Er speelde wat anders een rol. Esther dacht dat ze in de harem en als vrouw van de koning wel buiten bereik van Haman zou zijn. Bovendien had ze haar Joodse afkomst geheimgehouden. Dat had Mordechaï door en daarom zei hij: maak je geen illusies, zodra bekend wordt dat ook jij Jodin bent, zul je zeker ook gedood worden. Dat was dus geen dreigement, maar een aansporing om bij de koning op te komen voor het Joodse volk. Als dat lukte, zou ook zij gespaard blijven.

Een ander punt van aandacht is het getuigenis van de Bijbel dat God de verschillende auteurs heeft geïnspireerd bij het schrijven. Smelik gaat aan dit thema voorbij. Als God uiteindelijk de auteur is, schuilt er achter elk verhaal een plan. Dan kunnen we niet schrijven over een “een soap” (blz. 168), “een verteltruc” (blz. 224) of een wending in het verhaal toeschrijven aan de fantasie van de menselijke schrijver (blz. 215, de bekering van koning Manasse).

Al met al schreef Smelik een boeiend boek dat de lezer veel te bieden heeft. De auteur maakt intrigerende Bijbelverhalen inzichtelijk en begrijpelijk voor de hedendaagse lezer. Het boek is voorzien van een register van besproken Bijbelteksten. De mooie omslag is een ontwerp van Mijke Wondergem.

Klaas A.D. Smelik (1950) studeerde onder meer theologie, archeologie en oude geschiedenis. Hij promoveerde op een studie over koning Saul. Daarnaast is hij deskundige op het gebied van de Jodenvervolging en gaf hij de nagelaten geschriften van Etty Hillesum uit.

ISBN 9789464565560 | Paperback | Omvang 237 blz. | Uitgeverij Walburgpers | 17 juni 2025

© Henk Hofman, 15 juli 2025.

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER