Het addergebroed van Slot Thetinga
Margaretha van Andel
Slot Thetinga bevond zich ten noorden van Wieuwerd, een dorp vlak bij Sneek en Leeuwarden.
Het bestaat nu niet meer maar in de tijd waarin dit verhaal speelt was het landhuis, dat ook wel Waltastate genoemd werd.
In 1688 erfden drie zussen, de freules Van Aerssen, het huis. Zij hadden in Middelburg de Fransman Jean de Labadie (1610-1674) leren kennen en zich bij zijn geloofsgemeenschap aangesloten. Toen de Labadie - net als hem eerder in Frankrijk was overkomen - ook uit Middelburg verdreven werd, nodigden de freules hem uit om naar Wiuwert te komen.
Zo kwam hij in Friesland terecht. Wie zich bij hem aansloot moest al zijn bezittingen inleveren, en was gehoorzaamheid verschuldigd. Eerdere doopsels of huwelijken werden niet erkend.
De Labadie besliste daar zelf over. En de broeders controleerden streng.
In deze setting laat Margaretha van Andel haar verhaal spelen.
Aan het einde van de zeventiende eeuw woont Jean met zijn moeder in de labadistengemeenschap. Zijn vader wilde niet in het gareel en is vertrokken. Hij beloofde zijn zoon dat hij hem zou komen halen, maar Jean heeft hem nu al jaren niet meer gezien.
Intussen is zijn moeder hertrouwd volgens de regels van de gemeenschap.
Jean wacht op erkenning: waarom wordt hij maar steeds niet gezegend, wat de eerste stap is om volwaardig sektelid te worden?
‘Rodrick doet vreemd de laatste tijd. Afstandelijk. Waarom?
Zijn blik dwaalt verder en blijft hangen bij zijn twee stiefzusjes. Ze zitten naast elkaar. Dat lukt ze bijna altijd. Maar de twee kijken niet terug. Ze doen alsof hij niet bestaat.
Hij weet waarom. Ze vinden dat hij niet in deze zaal hoort (i.e de eetzaal) Dat hij aan de boetetafel zou moeten zitten zoals de andere kinderen waar iets mee is. Kinderen die – volgens zijn nieuwe vader – het beste kunt vergelijken met de eieren van basilisken en serpenten. Addergebroed.’
Jean stelt vragen, maar krijgt geen antwoorden. Vragen stellen was niet gewenst, je moest doen wat er gezegd werd.
Maar: Voor wie was bijvoorbeeld dat lekkere gebraden gevogelte dat hij in de keuken had zien liggen? Op hun tafel verscheen het niet.
En waarom wilde Père Yvon, zoals ze de leider noemen, de rijke boer die verderop woont zo graag in de sekte hebben?
En dat nieuwe meisje, Hielke, noemen ze een gedrocht? Hoezo, ze is in zijn ogen een normaal leuk meisje!
Als hem vriendschap met het meisje, of met de blinde jongen Isaac verboden wordt, is hij het beu.
De hoofdpersoon Jean is fictief, zoals ook zijn wederwaardigheden. Maar Van Andel heeft gedegen onderzoek gedaan, haar verhaal daarover staat ook in het boek. Wat zij uit geschriften heeft geleerd, heeft ze prachtig verweven in dit verhaal.
Het is geen moment saai, geen wijdlopige uitleg, maar een avontuur over een jongen die graag zijn eigen leven wil leiden.
Prachtig!
Zien hoe het huis er uit zag? Kijk HIER
Margaretha van Andel (1959) is een Nederlandse schrijfster van jeugdboeken en vertaalster. En van vele markten thuis!
Leeftijd vanaf 13 jaar.
© Marjo, 21 juli 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER