Poetin
De binnenkant van de macht
Hubert Seipel
De auteur is een gerenommeerde Poetin-expert, de enige Westerse journalist die directe toegang had tot Poetin en met hem op staatsbezoek mocht gaan. Maar in november 2023 bleek dat hij 600.000 euro heeft gekregen van de Russische multimiljardair en Poetin-vriend Aleksej Mordasjov, eigenaar van Severstal, het grootste staalbedrijf van Rusland. Die schenking verliep via de Britse Maagdeneilanden, maar kwam toch uit via ‘Cyprus Confidential’, een onderzoeksproject. Seipel geeft toe dat Mordasjov zijn ‘boekprojecten’ steunde, maar dat hij geen verplichting had tegenover zijn sponsor wat de inhoud betreft.
Het boek bestaat uit 21 hoofdstukken, die ook los van elkaar gelezen kunnen worden. Het dateert van voor de invasie in Oekraïne, maar het begint wel in Oekraïne met de schuldvraag omtrent het neerhalen van MH17.
Seipel oordeelt zoals Poetin: Oekraïne is de schuldige (p. 24-26). Hij kende toen nog niet het oordeel van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, van 9 juli 2025, waarin Rusland schuldig bevonden werd aan het neerhalen van het vliegtuig, aan desinformatie en aan het hinderen van het onderzoek.
De spanningen tussen Poetin en Merkel komen enkele keren aan bod: ze gaan o.a. over de annexatie van de Krim en een tentoonstelling van de Goudschat van Eberswalde in 2013. Deze was in 1945 geroofd door Sovjet-soldaten, maar ze zal in de Hermitage blijven. Poetin ergert zich al sinds 2001 aan de uitbreiding van de NAVO, ondanks de beloftes van Genscher en Baker in 1990 om zich te beperken tot de DDR. Poetin houdt Gorbatsjov verantwoordelijk voor het niet op papier zetten van deze belofte. Solzjenitsyn waarschuwde al in 2007 dat Oekraïne zeer verwant is met Rusland en niet thuishoort bij de NAVO (p. 83-84).
In 2003-2007 zorgde Poetin voor de hereniging van de Russisch-Orthodoxe Kerk, die in 1927 uit elkaar was gevallen door de collaboratie met het atheïstisch regime van Stalin (p. 73-74). In 2010 kreeg deze Kerk het grootste deel van haar eigendommen terug en werd ze één van de grootste onroerend goedbezitters van Rusland. Volgens zijn biechtvader Tichon is Poetin een praktiserend christen. De Oekraïners merken daar niets van.
In november 2012 is een wet goedgekeurd die de honderden ngo’s die buitenlands geld ontvangen, verplicht zich te registreren als ‘buitenlands agent’, een zeer negatief begrip in Rusland. USAID werd als eerste gesloten. Tussen 1992 en 2012 investeerde het 2,7 miljard dollar in projecten in Rusland (p. 91-93).
Poetin ergert zich eraan dat het buitenland zich bemoeit met de homo-wetgeving van juni 2013: buitenlanders riskeren zware straffen als ze in Rusland informatie verstrekken of deelnemen aan demonstraties voor homoseksualiteit. 70% van de Russen staan aan de kant van Poetin en wijzen homoseksualiteit af. En in 2012 keurde 86% van de Russen, inclusief Navalny, het optreden van Pussy Riot in de Christus-Verlosserskathedraal af (p.96-100).
Seipel beschrijft ook de relatie van Poetin met de oligarchen Berezovski en Abramovitsj en de bedenkelijke rol in de herverkiezing van Jeltsin in 1996. Uiteindelijk schakelde Poetin een aantal oligarchen uit, o.a. Chodorkovski. Seipel beschouwt hem als een grote fraudeur.
Jeltsin bevorderde zijn trouwe medewerker eerst tot chef van de FSB (1996), dan tot premier (1999) en op 31 december 1999 tot president. Hij moest de armoede, die tijdens Jeltsin was ontstaan, weer wegwerken. Seipel zegt er niet bij dat Poetin de corrupte familie Jeltsin vrijwaarde voor vervolging.
De ondergang van de onderzeeër Koersk met 118 doden op 12 augustus 2000 was een ramp, die door Poetin compleet verkeerd ingeschat werd: hij ging in Sotsji verder met waterskiën en zonnebaden. Buitenlandse hulp werd afgewezen uit angst voor spionage! Pas na 11 dagen spoedde Poetin zich naar de vlootbasis, waar woedende familieleden hem uitkafferden. Berezovski toonde dan de hulpeloze Poetin op de staatstelevisie. Poetin was woedend (p. 154-155).
Op de NAVO-top in Boekarest (2-4 april 2008) wou Bush Oekraïne en Georgië toelaten tot de NAVO, maar er kwam verzet van Frankrijk, Duitsland, Italië, de Benelux en Poetin. Poetin zei daar: “Wij hebben ook belangen in Oekraïne. Er wonen 17 miljoen Russen en onze Zwarte Zeevloot ligt op de Krim.” (p. 194). Die 17 miljoen is flink overdreven: het zijn er 17% of ca. 7 miljoen.
Bij het conflict om Zuid-Ossetië in augustus 2008 veroordeelt Seipel de Georgiërs als aanvallers en zegt hij dat het Westen elke kans benut om Rusland te destabiliseren. Het omgekeerde is ook waar. Het conflict kostte het leven aan honderden mensen: Zuid-Osseten, Russen, Georgiërs (p. 181-189). Seipel behandelt eerst de Georgische oorlog (7-13 augustus), dan de NAVO-top (2-4 april) in plaats van de chronologische volgorde te respecteren.
De Duitse, Franse en Amerikaanse president kwamen niet naar de Olympische Spelen van Sotsji (2014) wegens de steun van Poetin aan Assad in Syrië. Daar werd gifgas gebruikt. Seipel betwijfelt of het van Assad kwam dan wel van de islamitische fundamentalisten. Obama en Human Rights Watch waren zeker dat Assad de schuldige was (p. 200-216).
Oekraïne en Maidan komen meermaals aan bod. De EU stelde een associatieverdrag voor, Poetin bood 15 miljard om Oekraïne bij zijn Oostelijk Partnerschap te krijgen en hij stelde een vrijhandelszone voor van Vladivostok tot Lissabon. De EU was niet geïnteresseerd (p. 225-226).
Volgens Seipel stond Oekraïne toen voor 30 miljard dollar in het krijt bij Rusland, ging 50% van zijn export naar Rusland en 45% naar de EU (p. 235). Hij zegt er niet bij dat het parlement voor de EU stemde.
In februari 2014 werd de confrontatie op Maidan zeer hard: er vielen doden, zowel bij de demonstranten als bij de politie. Poetin noemde het een couppoging tegen Janoekovitsj. Deze vluchtte naar Charkiv en vandaar naar Rusland. Het parlement zette hem dan af met 328 van de 450 stemmen.
Met de val van Janoekovitsj was voor Poetin een rode lijn overschreden: hij veroverde de Krim en stuurde soldaten naar de opstandige regio’s Donetsk en Loegansk, die zich met Russische hulp konden afscheiden van Oekraïne. Oekraïne probeerde van 2014 tot 2022 tevergeefs deze regio’s te heroveren. De onderhandelingen over vrede en autonomie in Oost-Oekraïne mislukten helaas. Seipel zegt niets over de concentratiekampen die in Donetsk en Loegansk zijn ingericht voor wie Oekraïne-gezind is.
In september 2014 opende Poetin de Sila Sibiri of de kracht van Siberië, de nieuwe gasleiding naar China, zijn trouwste bondgenoot in de oorlog tegen Oekraïne. In 2015 haalde hij populariteitscijfers van 89%, deels door de Krim, deels omdat de armoede gezakt was van 33% in 1999 naar 11% en de levensverwachting gestegen was van 65 naar 70 (p. 272-273). De corruptie was helaas niet uitgeroeid. Het boek eindigt in de zomer van 2015.
Beoordeling
Seipel is zeer goed op de hoogte van de gebeurtenissen in Oekraïne en Rusland. Hij geeft getrouw het standpunt van Poetin weer en het is niet slecht dat we dat ook eens lezen.
Een chronologische volgorde ontbreekt totaal. Soms uit hij wel wat kritiek op Poetin, o.a. dat hij altijd bewust te laat komt (p. 45, 61, 87, 101, 268), dat er in december 2011 tot maart 2012 voor het eerst (en voor het laatst) massabetogingen tegen hem waren (p. 63) en dat hij de ondergang van de Koersk met 118 doden verkeerd inschatte (p. 153).
Een kaart ontbreekt: de lezer mag zelf opzoeken waar Krasnaja Poljana (p. 39), Koezbass (p. 131), Tsjoekotka (p. 158), Segezja (p. 162), Neftejoegansk (p. 165), Tsinvali (p. 189) en Vladikavkaz (p. 190) liggen.
De uitgever mag er wat slordigheden uithalen: de brokstukken van MH17 lagen verspreid, niet over ‘35 m²’(p. 25), maar over 35 km². ‘Heef’ op p. 40 moet heeft zijn, ‘presidet’ (p. 57) is president, ‘2001’ op p. 63 is 2011, na zijn ‘geboorten’ (p. 71) is geboorte, ‘vis’ (p. 80) is via, ‘Areoflot’ (p. 115) is Aeroflot, ‘moeten’ (p. 118) is moet, ‘is belandt’ (p. 130) moet zijn: is beland. ‘Vergen’ (p. 139) veranderen we in vergt, ‘moraal waardevol’(p. 200) in moreel, ‘vermelde’ (p. 224) in vermeldde, ‘is’ Charkiv in ‘in’ Charkiv. ‘
Arseni Janoekovitsj’ (p. 243) moet zijn tegenstander Arseni Jatsenjoek zijn en ‘VN’ (p. 250) is VS. Seipel beweert dat Rusland de meeste medailles haalde op de Olympische Spelen (p. 199). Dat is er ver naast: de VS staan op kop met 2.760 of bijna driemaal zoveel als de SU/Rusland met 1.010. Bij de Winterspelen leidt Noorwegen met 405 tegenover de SU/Rusland op de vierde plaats met 194. De lezer mag dus kritisch zijn.
Poetin
De binnenkant van de macht
Hubert Seipel
De auteur is een gerenommeerde Poetin-expert, de enige Westerse journalist die directe toegang had tot Poetin en met hem op staatsbezoek mocht gaan. Maar in november 2023 bleek dat hij 600.000 euro heeft gekregen van de Russische multimiljardair en Poetin-vriend Aleksej Mordasjov, eigenaar van Severstal, het grootste staalbedrijf van Rusland. Die schenking verliep via de Britse Maagdeneilanden, maar kwam toch uit via ‘Cyprus Confidential’, een onderzoeksproject. Seipel geeft toe dat Mordasjov zijn ‘boekprojecten’ steunde, maar dat hij geen verplichting had tegenover zijn sponsor wat de inhoud betreft.
Het boek bestaat uit 21 hoofdstukken, die ook los van elkaar gelezen kunnen worden. Het dateert van voor de invasie in Oekraïne, maar het begint wel in Oekraïne met de schuldvraag omtrent het neerhalen van MH17.
Seipel oordeelt zoals Poetin: Oekraïne is de schuldige (p. 24-26). Hij kende toen nog niet het oordeel van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, van 9 juli 2025, waarin Rusland schuldig bevonden werd aan het neerhalen van het vliegtuig, aan desinformatie en aan het hinderen van het onderzoek.
De spanningen tussen Poetin en Merkel komen enkele keren aan bod: ze gaan o.a. over de annexatie van de Krim en een tentoonstelling van de Goudschat van Eberswalde in 2013. Deze was in 1945 geroofd door Sovjet-soldaten, maar ze zal in de Hermitage blijven. Poetin ergert zich al sinds 2001 aan de uitbreiding van de NAVO, ondanks de beloftes van Genscher en Baker in 1990 om zich te beperken tot de DDR. Poetin houdt Gorbatsjov verantwoordelijk voor het niet op papier zetten van deze belofte. Solzjenitsyn waarschuwde al in 2007 dat Oekraïne zeer verwant is met Rusland en niet thuishoort bij de NAVO (p. 83-84).
In 2003-2007 zorgde Poetin voor de hereniging van de Russisch-Orthodoxe Kerk, die in 1927 uit elkaar was gevallen door de collaboratie met het atheïstisch regime van Stalin (p. 73-74). In2010 kreeg deze Kerk het grootste deel van haar eigendommen terug en werd ze één van de grootste onroerend goedbezitters van Rusland. Volgens zijn biechtvader Tichon is Poetin een praktiserend christen. De Oekraïners merken daar niets van.
In november 2012 is een wet goedgekeurd die de honderden ngo’s die buitenlands geld ontvangen, verplicht zich te registreren als ‘buitenlands agent’, een zeer negatief begrip in Rusland. USAID werd als eerste gesloten. Tussen 1992 en 2012 investeerde het 2,7 miljard dollar in projecten in Rusland (p. 91-93).
Poetin ergert zich eraan dat het buitenland zich bemoeit met de homo-wetgeving van juni 2013: buitenlanders riskeren zware straffen als ze in Rusland informatie verstrekken of deelnemen aan demonstraties voor homoseksualiteit. 70% van de Russen staan aan de kant van Poetin en wijzen homoseksualiteit af. En in 2012 keurde 86% van de Russen, inclusief Navalny, het optreden van Pussy Riot in de Christus-Verlosserskathedraal af (p.96-100).
Seipel beschrijft ook de relatie van Poetin met de oligarchen Berezovski en Abramovitsj en de bedenkelijke rol in de herverkiezing van Jeltsin in 1996. Uiteindelijk schakelde Poetin een aantal oligarchen uit, o.a. Chodorkovski. Seipel beschouwt hem als een grote fraudeur.
Jeltsin bevorderde zijn trouwe medewerker eerst tot chef van de FSB (1996), dan tot premier (1999) en op 31 december 1999 tot president. Hij moest de armoede, die tijdens Jeltsin was ontstaan, weer wegwerken. Seipel zegt er niet bij dat Poetin de corrupte familie Jeltsin vrijwaarde voor vervolging.
De ondergang van de onderzeeër Koersk met 118 doden op 12 augustus 2000 was een ramp, die door Poetin compleet verkeerd ingeschat werd: hij ging in Sotsji verder met waterskiën en zonnebaden. Buitenlandse hulp werd afgewezen uit angst voor spionage! Pas na 11 dagen spoedde Poetin zich naar de vlootbasis, waar woedende familieleden hem uitkafferden. Berezovski toonde dan de hulpeloze Poetin op de staatstelevisie. Poetin was woedend (p. 154-155).
Op de NAVO-top in Boekarest (2-4 april 2008) wou Bush Oekraïne en Georgië toelaten tot de NAVO, maar er kwam verzet van Frankrijk, Duitsland, Italië, de Benelux en Poetin. Poetin zei daar: “Wij hebben ook belangen in Oekraïne. Er wonen 17 miljoen Russen en onze Zwarte Zeevloot ligt op de Krim.” (p. 194). Die 17 miljoen is flink overdreven: het zijn er 17% of ca. 7 miljoen.
Bij het conflict om Zuid-Ossetië in augustus 2008 veroordeelt Seipel de Georgiërs als aanvallers en zegt hij dat het Westen elke kans benut om Rusland te destabiliseren. Het omgekeerde is ook waar. Het conflict kostte het leven aan honderden mensen: Zuid-Osseten, Russen, Georgiërs (p. 181-189). Seipel behandelt eerst de Georgische oorlog (7-13 augustus), dan de NAVO-top (2-4 april) in plaats van de chronologische volgorde te respecteren.
De Duitse, Franse en Amerikaanse president kwamen niet naar de Olympische Spelen van Sotsji (2014) wegens de steun van Poetin aan Assad in Syrië. Daar werd gifgas gebruikt. Seipel betwijfelt of het van Assad kwam dan wel van de islamitische fundamentalisten. Obama en Human Rights Watch waren zeker dat Assad de schuldige was (p. 200-216).
Oekraïne en Maidan komen meermaals aan bod. De EU stelde een associatieverdrag voor, Poetin bood 15 miljard om Oekraïne bij zijn Oostelijk Partnerschap te krijgen en hij stelde een vrijhandelszone voor van Vladivostok tot Lissabon. De EU was niet geïnteresseerd (p. 225-226). Volgens Seipel stond Oekraïne toen voor 30 miljard dollar in het krijt bij Rusland, ging 50% van zijn export naar Rusland en 45% naar de EU (p. 235). Hij zegt er niet bij dat het parlement voor de EU stemde. In februari 2014 werd de confrontatie op Maidan zeer hard: er vielen doden, zowel bij de demonstranten als bij de politie. Poetin noemde het een couppoging tegen Janoekovitsj. Deze vluchtte naar Charkiv en vandaar naar Rusland. Het parlement zette hem dan af met 328 van de 450 stemmen. Met de val van Janoekovitsj was voor Poetin een rode lijn overschreden: hij veroverde de Krim en stuurde soldaten naar de opstandige regio’s Donetsk en Loegansk, die zich met Russische hulp konden afscheiden van Oekraïne. Oekraïne probeerde van 2014 tot 2022 tevergeefs deze regio’s te heroveren. De onderhandelingen over vrede en autonomie in Oost-Oekraïne mislukten helaas. Seipel zegt niets over de concentratiekampen die in Donetsk en Loegansk zijn ingericht voor wie Oekraïne-gezind is.
In september 2014 opende Poetin de Sila Sibiri of de kracht van Siberië, de nieuwe gasleiding naar China, zijn trouwste bondgenoot in de oorlog tegen Oekraïne. In 2015 haalde hij populariteitscijfers van 89%, deels door de Krim, deels omdat de armoede gezakt was van 33% in 1999 naar 11% en de levensverwachting gestegen was van 65 naar 70 (p. 272-273). De corruptie was helaas niet uitgeroeid. Het boek eindigt in de zomer van 2015.
Beoordeling
Seipel is zeer goed op de hoogte van de gebeurtenissen in Oekraïne en Rusland. Hij geeft getrouw het standpunt van Poetin weer en het is niet slecht dat we dat ook eens lezen. Een chronologische volgorde ontbreekt totaal. Soms uit hij wel wat kritiek op Poetin, o.a. dat hij altijd bewust te laat komt (p. 45, 61, 87, 101, 268), dat er in december 2011 tot maart 2012 voor het eerst (en voor het laatst) massabetogingen tegen hem waren (p. 63) en dat hij de ondergang van de Koersk met 118 doden verkeerd inschatte (p. 153).
Een kaart ontbreekt: de lezer mag zelf opzoeken waar Krasnaja Poljana (p. 39), Koezbass (p. 131), Tsjoekotka (p. 158), Segezja (p. 162), Neftejoegansk (p. 165), Tsinvali (p. 189) en Vladikavkaz (p. 190) liggen.
De uitgever mag er wat slordigheden uithalen: de brokstukken van MH17 lagen verspreid, niet over ‘35 m²’(p. 25), maar over 35 km². ‘Heef’ op p. 40 moet heeft zijn, ‘presidet’ (p. 57) is president, ‘2001’ op p. 63 is 2011, na zijn ‘geboorten’ (p. 71) is geboorte, ‘vis’ (p. 80) is via, ‘Areoflot’ (p. 115) is Aeroflot, ‘moeten’ (p. 118) is moet, ‘is belandt’ (p. 130) moet zijn: is beland. ‘Vergen’ (p. 139) veranderen we in vergt, ‘moraal waardevol’(p. 200) in moreel, ‘vermelde’ (p. 224) in vermeldde, ‘is’ Charkiv in ‘in’ Charkiv. ‘Arseni Janoekovitsj’ (p. 243) moet zijn tegenstander Arseni Jatsenjoek zijn en ‘VN’ (p. 250) is VS. Seipel beweert dat Rusland de meeste medailles haalde op de Olympische Spelen (p. 199). Dat is er ver naast: de VS staan op kop met 2.760 of bijna driemaal zoveel als de SU/Rusland met 1.010. Bij de Winterspelen leidt Noorwegen met 405 tegenover de SU/Rusland op de vierde plaats met 194. De lezer mag dus kritisch zijn.
ISBN 978-94-921-6120-8 | Paperback | 315 pagina's | Uitgeverij De Blauwe Tijger, Groningen, oktober 2016.
Vertaling van: ‘Putin. Innenansichten der Macht’ (oktober 2015) door Christoph Chin-Sue
©Jef Abbeel, juli-augustus 2025 www.jefabbeel.be
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER