De walnotenkraker
Victor Kammeijer
Alles wat voor Bruno belangrijk is begint met de letter b. Zijn lievelingskleur is blauw, en zou het liefst elke dag blauwe kleren dragen en als ontbijt bastognekoeken willen eten. Maar zijn moeder denkt daar - natuurlijk - anders over.
Op een morgen als iedereen nog slaapt vertrekt Bruno op zijn gele(!) fiets met een pak bastognekoeken en een flesje bessensap in zijn tas naar het park. Daar vindt hij een blauwe bal en die schiet hij per ongeluk tegen een oude man aan. Die man praat nogal raar en ziet er vrij sjofel uit maar Bruno geeft hem het voordeel van de twijfel. Ze vinden elkaar eigenlijk wel leuk en zo begint de vriendschap tussen Bruno en de Deense Morten Kierkegaard.
Doordat Morten zo gebrekkig Nederlands praat ontstaan er nogal wat spraakverwarringen en soms zijn er gesprekken die een beetje filosofisch aandoen. Als Morten hem bijvoorbeeld wat lekkere walneuden (walnoten) aanbiedt vraagt Bruno of hij een kinderlokker of een pedo is.
Een pedo? roept Morten met verschrikte blik. 'Zie ik er dan zo uit?'
Eh, weet ik veel? Hoe ziet een pedo er eigenlijk uit?
'Tja, niet alle vreemde mannen die kinderen iets lekkers aanbieden, zijn pedo's. En je kunt pedo's ook niet aan iets herkennen of zo. Ze zien er niet allemaal hetzelfde uit,' zegt Morten aarzelend.
'Waarom vraagt u dan of u eruit ziet als een pedo, dat klopt dan toch niet? zegt Bruno.
'Eh, nej...'
'Dus ik kan niet zien of u wel of niet een pedo bent?
'Nej. Het is aan jou of je me vertrouwt of niet.'
Morten vertelt dat zijn broer Henning al dertien jaar gevangen zit maar dat zijn broer onschuldig is. Henning heeft iemand doodgestoken. Maar het was noodweer... 'Wat maakt het nou uit wat voor weer het was?' vraagt Bruno dan. Morten wil zijn broer heel graag terug in Denemarken hebben en samen bedenken ze een plan om Henning te bevrijden.
Waarschijnlijk heeft de schrijver bewust voor de naam Kierkegaard gekozen, naar de filosoof Søren Kierkegaard. Het boek wordt ook aangeprezen als zijnde een boek voor denkers en doeners. Maar persoonlijk vind ik het soms wel erg flauw. bijv. als het gesprek over weekdieren gaat vraagt Bruno of er ook maand- en jaardieren zijn. Ik vind het eigenlijk erg vermoeiend lezen al die 'filosofische' gesprekjes door het eigenlijke verhaal heen.
Het verhaal zelf is aardig, soms grappig, maar ook wel erg cliché. De Deen spreekt alles met een eu uit, de Chinese man die ze ontmoeten kan natuurlijk de r niet zeggen en eet pekingeend, het plan zelf is ook vrij onwaarschijnlijk. Persoonlijk vind ik het dus allemaal, zoals gemeld, redelijk flauw en vergezocht maar kinderen zullen de grapjes en rare taaltjes denkelijk wel waarderen. Doorheen het boek staan enkele paginagrote zwart-wit illustraties van Helen van Vliet.
Tip: Vergeet vooral niet de website van de schrijver te bezoeken, die is erg de moeite waard en staat vol informatie en leuke weetjes.
ISBN 9789044825312 | Hardcover | 79 pagina's| Uitgeverij Clavis | augustus 2015
Leeftijd vanaf 10 jaar
Dettie, 8 oktober 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER