Suzette Boyer 

altHet goud van de Navajo
Suzette Boyer


'Pas als de antwoorden niet vanzelf komen, kun je vragen stellen'


Jesse en Luna zijn op weg naar een vakantiekamp in Arizona. Santa Fé, een plek die zeker Jesse zelf niet gekozen zou hebben. Eigenlijk wilde hij helemaal niet naar dit kamp, hij had liever gelogeerd bij zijn opa in Brabant, maar ja, opa wordt oud en heeft net een hartaanval gehad.
Onderweg in de hotsende bus, waar hij zich helemaal niet lekker bij voelt, bedenkt hij dat dit toch echt zijn laatste kamp zal worden. Hij en Luna worden er toch wel te groot voor!
Zal hij er anders over denken na het avontuur dat ze in het kamp beleven?


Het begint gelukkig prima: ze worden ingedeeld in groepen die de naam van een indianenstam dragen, en maken al snel vrienden. Diego, een spring-in-'t-veld, afkomstig uit Spanje, en Yves, een bedaarde intelligente jongen uit Frankrijk, zijn al gauw trouwe maatjes van Jesse, terwijl Luna al snel bevriend is met de knappe Stella. Er zijn maar twee dingen die Jesse minder vindt: Jake, de kok, kijkt hem zo raar aan, heeft hij nu al de pik op hem? Hij is een boomlange man van indiaanse afkomst, die niet bepaald uitstraalt dat hij het leuk vindt om in het kamp te werken.
En dat ene meisje dat bij zijn zus in de groep zit, waarom zegt zij helemaal niets?
Maar het kan de pret niet drukken: de leiders zijn aardig, vooral Randy van zijn eigen groep en er zijn leuke en spannende activiteiten, ze gaan er voor!


Als er bij het abseilen een paar vervelende ongelukken gebeuren - het onbekende meisje heeft misschien een hersenschudding opgelopen en Jesse heeft zijn knie akelig verwond - weet de lezer al door tussengeplaatste cursieve stukken tekst, dat er onverlaten bezig zijn met snode plannen. Wat, dat weten we dan wel niet, maar er gaat iets gebeuren.
Jesse en het meisje, Layla heet ze, belanden samen in de ziekenboeg en ze gedraagt zich heel vreemd. Hij moet een doosje bewaren voor haar én zegt ze ‘geloof niet wat ze over mij vertellen.’
Jesse vindt het maar raar, en het houdt hem wel bezig, zeker als Layla de dag erop ineens weg is. Naar huis, zeggen ze. Jesse ontdekt dat het niet klopt, en dan beginnen de avonturen pas echt.


Dat is ook in het boek zo: het duurt heel lang voor er wat vaart in komt. Jonge lezers hebben tot dan toe alleen nog maar sfeer kunnen proeven, en ze weten intussen wel goed hoe het er aan toe gaat in zo’n kamp, maar of ze daar op zitten te wachten?
En als dan het avontuur komt, is dat wel leuk en spannend, maar er blijven wel vragen over.


Wat het goud van de Navajo’s is, dat is maar een klein deel van het verhaal, maar wel meteen het beste. Dat stukje zit prima in elkaar, en de boodschap kont duidelijk over. Is de rest er een beetje omheen verzonnen misschien? Jammer, het had zoveel meer kunnen bieden.


ISBN 9789022328668 |Paperback |296 pagina's| Uitgeverij Manteau |mei 2013
Vanaf ca. 12 jaar

© Marjo, 3 februari 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER