Rotmoevie
Marian de Smet
‘Hoe is het gebeurd?’ vroeg Tabby.
Ik schudde mijn hoofd.
‘Oké, ik snap het. We zwijgen erover, goed?’
Ik was blij dat ze teruggekomen was. Ook al kende ik haar niet echt, we hadden samen een zekere routine opgebouwd die structuur aan mijn dag gaf. De tijd alleen, gisteren, had me niet echt deugd gedaan. Dit kon ik: naast haar in de auto zitten, mijn verdoofde zelf zijn.'
Twee jongeren ontmoeten elkaar onderweg. Eppo, Nederlands en zeventien jaar oud, staat langs de kant van de weg te liften. Tabby, Vlaams en achttien jaar oud, neemt hem mee.
Hoe jong ze ook zijn, ze hebben al een verleden. Een verleden waar ze over zwijgen, want ze kennen elkaar immers niet. Tabby heeft geen doel, wil alleen maar twee weken weg zijn, en Eppo weet het ook niet. Hij is er op uit gestuurd door zijn ouders, om zijn zinnen te verzetten.
Hij denkt dat er iets is met ene ‘Rob’, omdat die naam getatoeëerd is op haar arm. Maar ze vertelt niets, nog niet. Net zo min als hij haar wil vertellen waar hij voor op de vlucht is.
Naarmate ze langer bij elkaar zijn, komen ze meer van elkaar aan de weet. De lezer weet meer van Eppo omdat hij de verteller is. Als het meisje een vraag stelt, komt er vaak een flashback, hoewel dat niet altijd meteen hetgeen is dat hij dan vertelt aan Tabby. Eppo denkt veel aan een ander, Tabby ligt veel te slapen, buiten is het smoorheet...
Je zou zeggen: een meisje en een jongen, dagenlang samen in een auto, samen in een tent, dat wordt een mooi liefdesverhaal.
Niets is minder waar, al is de ontknoping wel romantisch, en loopt alles goed af. Die uitkomst is niet het belangrijkste, het verhaal draait om vertrouwen: omdat ze allebei problemen hebben, hebben ze op een bepaald moment de mogelijkheid om te vertellen. De ander luistert, en dat is al genoeg.
Marian de Smet heeft er een echte roadnovel van gemaakt, in een prachtige poëtische stijl vertelt ze een ontroerend verhaal over liefde en vertrouwen, over rouw en gemis.
Spannend, zoals op de omslag staat, vind ik het niet, maar de schoonheid van de taal en het aangrijpende verhaal maakt alles goed.
‘Zijn dikke buik vloog bij elke ruk aan het stuur uit de bocht.’
‘De dood sprong over de haag in mijn gezicht.’
‘Alles waar ik niet aan wilde denken kwam in een rotvaart op me af en hoe klein ik me ook maakte, het vond me en verpletterde me.’
‘Naar lucht happend haalde ik de huiver uit mijn lijf en stopte ik alle gedachten weer in de gaten en hoekjes waar ze eerder zaten.’
ISBN 9789048813469 | Hardcover|224 pagina's |Uitgeverij Moon | augustus 2012
Leeftijd 14+ jaar
© Marjo, 31 maart 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER