Suzette Boyer 

Het goud van de Navajo
Suzette Boyer


De moeder van de tweeling Jesse en Luna woont al jaren in Spanje met haar nieuwe man. Hun vader moet elke zomer en winter een maand naar het buitenland vanwege zijn werk. Vanaf de scheiding gaan Luna en Jesse elk jaar op zomerkamp en de rest van de tijd logeren ze bij opa en oma in een dorpje in Brabant.  Inmiddels zijn ze geen kleine kinderen meer maar ze logeren nog steeds graag bij hun grootouders. Ze hebben daar hun tweede thuis gevonden.
Helaas heeft opa dat jaar een hartaanval gehad en moet het heel rustig aan doen van de dokter. Tot verdriet van opa en de kinderen kunnen ze dus niet komen logeren, daarom heeft vader een verblijf van drie weken in een internationaal zomerkamp in Arizona in de VS geboekt.
Menig kind zou een gat in de lucht springen maar de zorgelijke Jesse vindt het maar niets, straks gebeurt er wat met opa en dan zit hij zo ver weg.


Eenmaal in het Camp Sant Fé bevalt het hem echter al snel prima, vooral nadat hij vrienden is geworden met de vlotte Diego en de bedachtzame Yves. Ook Luna heeft gelijk een vriendin in Stella gevonden, het lijkt of de twee meiden elkaar al jaren kennen. Het enige vervelende aan het kamp is de kok, Jake. Jesse krijgt de griebels van de boomlange indiaan die hem met zijn scherpe, doordringende blik in de gaten lijkt te houden. Maar de jongeren in het kamp worden op een leuke, vlotte, spannende manier beziggehouden en hebben het naar hun zin.
Tot de dag dat Jesse ontdekt dat Layla, het stille roodharige meisje, verdwenen is. Niemand neemt Jesse aanvankelijk serieus als hij dit aan de kampleiding meldt. Maar Jesse weet het zeker en de vijf jongeren gaan zelf op onderzoek uit met alle gevaren van dien.


Aanvankelijk schrok ik een beetje terug voor dit verhaal. Al in de eerste tien zinnen kwamen allerlei kleurbeschrijvingen voor; zilverkleurige touringcar, roodbruine wolken, bruine haar, rode gordijntje, zachtroze waas... dat beloofde wat.
Jesse en Luna deden leuke dingen maar evengoed kreeg het verhaal me niet echt in zijn greep. Ik verwachtte, gezien de titel, een verhaal rond indianen. Afgezien van de namen van de groepen in het kamp en Jake, de kok, was er echter geen indiaan te bekennen. Na de verdwijning van Layla leek het verhaal af te stevenen op een traag verlopende detective voor jongeren. De gebeurtenissen kabbelden allemaal een beetje voort en je wist al snel van tenminste één persoon dat die betrokken was bij de verdwijning van Layla.
Het boeide allemaal niet echt meer, de beschrijvingen van de bezoeken aan een spookstad en het zoeken naar goud waren leuk maar niet bijzonder. De zorgen van Jesse rond opa en later rond Layla waren goed beschreven maar ook daarmee gebeurde, buiten giswerk, niet veel.
Het verhaal rammelde ook een beetje, kleine dingetjes klopten niet helemaal, en sommige aankondigingen werden niet waargemaakt.
Gelukkig bleef dat niet zo.


Ineens komt er vaart in het verhaal en belanden we toch bij de indianen en daarna wordt het een prima verhaal met inhoud.
De Navajo indianen en het goud spelen dan wèl een belangrijke rol. De vijf kinderen leren in een korte tijd veel over de gebruiken en de geschiedenis van deze indianen. De verdwijning van Layla blijkt ook veel meer in te houden dan je in eerste instantie dacht.
Het verhaal is vanaf dat moment mysterieus en spannend, je kunt het boek niet meer wegleggen, je wilt doorlezen, weten hoe het afloopt.
Kortom, de aanloop naar het werkelijke verhaal is erg lang maar dankzij het laatste gedeelte is het boek zeker aan te bevelen. 


ISBN 9789022328668 Paperback 296 pagina's Uitgeverij Manteau jeugd mei 2013
Vanaf ca. 12 jaar

© Dettie, 4 december 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER