De weg naar terug
1. Pluk en Pluis
Mathilde Stein
‘Pluis zit in zijn hok. Lekker rustig.
Opeens wordt er een zwarte harige bal in gezet.
Dat is Pluk. Ook een cavia!
O nee, sorry: een ninjavia!
Pluk gooit Pluis’ leven helemaal overhoop.’
Pluis had het net zo naar zijn zin. Hij heeft helemaal geen gezelschap nodig! Hij heeft een groot hok, iedere dag vers hooi en zijn baasjes Groothand, Kleinhand, Kleurhand en Aaihand zijn erg lief voor hem.
En wie is Pluk eigenlijk? Hij vindt gewone dingen heel bijzonder. Maar hij is dan wel weer bang voor het geluid van een brievenbus?
Hij had helemaal geen hok, vertelt hij. Soms zat hij in een zak, dan weer in een doos.
En hij mag dan een druktemaker zijn, hij is voor de duvel niet bang, tenminste niet voor Sis.
Pluis wel, hij vindt Sis echt eng. Maar die kan toch niet bij hem in het hok komen!
Wel er bovenop helaas, waar hij Pluis bang probeert te maken:
‘Sis krast met zijn klauwen over het dak. Kgggt. Kgggt.
‘Lekker muziekje hè, knaagmans?’
Sis grijnst.
‘Wat ben je toch een bange poeperd. Geeft niet hoor.
Bang of niet, je smaakt toch hetzelfde.
Lekker.’
Ha, maar Sis weet nog niet dat Pluk een ninjavia is. Een ninjavia die vindt dat Sis zijn vriend met rust moet laten en dat nog voor elkaar krijgt ook.
Hoe? Nou dat moet je zelf maar lezen.
Het verhaal begint met een proloog (=iets wat je moet weten voor het verhaal echt begint) en eindigt met een epiloog (=nog een extra stukje verhaal als het eigenlijk al is afgelopen) Daarin wordt verteld over een prins en een prinses, De mooie en dure ring van de prinses is verdwenen! Gestolen? Ook een leuk gegeven voor een verhaal, maar wat hebben Pluk en Pluis daarmee te maken? Nou een heleboel, maar: zelf lezen dus!
Dit boek is geschikt voor kinderen van groep 4, die al kunnen lezen (M4 -E4). Dat wil zeggen dat de woordkeuze aangepast is, de zinnen kort zijn en steeds op een nieuwe regel beginnen. Er is veel witruimte en de hoofdstukken zijn van elkaar gescheiden met behulp van oranje pagina’s.
Er staan ook veel grappige tekeningetjes in, zwart wit en oranje.
Het verhaal is spannend en grappig.
De namen zijn leuk gevonden: Pluk noemt Pluis soms ‘brootje’. Weet je bijvoorbeeld al wat voor dier Sis is? En deze: 'Groothand doet schillen-blaadjes-kontjeswerk’.
Kinderen van een jaar of 7-8 gaan hier zeker van genieten!
Hopelijk volgen er nog meer avonturen over deze twee vrienden.
Mathilde Stein (Den Haag, 1969) studeerde Spaans en Communicatiewetenschappen, gecombineerd met een avondopleiding aan de kunstacademie van Bordeaux. Ze werkte jarenlang als organisatie- en communicatieadviseur door heel Europa, met name voor grote sportevenementen.
ISBN 9789047714873 |Hardcover| 317 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | september 2022
Leeftijd vanaf 7 jaar; AVI M4-E4
© Marjo, 6 september 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER