Holland rond 1450-1482.
Hasse Simonsdochter is de dochter van een mandenvlechter in Kampen. Hasse is anders dan de andere kinderen in het gezin, opstandig, brutaal, wild en mensen denken dat zij een elfenkind is . Dit houdt volgens de verhalen in dat zij als kind door de elfen is verwisseld. Als zij maar slecht behandeld wordt zullen de elfen dit niet aan kunnen zien en haar terughalen. Vanaf die tijd wordt zij vreselijk behandeld. Hasse is daardoor het liefste in de buitenlucht. Zij bouwt een hut in de rietlanden en schiet haar eten met pijl en boog. Als ze op een dag door de rietlanden dwaalt wordt ze lastiggevallen door drie veedrijvers. Een passerende ruiter komt haar te hulp en doodt een van haar belagers. De andere twee weten te ontvluchten.
Als Hasse later weer eens thuis is hoort ze dat de ruiter, Jan van Schaffelaar, onthoofd wordt voor de moord op een van de veedrijvers. Zij haast zich naar de plek van executie en verbidt Jan. Dit houdt in dat ze onmiddellijk met hem moet trouwen en zij beiden uit de streek verbannen worden. Zo redt zij Jan's leven.
Samen gaan ze naar Zutphen waar Jan aanvoeder blijkt te zijn van een groep huurlingen. Na een paar dagen moet Jan weg en laat Hasse in het huisje dat Jan voor haar heeft gehuurd achter. Hasse mist jan vreselijk en koopt een hondje dat ze Tieske noemt en trekt samen met hem de bossen in. Als zij aan het eind van de zomer terugkomt in Zutphen wordt haar verteld dat Jan dood is.
Onmiddellijk verlaat ze Zutphen en gaat naar de plek waaraan ze goede herinneringen heeft, daar bracht ze haar eerste nacht met Jan door. Jan is echter niet dood en gaat Hasse achterna, uiteindelijk vinden ze elkaar weer.
Jan en Hasse betrekken samen met een paar andere huurlingen een boerderij vanwaar zij (met Hasse) veel strooptochten ondernemen, ze vallen alles en iedereen aan om aan geld en eten te komen.
Ondertussen is Gerrit met zijn oom naar Zutphen (een beroemd klokkengieter) vertrokken om daar nieuwe kerkklokken te maken. Onderweg worden zij overvallen door de bende van Van Schaffelaar. Zij worden daar een tijdeje vasgehouden en in die tijd wordt Gerrit verliefd op Hasse.
De bende van Van Schaffelaar wordt weer ingehuurd en gaat in de buurt van Barneveld wonen. Hasse bevalt hier van een dochtertje. De bende is nietsontziend en de Barnevelders gaan gebukt onder hun tirannie.
Samen met soldaten van de steden Amersfoort en Nijkerk wordt er een leger gevormd en ze vallen de bende aan. Uiteindelijk vlucht de bende met Hasse de toren en de kerk van Barneveld in. Wat de bende niet wist is dat het leger kanonnen had en ze beseffen dat zij niet levend uit de kerk zullen komen. De mannen op de toren verzoeken om een onderhoud, en bieden aan zich over te geven, maar het leger van Amersfoort gaat hier niet op in. Zij willen Jan van Schaffelaar! De bende weigert echter Jan uit te leveren. Waarop Jan van Schaffelaar onder de woorden : "Lieve gezellen, ik moet toch eenmaal sterven, ik wil u geen moeilijkheden bezorgen." boven op de toren ging staan, zijn handen in zijn zij zette en naar beneden sprong. Hij overleefde zijn val maar werd door zijn vijanden gedood.
Hasse smeekte Jan het niet te doen maar Jan wilde Hasse's leven sparen zodat zij voor hun dochtertje kan zorgen.
Hasse gaat met haar kind terug naar Kampen waar ze de klokkengieter Gerrit weer ontmoet.
Leeftijd: 13-15 jaar Uitgever: Lemniscaat Verschenen: 1983 ISBN: 9060695402
Dettie
Meer over Thea Beckman, klik op de afbeelding