Annabelleke stouter dan ooit
Illustraties: Monique van den Hout
Tekst: Miriam Borgermans
Ha, daar is Annabelleke weer! Zou ze nu minder ondeugend zijn? Ha ha natuurlijk niet! Want een boek lezen over een braaf meisje dat is helemaal niet leuk. De schrijfster raadt de lezer aan om televisie te gaan kijken, maar dat gaan we mooi niet doen: het is veel leuker om te lezen wat die jongedame nu weer allemaal uitspookt!
Annabelleke vindt dat je zo fijn kan spelen met een stukje kauwgom. Ze vormt allerlei dingetjes tot ze iets leuks heeft:
‘Het is een struispaard,’ zei Annabelleke die ook dol was op het vormen van wonderlijke woorden.
‘Wat zeg je, honneponnetje?’ zei mama.
Annabelleke keek mama door haar oogharen aan.
“Vandaag is het echt een dag om iets bijzonders te krijgen.’ zei ze. ’Bijvoorbeeld een struispaard.
Ik wil een struispaard, mama.’
En mama weet het: als haar dochtertje iets wil dan zal ze het krijgen ook. Als het haar niet lukt om mama gewoon met woorden te overtuigen, begint het. Annabelleke voelt een kriebel in haar keel, zegt ze. Het is genoeg, mama komt in actie. Naar de dierenwinkel, waar natuurlijk geen struispaard is, maar ze zoekt alvast een heleboel spulletjes uit. Laarzen, borstels, touw, een zadel, roze nagellak (!)… Dan zegt de meneer dat ze ook een helm moet, want ze kan namelijk wel een flinke smak maken van dat struispaard. Annabelleke denkt even na, ze wil absoluut geen helm. Maar natuurlijk is ze niet voor een gat te vangen, ze verzint er wel wat op.
Een andere keer wil Annabelleke zeven zusjes. Je snapt wel dat haar ouders daar helemaal geen zin in hebben. Maar deze kwestie is niet zo makkelijk op te lossen als het struispaard! Ze gaat zelfs met papa naar het oerwoud! Huh, voor zeven zusjes? Nou, die zaak ligt even anders, maar dat moet je zelf maar lezen. Er is een verhaal over het hondje Bibi, met wie ze in het park gaat wandelen. Dan zijn haar moeder en haar tante wel even vrij van haar doldwaze streken, maar natuurlijk verzint Annabelleke weer van alles. De arme Bibi! Dat komt allemaal wel goed, maar als haar ouders besluiten haar achter te laten in de handen van een babysit, krijgen ze veel spijt van. Annabelleke niet overigens!
Er staan een flink aantal verhaaltjes in dit tweede boek, met tussendoor ‘kwinkels’. Dat zijn onzinliedjes die Annabelleke zelf verzonnen heeft. En ze beschrijft hoe ze ‘Slobberige snots’ maakt, of een drol van peperkoek.
Ook nu krijgt ze een enorme driftbui die pagina’s lang duurt. En de buurjongen, de brave Diederik, mag weer meedoen. Diederik vertelt haar dat stoute kindjes naar China moeten. Dat lijkt Annabelleke wel wat en ze thuis komt roept ze: ‘IK GA NAAR CHINA!’ Mama reageert met ’Wat leuk, honneponnetje. Veel plezier.’
Huh? Denkt Annabelleke. Wil mama haar niet meer? Natuurlijk wil ze het zelf helemaal niet, maar misschien kan mama haar wel ruilen? Zou het? Is Annabelleke zo stout dat haar papa en mama haar niet meer willen?
Het is wel zeker dat lezers haar niet kwijt willen! Wij willen lezen over haar doldwaze avonturen, want die zijn reuze leuk om voor te lezen of zelf te lezen!
Vrijwel alle pagina’s zijn minstens voorzien van tekeningen, maar vaker vormen tekeningen de achtergrond voor tekst, of zijn er alleen maar geïllustreerde pagina’s, als bij een prentenboek. Behalve hilarische verhaaltjes lezen en voorlezen, valt er dus ook veel te zien.
Miriam Borgermans (Vught, 1965) is een Vlaamse schrijfster, van zowel verhalen voor volwassenen als Young Adults. En superleuke kinderboeken.
Monique van den Hout heeft zich opnieuw uitgeleefd op felgekleurde grappige tekeningen.
ISBN 9789044834338 | Hardcover | 176 pagina’s | Uitgeverij Clavis | september 2019
Afmeting 261 x 203 x 21 mm | Om voor te lezen vanaf 5 jaar, om zelf te lezen vanaf 7 jaar.
© Marjo, 31 oktober 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER