De vermoedens van Mr Whicher
of De moord in Road Hill House
In 1860 wordt in een Engels landhuis een jongetje, drie jaar oud, dood gevonden in een privaat, dat zich buiten het huis bevond. Zijn keel is doorgesneden en hij heeft meerdere steekwonden.
Het kind, Savile Kent, is op dat moment de jongste telg in de familie.
In het huis bevinden zich op dat moment Samuel Kent, met zijn tweede vrouw Mary. Mary is hoogzwanger. Bij hen op de kamer slaapt Mary Amelia, vijf jaar oud. In de kinderkamer liggen Savile (tot de moord) en zijn zusje Eveline van één jaar oud, met hun kindermeisje, Elisabeth Gough. Op de tweede verdieping delen twee inwonende bedienden hun kamer, en daar liggen ook de kinderen uit Samuels eerste huwelijk: Mary Ann (29 jaar) en Elisabeth (28 jaar) samen op een kamer en Constance (16 jaar ) en William(14) ieder in een eigen kamer.
Als de kinderjuf ’s morgens wakker wordt en ziet dat Savile niet in zijn bedje ligt, volgt een zoektocht. Waarbij hij wordt aangetroffen zoals boven beschreven. Later blijkt wel ergens een klein raam open te staan, maar of daar iemand doorheen kon, laat staan met een kind?
Het is eind van de negentiende eeuw, er was nog geen forensisch onderzoek mogelijk. Plus dat men er geen idee van had dat sporen veilig gesteld moesten worden.
Scotland Yard was nog maar net opgericht, recherchewerk stond in de babyschoenen.
Mr Whicher is degene die vanuit Londen naar Road Hill gestuurd wordt, om de moord te onderzoeken,die al veel stof heeft doen opwaaien – want als er niemand van buiten heeft kunnen komen, dan is dus een van de familieleden of bedienden de dader!!
Zoals de titel aangeeft: hij heeft zo zijn vermoedens, maar bewijzen is iets heel anders.
Kate Summerscale heeft het verhaal van de moord gereconstrueerd met behulp van overgeleverde rapporten, krantenberichten, brieven en ander archiefmateriaal. Behalve het verhaal van de moord. Daarnaast vertelt ze ook over Mr Whicher: over zijn carrière en manier van werken. En ze haalt er de schrijvers uit die tijd bij, die ook het een en ander meenden te moeten zeggen, ofwel het onderwerp gebruikten in hun boeken.
Het is een verslag, het is een tijdsbeeld, en het leest niet makkelijk. Of eigenlijk: het leest wel makkelijk, maar alles achter elkaar doorlezen, dat is een hele kluif. Er zit wel spanning in, maar niet de spanning die je bij een moordverhaal verwacht.
Het is dan ook geen misdaadroman: er wordt zoveel over de achtergronden verteld, en over aanverwante zaken, dat het een document op zich geworden is. Heel interessant, en voor degene die met een juiste insteek gaat lezen, zeer de moeite waard.
ISBN 9789046806074 |paperback | 415 pagina’s | Nieuw Amsterdam | mei 2009
Vertaald uit het Engels door Marion op de Camp
© Marjo, 9 april 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER