Jij bent alle liefde
Illustraties: Gitte Vancoillie
Tekst: Meneer Zee
Het begint met een eenzaam meisje.
Nee, het begint met tekeningen, zwart witte sombere tekeningen met slechts een vleugje kleur als later het meisje er op te zien is. Maar eerst laten de tekeningen een niet zo’n fijn beeld van de wereld zien: het zijn haast psychedelische tekeningen van misschien wel het einde der tijden.
Dit boek bestaat vooral uit tekeningen, maar er is ook tekst:
‘De mensen zaten binnen. In hun binnenste binnen. Ramen en deuren dicht. In blokken, op elkaar gestapeld. Ze werkten, ze aten en ze sliepen. En deden nog andere dingen die je het liefst doet met de deuren dicht. Buiten was het koud. En stil. Wit van de sneeuw.’
En binnen, hoog in een appartementencomplex, zit een meisje. Zij hoopt nog. Op aandacht en liefde van in de eerste plaats haar ouders. Tevergeefs. Ze kan niets anders doen dan wat ze altijd doet: papieren vogeltjes vouwen en die uit het raam – met tralies ervoor – gooien.
Het eerst naamloze meisje heet Hoop. ‘Want waar de zon bestaat en de zee bestaat, daar bestaat de liefde ook!’
Op hun weg ontmoeten ze een oude man, die hen meeneemt in zijn oude locomotief. Hij vertelt verhalen. En brengt hen naar een eiland. Een eiland met een reus, die ieder van hen een enkele wens toestaat.
Het meisje, de vogels en de flarden tekst die op een speelse manier op de pagina’s staan zijn turquoise. De jongen brengt een vleug rood. Later komen er nog wat kleuren bij, en met de kleur neemt ook de hoop toe. Net als het geloof in het bestaan van liefde.
© Marjo, 3 maart 2022
Lees de reacties op het forum, klik HIER