Hoog geboren
250 jaar adellijk leven in Nederland
Ileen Montijn
'Wie het is, die is het ook'.
Zo luidt de eerste zin van het eerste
hoofdstuk van dit erg leuk geschreven boek over de adel. De adel in Nederland
is over het algemeen niet erg zichtbaar in ons dagelijks leven. Wij kennen ook
niet, zoals de Engelsen, een traditie van boeken en kostuumdrama's over de
adel, waarin de leefwijze en gebruiken van deze groep voor een groot publiek
inzichtelijk wordt gemaakt via boeken of films. Sinds het televisieprogramma Hoe heurt het eigenlijk van Jort Kelder
over nieuw en oud geld in Nederland, hebben we wellicht wat meer, maar wel zeer
beperkt, een inkijkje in het leven van sommige van onze edellieden gekregen.
Wie het is, die is het ook. Met die zin bedoelt de schrijfster dat soms
niet-adellijke families erkenning kregen op grond van het simpele feit dat zij
de stadhouder wisten te overtuigen dat zij van een oud adellijk geslacht
afstamde.
Zo ook de familie Ploos van Amstels, waarvan later bleek dat hun hele
oude stamboom niet klopte. Toch mochten ze 'lid' blijven van de Nederlandse
adel, want om hen dat nou af te pakken.
In het boek lezen we dat door de gelijkheidsidealen van de Franse Revolutie de
adel meer zijn best moest gaan doen in de samenleving. Echter het zou nog tot
het einde van de Eerste Wereldoorlog duren voordat de adel niet meer als de
'hoogste stand' in de maatschappij zou worden gezien. Dit mede onder invloed
van de revolutie in 1917 in Rusland, waarbij de adel een goed heenkomen moest
zoeken. Zij moesten beroepen gaan uitoefenen als trambestuurder of ze werden
taxichauffeur in Parijs. Ik moet hierbij ook meteen denken aan het boek
Diplomaat van de Tsaar van Angela Dekker, met als ondertitel De ballingen van
de Russische Revolutie, dat ik onlangs nog recenseerde.
Na de Tweede Wereldoorlog breekt volgens Yme Kuiper een periode van het 'grote
wegduiken' aan bij de adel. Standsverschillen werden hopeloos ouderwets
gevonden, in een moderne democratie mocht aangeboren onderscheid geen rol meer
spelen. Volgens jonkheer Rudolph van Weede had je echt last van zo'n titel en
hij maakt melding van de ervaring van een kennis die door een collega te kijk
werd gezet door luidkeels over de afdeling te roepen: 'Jongens! Onze Alexander
is … baron!'
Vanaf de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw vindt opnieuw een ommekeer
plaats. Sociologen en historici gaan zich voor de elite interesseren.
Vanaf de jaren '80 van de vorige eeuw wordt er weer over de adel gepubliceerd
en is men 'de schaamte voorbij', zo schrijft Montijn, waarna zij van start gaat
met een uitgebreide beschrijving van het adellijk leven. In hoofdstukken met
titels als Het belang van de stam, Decor van het adellijk leven en Noblese Oblige
beschrijft Montijn hoe het leven was en hoe het heden ten dage is voor
adellijke families.
Bijvoorbeeld dat 'Een gewone sterveling
met afwijkend gedrag wordt gek genoemd, en eventueel opgesloten of naar de
dokter gestuurd. Een edelman met hetzelfde gedrag vormt de bevestiging van het
cliché van de dwaze edelman. Het beroemdste voorbeeld daarvan is Don Quichot.'
In dit hoofdstuk haalt de schrijfster ook de sketch van Monty Python Flying
Circus, de competitie voor upper class twit of het year aan. Deze sketch
is terug te vinden op youtube en dan weten we meteen wat ze bedoelt.
Het boek is daarmee niet een hele droge opsomming van het leven van de adel
geworden, maar een levendig verhaal waardoor dat leven als het ware zichtbaar
wordt voor de 'gewone' man en vrouw. Met name gebeurt dit in de hoofdstukken
Decor van het adellijk leven en Onder ons, waarbij het sub-hoofdstuk Liefdewerk
een speciale plaats inneemt. Hierin beschrijft de schrijfster dat er voor de
adel een christelijke plicht is tot naastenliefde die deel uitmaakt van de
ridderlijke idealen: 'wie aan de keukendeur komt, mag niet met een lege maag
worden weggestuurd.', maar dat aan de andere kant moraal meer iets is voor het
volk. Uit een anti-adellijke satire uit 1800 stamt de zin:'[…] een burger geeft een aalmoes,
wanneer een arme bedelaar hem om brood smeekt, het is genoeg dat wij Edelen hem
vergunnen te bedelen...'
Deze mooie vondsten uit allerlei bronnen maken het boek van Montijn heel erg
plezierig om te lezen.
Over
de auteur: Ileen Montijn is historica, schrijfster en columniste. In 2002 verscheen
van haar Naar buiten! Het verlangen naar landelijkheid in de negentiende en
twintigste eeuw (herdrukt in november 2013). Haar boek Leven op stand 1890-1940 is alom
geprezen als een even origineel als onderhoudend standaardwerk over het
huiselijke leven van de Nederlandse bovenlaag.
Meer informatie is op haar site terug te
vinden.
ISBN 9789045025360 | Paperback 448 pagina's | Atlas Contact |
november 2013
© Ria, 28 mei 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER