De Stomme van Kampen
Hendrick Avercamp is de oudste zoon van Beatrix en Barend Avercamp. Het is een welgesteld gezin, want Barend is de stadsapotheker van Kampen. Rond Hendricks derde jaar ontdekt de apotheker dat zijn zoon doof is. In de zestiende eeuw betekent dat dat je niet meetelt in de maatschappij, want je kunt niets horen, je kunt niet praten, laat staan dat men je iets kan leren. Zijn vrouw vermoedde dit al een tijd. Barend is diep teleurgesteld, want Hendrick zal nooit naar school gaan en dus nooit de familietraditie kunnen voortzetten. Maar Beatrix is vastberaden en zweert dat Hendrick de wereld nog eens versteld zal doen staan.
Omdat Beatrix niet wil dat haar zoon geen vak zal kunnen leren, leert ze hem lezen en schrijver. Ze heeft daarvoor een eigen methode ontwikkeld. Hendrick is erg leergierig en snel van begrip. Hij heeft enorm plezier in het schrijven.
Langzamerhand ontdekt Hendrick dat hij anders is. Waarom happen mensen steeds in de lucht tegen elkaar? Als Beatrix vergeet inkt en ganzenveer op te ruimen tekent Hendrick zijn familie met de namen eronder. Het blijkt bovendien dat Hendrick tekentalent heeft. Als de IJssel tijdens een strenge winter dichtvriest is hij niet weg te slaan van het ijs. Gefascineerd kijkt hij naar de mooi aangeklede mensen en de vrolijkheid. 's Avonds thuis probeert hij die schaatsers te tekenen. Ook tekent hij de happende mensen. Zijn moeder kan hem duidelijk maken dat zij praten en dat Hendrick dat niet kan. Op straat schelden en lachen mensen hem uit maar hij lacht de mensen vriendelijk toe, hij hoort het immers niet.
Als Hendick oud genoeg is om een vak te leren vraagt zijn moeder overal aan leermeesters of haar zoon in de leer mag. Maar niemand wil hem hebben omdat hij doofstom is. Als Beatrix en haar zoon weer op zoek gaan naar een goede leermeester voor Hendrick, komen ze op straat een tekenaar tegen. Hendrick ziet hoe deze man een portret tekent en is er diep van onder de indruk. Matteus Klaasz uit IJsselmuiden, met de bijnaam Kladde, vertelt dat hij wel een leerjongen kan gebruiken. Kladde beseft dat Hendrick talent heeft en leert hem zoveel in zin vermogen ligt. Kladde is geen verdienstelijk schilder, maar hij kent de techniek en leert Hendrick de basisbeginselen. Maar dan breekt de pest uit. Hendricks vader en broer overlijden eraan maar ook Kladde. Kladde heeft Hendrick geld nagelaten en als Hendricks oom Samuel vraagt of hij iets voor het gezin kan doen besluit Beatrix dat Hendrick verder met leren in Amsterdam.
Daar aangekomen krijgt Hendrick les van David Vinckboons die schildert in de Vlaamse schildertraditie. Dankzij de erfenis kan Hendrick de lessen betalen. Langzamerhand leert Hendrick alles wat hij weten moet en behaalt de meestertitel. Hendrick kan niet wennen aan de stad en keert terug naar Kampen waar hij tot zijn dood (1643) zal blijven wonen. Hendrick wordt vooral bekend door zijn winterlandschappen.
Een prachtig verhaal zoals je van Thea Beckman gewend bent. Duidelijk wordt hoe moeilijk het in die tijd was als je een handicap had. De belevingswereld van iemand die doof is wordt goed duidelijk gemaakt. Zij beschrijft hoe Hendrick zich ondanks zijn handicap weet te ontwikkelen tot een bekend schilder, wiens winterlandschappen nu in musea over de hele wereld hangen.
Hardcover | 176 Pagina's | Uitgeverij Lemniscaat ISBN10: 905637690X | ISBN13: 9789056376901
13-15 jaar
© Dettie, mei 2005
Klik op de afbeelding van het boek om schilderijen van Hendrick Avercamp te bekijken. Op het ronde schilderij staat Kladde afgebeeld (met hond)