Winterijs
Peter van Gestel
Een verpletterend mooi verhaal. Op de kaft staat; Bekroond met de Gouden Griffel (best geschreven kinderboek), de Woutertje Pietse Prijs (boek wordt beoordeeld op zowel taal en inhoud als op illustraties en vormgeving) en de Nienke van Hichtum Prijs (Volwassen juryleden kiezen uit de kinderboeken van de laatste twee jaar de winnaar). De eerste twee prijzen werden in 2002 uitgereikt en de laatste in 2003. (Voor zijn hele oeuvre ontving de schrijver in 2006 de Theo Thijssen prijs). Het is zeer terecht dat de schrijver deze prijzen voor dit boek toegewezen kreeg. Hij weet een zwaar beladen onderwerp (de holocaust) zo te brengen dat kinderen begrijpen dat er in de Tweede Wereldoorlog verschrikkelijke dingen met joodse mensen zijn gebeurd zonder in de afgrijselijke details te treden. Van Gestel laat in dit verhaal de gevolgen zien voor de mensen die overleefden, achterbleven.
De tienjarige Thomas Vrij komt 3 augustus 1947 met zijn vader thuis, op de Lijnbaansgracht in Amsterdam, na vier maanden in Apeldoorn gewoond te hebben. Thomas' vader had daar werk gevonden. Thuis treft Thomas een brief aan van Zwaan, zijn vriend, die nu in Brooklyn, Amerika, woont.
De moeder van Thomas is dood, ze stierf aan de griep op tweede kerstdag 1945. Vader is een dromer en na de dood van zijn vrouw was hij er helemaal met zijn hoofd niet meer bij. Een half jaar na de dood van zijn moeder ging Thomas over van de derde naar de vierde klas. Op de eerste dag na de grote schoolvakantie komt Piet Zwaan bij Thomas in de klas.
Terwijl Piet Zwaan in de lege bank schoof en griezelig braaf een schrift uit zijn tas haalde, lette hij niet op ons, wij letten wel op hem.
'Een sijsje,' zei Ollie Wildeman achter mij.
Ik knikte heftig van ja.
Piet Zwaan vertelt Thomas dat de school waar ze op zitten vroeger het Joods Lyceum was.
'Weet je,' zei hij, 'dat dit vroeger het Joods Lyceum was?'
'Nee,' zei ik.
'Na de oorlog hebben ze het gebouw ingepikt.'
'Waarom?' vroeg ik.
'het stond leeg. Weet je nergens iets van, Tommie?
'Mijn vader noemt me Thomas,' zei ik.
Op een dag komt de bovenmeester hun klas binnen.
'Ik wil jullie iets zeggen, kinderen,' zei de bovenmeester. 'De moeder van Thomas Vrij, moeten jullie weten, is een jaar geleden gestorven. Dat is heel triest. Nu vertelde juffrouw Willemse mij dat jullie Tommie pesten. Doe dat nu in het vervolg niet meer. Het kost niets om aardig te zijn voor elkaar.'
En weg was ie.
Thomas kan wel door de grond zakken maar het praatje van de bovenmeester maakt wel dat Piet Zwaan hem aanspreekt. Het is februrai 1947 en extreem koud, de grachten zijn bevroren. Piet Zwaan staat op het ijs van de Lijnbaansgracht. Het is winterijs volgens Piet Zwaan, ijs dat misschien nooit meer smelt. Piet Zwaan zoekt contact vanwege de dode moeder van Thomas.
'Ik wist het niet,' zei hij.
'Wat niet?'
'Van je moeder.'
'Wat gaat jou het aan. Ze is dood. Al een hele tijd.
Thomas is een gevoelig Amsterdams straatjochie met het hart op zijn tong. Hij huilt gauw maar lacht net zo snel. Piet Zwaan is een stille, ernstige jongen die keurig spreekt. Piet woont 'in een poenig herenhuis' op de Weteringschans.
Elke zondag moet Thomas naar tante Fie, daar krijgt hij een gebakje en tante Fie vertelt over zijn moeder. Als vader werk krijgt in Duitsland, hij moet brieven censureren voor het Britse leger, moet Thomas bij tante Fie gaan wonen.
Zwaan en Thomas trekken steeds meer met elkaar op, en op een dag gaat Thomas mee naar Zwaans huis, hij woont daar met zijn oudere nichtje Bet en haar moeder, tante Jos. Tante Jos is een beetje vreemd, ze slikt pilletjes en slaapt veel en stelt rare vragen. Thomas ontmoet ook Bet en zij blijkt Thomas te kennen, van de Den Texstraat, maar toen was Thomas vier, daar weet hij niets meer van. Hij mag nooit met Zwaan of tante Jos over de Den Texstraat praten. Thomas vindt Bet geweldig, hij is gelijk smoor op Bet.
Als tante Fie valt en daarna nauwelijks kan lopen, mag Thomas een tijdje logeren bij Zwaan en Bet.
Doordat Thomas is wie hij is en alles eruit flapt verandert er langzaam iets in het zwijgzame gezelschap. Zijn onschuldige logica en Amsterdamse versjes maken de mensen in het stille huis aan het lachen.
Onderwerpen die niet aangeroerd mochten worden zoals bijvoorbeeld de Den Texstraat komen ter sprake. Bet blijkt Zwaan vertelt te hebben over de mensen op de foto's, die zijn allemaal dood, Bet vertelt en vertelt steeds weer maar nooit in bijzijn van haar moeder.
Tante Jos kan niets, Bet moet eigenlijk naar school, naar het Barleuslyceum, maar ze doet alles in huis, koken, schoonmaken, tante Jos verzorgen. Tante Jos is ook altijd angstig als de kinderen weg gaan. Ze houdt teveel van ons zegt Bet.
Thomas praat niet graag over zijn moeder maar dankzij Bet's verhalen komt ook hij losser. De kinderen helpen elkaar verder. In elkaars gezelschap is alles goed. Als tante Jos naar Haarlem is en de drie kinderen alleen thuis zijn, 'stikt' Thomas bijna van geluk. Hij weet dat dingen weer zullen veranderen maar wilde dat alles bleef zoals het op dat moment was. Hij wilde dat het altijd winter bleef maar het begint al te dooien zegt Zwaan.
's Avonds gaan ze naar de Den Texstraat.
Ik drukte mijn neus tegen het glas.
'Ik herinner me niets van deze kamer, 'zei Zwaan zacht. [...]
'Ze eten van onze borden,' zei Bet, 'ze eten met onze messen en lepels.'[...]
De buitendeur ging open. De man stoof de straat op, gleed bijna uit.
'Oplazeren,' schreeuwde hij. 'Wat doen jullie hier? Moet ik soms de politie bellen, stelletje schooiers.'
Bet sloeg haar armen over elkaar.
'Ik ben Bet Zwaan,' zei ze kalm [...]
'Ik heb hier vroeger gewoond,' zei Zwaan. [...]
'Je bent een vuile teringlijer,' zei ik.
Daarna gaan ze naar huis. De kinderen hebben het goed die avond, ze zingen liedjes die tante Jos niet wil horen en dan midden in alles wat goed is staat onverwacht tante Jos in de kamer... Dat is het begin van het einde. Hierna is alles anders en raken de gebeurtenissen in een stroomversnelling met het uiteindelijke reslutaat... een brief van Zwaan, uit Brooklyn, Amerika.
ISBN 9789026127953 Hardcover 250 pagina's Uitgeverij De Fontein april 2010
Vanaf 10 jaar
© Dettie, april 2010
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER