Chun Han Wong 

Eenmanspartij klEenmanspartij
Xi Jinping en de toekomst van China als wereldmacht.
Chun Han Wong

 
De auteur is een Chinees uit Singapore. Hij was correspondent voor The Wall Street Journal in Beijing van 2014 tot 2019 en in Hongkong vanaf 2019, toen de Chinese regering hem dwong het vasteland te verlaten. De Engelstalige editie dateert van mei 2023: toen waren er in de Westerse pers nog geen geruchten over een einde van de macht van Xi.

Chun beschrijft de CCP (Chinese Communistische Partij) als pragmatisch en als ideologisch in verval sinds Deng. Xi (°1953) beteugelde de kapitalistische ondernemers, vooral als ze zich met de politiek moeiden en hij keurde Westerse ideeën over mensenrechten, vrije pers en onafhankelijke rechtspraak af in zijn Document Nummer 9 (p. 227). Zijn macht is even groot als die van Mao, zijn beeltenis is overal aanwezig, maar hij is niet zo begeesterend als Mao (p. 22-23).

Ik twijfel eraan of de partij ideologisch in verval is: de Chinezen moeten het gedachtegoed van Xi op hun gsm hebben en geregeld bestuderen. Chun vermeldt ook niet dat de dissidente journalist Gao Yu, die in juli 2013 Document nr. 9 bekend maakte, 7 jaar cel kreeg wegens ‘lekken van staatsgeheimen’.

Xi bestrijdt de Westerse dominantie met zijn indrukwekkende Nieuwe Zijderoute, met de Asian Infrastructure Investment Bank en met een agressief optreden in Azië. Deng had in 1982 een beperking van de machtstermijnen in de grondwet gezet, maar Xi veranderde dat in 2018 en werd ‘Voorzitter van Alles’, met de goedkeuring van 99,8% van het Nationaal Congres (p. 32-34).

De auteur beschrijft ook de jeugd van ‘prins Xi’: 6 jaar (1969-1975) mocht hij doorbrengen in een grot en tussen de vlooien op het troosteloze platteland van Liangjiahe, nu een bedevaartsoord.

In 1975 werd hij toegelaten aan de universiteit, hoewel hij zijn middelbare school niet had beëindigd. Het universitair onderwijs was meer marxistisch dan academisch. In 1979 studeerde hij af. Zijn eerste huwelijk mislukte. In 1987 trouwde hij met Peng Liyuan, de beroemde zangeres van het Volksbevrijdingsleger. In 1992 kregen ze hun enige dochter, Mingze. Al in 1989 waarschuwde Xi voor de ‘chaos die een democratie veroorzaakt’ (p. 58). Rond 2000 haalde Xi nog een diploma in de rechten, met een proefschrift dat door iemand anders geschreven was (p. 63). In 2007 werd hij partijbaas van Shanghai. De voorbereiding op de Olympische Spelen van 2008 werd verstoord door bloedige rellen in Tibet (maart 2008), een aardbeving in Sichuan met meer dan 80.000 doden, onder wie veel schoolkinderen door slordig gebouwde scholen én door protesten in West-Europa en Noord-Amerika tegen het beleid in Tibet. Maar de Spelen verliepen vlekkeloos en China was de grote winnaar!

Vanaf november 2012 nam Xi de macht en liet hij miljoenen corrupte functionarissen straffen. Hij roeide de armoede op het platteland grotendeels uit: de promotie van kaderleden werd gekoppeld aan hun resultaten in armoedebestrijding. Hij streed ook tegen privéonderwijs voor rijke kinderen, een tak waarin 100 miljard dollar omging. Onderwijsbedrijven waren zelfs beursgenoteerd. De privélessen worden nu ondergronds gegeven (p. 109). Het nul-coronabeleid werd pas losgelaten in 2023, na veel protest.

Mensenrechten-advocaten kunnen ’s nachts opgepakt worden en langdurig of definitief verdwijnen. De overheid bepaalt hoe de rechters moeten oordelen en straffen. Sociale controle, voorspellende surveillance en technieken om gegevens uit computers en smartphones te halen zorgen dat de partij bijna alles weet over iedere Chinees (p. 122). Dat geldt nog meer voor Tibetanen en Oeigoeren. Xi gedraagt zich als een autoritaire opper-wetgever, die zelfs een voorzitter van Interpol kan doen verdwijnen (p. 131-139).

Toen Mao stierf, was de bevolking straatarm en de economie een ramp. Deng en Jiang Zemin maakten er een socialistische markteconomie van, waardoor de export verdrievoudigde tussen 1992 en 2001, maar de ongelijkheid werd groter dan in de VS (p. 163).

In de partij was er wel onenigheid over de economische koers: premier Li Keqiang wou de privé-industrie stimuleren, Xi de overheidsbedrijven. Xi won, Li verdween geruisloos. Debatten over Xi’s economische politiek werden taboe (p. 164-166). Jack Ma werd in oktober-november 2020 ingetoomd en vernederd door Xi: de beursgang van  de Ant Group mocht niet doorgaan, omdat Jack Ma kritiek had geuit  op de overheidsbanken. Ook andere techbedrijven en de gamesector werden lamgelegd. Xi ergerde zich ook aan Ma’s ontmoetingen met Hollande, Obama, Trump: dat was het domein van Xi. Bedrijven die wantoestanden in Xinjiang durfden aan te klagen zoals H&M, Nike en Adidas, werden zwaar geboycot (p. 185).

Xi en de CCP herschrijven de geschiedenis geregeld, wat Mao ook al deed. Kritiek op Mao en op de CCP heet dan ‘historisch nihilisme’ en wordt zwaar bestraft. De persoonscultus van de alomtegenwoordige Xi kent geen grenzen. De censuur neemt toe en treft niet enkel Chinese wetenschappers en schrijvers, maar ook Britse en Franse uitgeverijen. De harde vervolging van de Oeigoeren begon na drie aanslagen in 2014. Een groot aantal werd gearresteerd en veroordeeld tot dwangarbeid. Duizenden moskeeën werden vernield, Han-Chinezen logeren bij moslimgezinnen en houden ze dag en nacht  in ’t oog (p. 215-233).

Ook het beleid tegenover Binnen-Mongolië, Tibet, Hongkong en Taiwan wordt harder. Sinds 2021 mogen enkel nog China-gezinde patriotten Hongkong besturen. Xi wil Taiwan inlijven en zet andere landen aan om met Taiwan te breken. Taiwanese politici zoals ex-president Tsai Ing-wen en huidig president Lai Ching-te zien hun eiland al sinds 2016 als een de facto onafhankelijke staat. In 2019 verklaarde Xi dat de gewapende eenmaking een optie blijft. Voorlopig voert Beijing een ‘grijze-zone-oorlog’ van permanente intimidatie om de inwoners te demoraliseren en het Taiwanese leger uit te putten. China geeft 13 keer zoveel uit aan het leger en bezit 10 keer meer soldaten (p. 234-257).

Ook bij de Chinese diplomaten is de assertiviteit en vechtlust toegenomen sinds Xi. Chun geeft concrete voorbeelden van bot en agressief gedrag van Chinese diplomaten, o.a. toen China in 2020 terecht beschuldigd werd van de verspreiding van corona. Of toen China in 2016 in Den Haag veroordeeld werd voor zijn aanspraken op de Zuid-Chinese Zee. Zuid-Korea, Australië, Canada, Litouwen en Singapore ondervonden hoe agressief China kan zijn (p. 260-290).

Deng adviseerde om zich bescheiden op te stellen, maar Zhou Enlai had al in 1949 gezegd dat diplomatie niets anders is dan vechten met woorden en 12 van de 17 eerste ambassadeurs kwamen uit het leger (p. 260-265). Xi zorgde dat China meer ambassades en consulaten telt dan de VS. 

Pas in het laatste hoofdstuk legt Chun uit wat hij bedoelt met de titel ‘Eenmanspartij’: enkel Xi bepaalt wie hem opvolgt en wanneer; hij schrapte de twee termijnen die Deng opgelegd had. In 2016 riepen naamloze partijleden Xi al op om af te treden wegens te veel persoonlijke macht, zijn persoonlijkheidscultus en ‘het veroorzaken van ongekende crises voor China’. Er wordt niet verteld welke crises dit dan waren. De partij reageerde fel. Eén criticus, Ren Zhiqiang, kreeg 18 jaar cel.

De auteur eindigt als volgt: “Kan de partij van Xi de boel bij elkaar houden zonder hun alomtegenwoordige leider? De tijd zal het leren” (p. 324).

In het Nawoord voegt Chun eraan toe dat sinds Xi veel meer buitenlandse journalisten het land zijn uitgezet en dat Xi de volledige controle heeft over de media: wie over Xinjiang schrijft, wordt het land uit gezet en Chinezen die interviews toestaan, lopen grote risico’s. Academische en culturele uitwisselingen worden bemoeilijkt (p. 325-328).

Beoordeling

Chun schrijft kritisch, verhelderend en verontrustend, met veel kennis van zaken en met veel informatie van Chinese insiders. Hij kent genoeg activisten die iets durfden publiceren en vervolgens jarenlang de cel in vlogen. Hij onderschat Xi: die kan nog wel een aantal jaren aan de macht blijven.

De acht hoofdstukken staan niet in chronologische volgorde en kunnen ook apart gelezen worden in een andere volgorde. Soms is het omslachtige literatuur, minder concreet dan wij gewoon zijn. Wie China dagelijks volgt, herkent vele situaties en vindt niet zoveel nieuws in dit boek.

Er staan ca. 42 Chinese begrippen in die één keer uitgelegd worden, maar niet in een alfabetische woordenlijst opgenomen zijn. Op p. 229 staat dat China Xinjiang (“Nieuwe Grens”) veroverde in de 18de eeuw, op p. 230 was het in de 19de eeuw. Het was rond 1755-1759.

Tenslotte nog  enkele details: ‘Latin’ (p. 261) moet ‘Latino’s zijn; land die (p. 294) moet zijn: land dat; idem voor Rode Boekje ‘die’ (p. 304). Deng legde de termijn van 10 jaar op, niet Hu Jintao (p. 306).


ISBN 978-90-446-5760-9 | Paperback | 413 pagina's, kaart, organogram, noten, register | Uitgeverij Prometheus, Amsterdam/L&M, Antwerpen | 30 oktober 2024

Vertaling van ‘Party of One’ (2023) door Jan van den Berg e.a.

© Jef Abbeel,  augustus 2025   www.jefabbeel.be

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER