Gewoon anders
Luc Descamps
‘Ik ben iemand en ik ben ergens. Zoveel is zeker. Ik weet alleen niet wie ik ben of waar ik ben. Dat maakt me niet ongelukkig, alleen heel onzeker. Om me heen bevindt zich een hoge muur. Hij geeft me niet het gevoel dat ik opgesloten ben, maar garandeert me dat ik veilig ben, wat er buiten ook gebeurt.’
‘Sommigen doen hun best bij me binnen te komen'
‘Soms wenste ik dat niemand ooit nog de deur zou openen.’
Dit zijn stukjes uit de proloog en het is meteen duidelijk waar de titel op slaat. Hier is een persoon aan het woord die niet is zoals anderen. Het is Samuel, zeventien jaar oud en autistisch.
Hij komt in het boek aan het woord in cursief geplaatste stukjes tekst, in de ik-vorm. Daardoor krijg je een kijkje in de geest van een autist. Al vraag ik me af hoe een auteur kan weten hoe zo’n innerlijke wereld er uit ziet, zijn het wel de meest indrukwekkende stukjes in het boek. Je leest er hoe Samuel tegen de buitenwereld aankijkt: hij ziet wel degelijk hoezeer zijn moeder haar best doet, hem vaak redt in hachelijke situaties, en hem in bescherming neemt tegen zijn vader, maar toch laat hij haar niet ‘binnen’.
Zijn vader kan niet overweg met het wezen dat zijn zoon is. Hij steekt zijn gedachten niet onder stoel of banken: hij had net zo goed geen zoon kunnen hebben, zegt hij. Daardoor is in ieder geval de laatste persoon die ooit ‘binnen’ zou mogen. Zou hij al die kwetsende dingen zeggen in gezelschap van de jongen, als hij had geweten hoe de jongen dacht?
Het leven van Samuel is uitzichtloos, tot er nieuwe buren komen. Het meisje Rani trekt met haar moeder in het huis, en het is Rani die er in slaagt contact te krijgen met Samuel. Dat ligt niet alleen aan haar zingen, aan haar prachtige stem, die Samuel raakt tot in het diepst van zijn wezen, Rani is ook geduldig, en Samuel geeft zich langzaam over.
Dit zou al genoeg kunnen zijn voor het verhaal, maar Luc Descamps wil er meteen een sprookje van maken: er gebeurt iets wat je wel een wonder zou kunnen noemen, al was dat wonder er al wel en moest het alleen nog ontdekt worden.
Het verhaal leest als een trein, vooral ook door de afwisseling: het verhaal met een alwetende verteller doorbroken door stukjes cursief van niet alleen Samuel, maar ook Rani. Zo is het eigenlijk een gewoon verhaal over een tienerjongen en een tienermeisje, maar dan anders. ‘Gewoon anders’ dus.
Luc Descamps (Wilrijk, 1962) dacht altijd dat boeken er waren om te lezen en dacht er niet over om zelf te gaan schrijven. Hij werd leraar Nederlands, Engels en Duits, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: hij begon toch te schrijven.
Met zijn eerste boek, een roman voor volwassenen, had hij geen succes. Maar een verhaal voor jongeren sloeg wél in.
ISBN 9789059329010 |Hardcover | 168 pagina's| Uitgeverij Abimo |september 2012
Leeftijd vanaf 13 jaar
© Marjo, 6 april 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER