La Chine de Xi Jinping
Menace pour la paix et l’ordre mondial
Claude Meyer
De auteur is Azië-specialist en beweert dat China wereldleider wil worden en een nieuwe wereldorde wil creëren. Dat zou een bedreiging zijn voor de wereldvrede. Het ‘Middenrijk’ was volgens hem al wereldleider tot aan de ‘Eeuw van de Vernedering’ (1839-1949, p.16, 21, 27), maar hiervoor brengt hij geen bewijzen aan. Er waren trouwens geen statistieken. Opmerkelijk is ook dat China de vreemde overheersers daarvoor, de Mongolen van 1279 tot 1368 en de Mantsjoes van 1644 tot 1911, niet bij die vernederingen rekent. Meyer beweert dat China tot 1800 33% van de wereldproductie vertegenwoordigde tegenover 23% voor Europa (p. 27). Hier noemt hij geen bron, elders altijd wel.
De economische opgang sinds 1978 is ongezien in de geschiedenis. Sinds 2009 is China de eerste exporteur van de wereld, met nu 15% tegen 8,3 % voor de VS en sinds 2010 de eerste industriële macht. Nu is China goed voor 18% van de wereldproductie tegenover 1% in 1980. Tussen 1980 en 2017 was de jaarlijkse groei 9,6% (p.30-33). Biden en Trump reageerden met invoertarieven.
In de financiële wereld klopt China de VS ook: de grootste vier banken zijn Chinees. De gezinnen sparen 27% van hun inkomen, maar dat inkomen is slechts 1/6de van het Amerikaanse. Die banken lenen vooral geld uit aan Chinese staatsbedrijven, aan de Amerikaanse regering en aan 150 landen van het zuiden.
Nooit eerder heeft een arm land zoveel geld uitgeleend aan een rijk (767 miljard $): elke Amerikaan heeft een Chinese schuld van 2.300 dollar. China bezit ook 10% van de Europese schuld, vooral Duitse en Franse.
Maar de yuan wordt internationaal te weinig erkend: hij vertegenwoordigt 2,4% van de internationale reserves tegen 18,3 % voor de euro en 54,7% voor de dollar (p.52-70).
Meyer noemt de investeringen in Westerse bedrijven beperkt, maar tegelijk somt hij er een resem op waarin China minstens 1 miljard dollar geïnvesteerd heeft: Volvo, Daimler, Peugeot, Club Med, Kuka, HSBC, Barclays, BP etc. De westerse markten staan daarvoor open, de Chinese is grotendeels afgesloten (p.63-67).
De Nieuwe Zijderoute (2013-?) is het project van de eeuw. Hiermee laat China de VS en de EU ver achter zich: hun ‘Build Back Better World Initiative’ en ‘Global Gateway’ raakten amper bekend (p.84). Meyer heeft wel kritiek op het Chinees neokolonialisme in Afrika: het haalt grondstoffen weg met eigen personeel en dumpt er goedkope producten ten koste van de lokale bedrijfjes.
Het leger wordt elk jaar sterker. Het staat onder de CCP/Chinese Communistische Partij, die de baas is over alles. De zwakste kant is dat het geen oorlogservaring heeft sinds de nederlaag tegen Vietnam in 1979. Het is niet zeker dat het in 2049 even sterk zal zijn als het Amerikaanse, dat meer dan genoeg oorlogservaringen heeft.
Xi wil een nieuwe wereldorde, die antiwesters en China-centrisch is. Zijn assertieve buitenlandse politiek van inmenging in andere landen is een complete breuk met de voorzichtige diplomatie van Deng. Die inmenging neemt diverse vormen aan: spionage door wetenschappers bij westerse universiteiten en bedrijven, Confucius-instituten, media, omkopen van politici, sancties, 34 illegale politieposten in Europa (p. 275-280). In Afrika en Latijns-Amerika heeft China een positief imago, in Europa en Noord-Amerika een negatief (p.107-131).
China heeft 700 miljoen mensen uit de armoede gehaald. Tegelijk is de ongelijkheid (met 969 dollar-miljardairs in 2023) groter dan in de VS: 1% bezit 35% van de rijkdom, 25% armen slechts 1%. De oostelijke kustprovincies zijn vijf keer zo rijk als de centrale en de westerse (p. 259).
Voor mensenrechten staat Rusland op plaats 150 en China op plaats 177 van 195 landen (p.153-156). Sinds de Russische inval in Oekraïne is de handel tussen China en Rusland meer dan verdubbeld. China levert alles, o.a. chips en halfgeleiders voor de oorlogsindustrie. In hun onderlinge handel vervangen de yuan en de roebel steeds meer de dollar (p. 157-160).
Al in 2021 verklaarde Xi dat de verovering van Taiwan zijn doel was. Hij wil de geschiedenis ingaan als de man die China één gemaakt heeft. De meeste Taiwanezen willen dat niet en denken aan de brutale repressie van Hongkong. Hoewel China beweert dat Taiwan sinds de Oudheid bij China hoort, was dat enkel tussen 1683 en 1895, dus 212 jaar. De VS steunen Taiwan, maar ze beloven geen soldaten. Een echte oorlog zou verwoestende gevolgen hebben. Het Chinese streven naar hegemonie bedreigt de vrede in Oost-Azië: China wil de controle over heel de Oost- en Zuid-Chinese Zee ten koste van vijf andere landen. In de Oost-Chinese Zee maakt het ruzie met Japan over de Senkakoe-eilanden, die slechts 7 km² beslaan. In de Zuid-Chinese Zee vindt 15% van de wereld-visvangst plaats, treft men 13% van de gasreserves aan en ze bevat ook veel zeldzame metalen. In 2016 heeft het Internationaal Gerechtshof van Den Haag zich hierover uitgesproken ten voordele van de Filippijnen, maar China trekt zich daar niets van aan (p.175-180).
De Chinese ambities botsen wel op enkele uitdagingen: vastgoedproblemen, schulden (272% BBP, zoals de VS), vergrijzing, jeugdwerkloosheid van 21% en minder vertrouwen van de elite in Xi.
De vruchtbaarheidsgraad ligt op 1,3 en in Shanghai en Peking zelfs op 0,74 en 0,87.Verklaringen zijn de hoge kosten van huisvesting en onderwijs, de emancipatie van de vrouwen en hun professionele ambities.
In 1960 was de levensverwachting 44 jaar, nu 77. In 2035 zullen er 400 miljoen gepensioneerden zijn en zal China oud zijn voordat het rijk is (p. 217-241). Momenteel telt het ‘atheïstische’ China bijna vier keer meer gelovigen dan partijleden: 350 t.o. 95 miljoen.
Het aantal CCP-leden is wel gestegen naar 100 miljoen: 69% mannen, 31% vrouwen (Sinocism, 01.07.25).
De CCP controleert en vervolgt de godsdiensten en alle burgerbewegingen. Honderden mensenrechtenactivisten zijn aangehouden. Het gedachtegoed van Xi vervangt het vrije denken op de universiteiten. Taiwan, Tibet en Tiananmen mogen er niet aan bod komen. Professoren worden gecontroleerd en verklikt. Geheim Document nummer 9 somde in 2013 de zeven Westerse gevaren op: democratie, vrije markt, universele waarden, vrijheid van pers, burgerrechten, onafhankelijke rechterlijke macht en de historische vergissingen van de partij (p. 250). Voor persvrijheid staat China op plek 172 van 180, voor godsdienstvrijheid is het nog erger. In 1949 waren er 120.000 boeddhistische monniken, in 2020 nog 46.000. Het christendom verontrust de CCP nog meer: deze ‘vreemde’ godsdienst telt bijna evenveel leden als de CCP: 70 miljoen protestanten en 12 miljoen katholieken. De repressie is hard. Het Sociaal Kredietstelsel beloont of bestraft bedrijven en individu’s, het dient vooral om hen te controleren, maar het geniet grote steun bij de bevolking: 80% keurt het goed (p. 256-257).
Het milieu is een ramp: 300 miljoen plattelandsbewoners consumeren ondrinkbaar water en 20 van de 30 meest vervuilde steden zijn Chinees. China heeft de meeste koolmijnen, maar tegelijk is het wereldkampioen in zonnepanelen, windturbines en elektrische auto’s.
Vele jongeren verkiezen tang ping/blijven liggen boven de 996: werken van 9 tot 9, gedurende 6 dagen per week. De bedrijfsleiders zijn ongerust, omdat Xi de ideologie belangrijker vindt dan de economie. De controle op Alibaba, Tencent, JD.com e.a. is versterkt, Alibaba kreeg een boete van 2,8 miljard dollar, waardoor de groei is afgeremd. De buitenlandse investeringen zijn in 2023 ingestort tot het laagste niveau sinds 1993. Het aantal Chinese startups daalde van 51.302 in 2018 naar slechts 1.202 in 2023 (p. 263-266). Meyer beweert dat er binnen de top van de CCP twee fracties zijn: een elitaire uit de rijke provincies met Xi en een plebejische uit de arme provincies met Hu Jintao, Wen Jiabao en Li Keqiang. De partij staat dus ook voor grote uitdagingen. Maar zolang als de bevolking met 95,5% tevreden is over de centrale regering, zal de CCP vlot kunnen overleven (p. 263-270).
Het tiende en laatste hoofdstuk gaat over de EU. China is onze eerste importeur met 20,5%, maar slechts de derde voor export (8,8%). Het handelsdeficit wordt groter, niet enkel door Chinese subsidies, maar ook door hun technologische voorsprong, zeker in chips en batterijen. Europa heeft bovendien een 30% lagere productiviteit dan de VS, zodat onze achterstand dubbel is. Afrika gaat gebukt onder een Chinese schuldenlast van 180 miljard dollar, China is er alomtegenwoordig en toch blijft de EU de eerste handelspartner en investeerder. Europa kan China anders benaderen dan de VS door zijn historische banden, zijn ander economisch en sociaal systeem en zijn multilateralisme. Maar ons aandeel in het mondiaal BBP is gedaald van 19% in 2000 naar 15% in 2023. De VS zijn ook gedaald, van 21 naar 16%, China is gestegen van 7 naar 18%! En door de winst van nationalistische en extreme partijen in juni 2024 is het Europees project verzwakt: een kwart van het Europees parlement is nu populist en vaak Euro-sceptisch. De strategische autonomie van de EU is dus beperkt als evenwichtsfactor tussen China en de VS. De agressieve dreiging van Rusland, Iran en China versterkt wel de Europese samenwerking (p.293-295).
Beoordeling
Meyer waarschuwt duidelijk voor de Chinese dreiging. Zijn sterkte zit vooral in het cijfermateriaal: bijna alle stellingen voorziet hij van statistieken. Zijn bronnen zijn zowel Chinees als internationaal. De EU en de VS zijn dus gewaarschuwd: Xi wil de eerste plaats veroveren, maar de Amerikaanse economie en hun leger blijven voorlopig nummer één.
Van de lezer wordt wel wat kennis van de economie verwacht. Enkele opmerkingen: vele titels van boeken staan in de voetnoten, maar niet in een overzichtelijke bibliografie. Het boek staat vol afkortingen: een deel wordt verklaard op p. 9-10, een groter deel niet. De lezer mag dus zelf uitzoeken wat BATX, BTP, CDB, PBoC etc. betekenen. De Engelse afkortingen omschrijft hij in het Frans: ADIZ is dus Zone d’Identification de Défense Aérienne i.p.v. Air Defense Identification Zone. Hij vermeldt de importtarieven van Trump van 2018, niet die van 2025.
Hij zegt dat België en Nederland samen 36.200 km² beslaan (p. 186). Het is 30.688 plus 41.865, dus 72.553, het dubbele. De Veiligheidswet voor Hongkong dateert niet van 2010 (p. 186), maar van 30 juni 2020.
Spanje was geen kolonisator van Taiwan (p. 189), Portugal, de Nederlandse VOC en Japan wel. 2013 (einde zero-covid-politiek, p. 219) moet 2023 zijn. Bij de Jezuïeten, die een grote rol speelden in China (p. 290), ontbreken Ferdinand Verbiest en Nicolas Couplet.
Al met al een zeer boeiend boek dat de lezer permanent wakker houdt.
ISBN 978-28-159-5607-9 | paperback | 320 pagina's | Editions de l’Aube, La Tour d’Aigle, januari 2025
© Jef Abbeel, juni-juli 2025 www.jefabbeel.be
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER