Joke Janssen 

Lang leve familie!
Joke Janssen


In het eerste jeugdboek van Joke Janssen Lang leve saai! hebben we kennis gemaakt met Petra die van haar moeder een dagboek kreeg, maar wat moest ze daarin schrijven? Haar leven was zo saai... Kort daarna is van de saaiheid niets meer over, sterker nog, het mag allemaal wel wat minder! Haar moeder blijkt schildklierkanker te hebben, gelukkig is er wat aan te doen, moeder wordt geopereerd en alles komt goed. Haar onhandige vader probeert ondertussen alles thuis en beetje op te vangen en dan komt ook nog de bazige tante Liesbet in huis! Ze is dan blij dat ze een dagboek heeft waarin ze alles kwijt kan.


In dit deel is Petra's moeder nog aan het herstellen en verblijft tante Liesbet met Albert in het huis naast hun. Petra houdt nog steeds haar dagboek bij wat wij opnieuw mogen lezen. Aanvankelijk schrijft ze daarin over alle ditjes en datjes die ze meemaakt. Ze vertelt bijvoorbeeld over haar laatste maand op de basisschool en de kennismakingsavond met de middelbare school en, belangrijker, haar nieuwe klasgenoten. Ze heeft er gelijk een vriendin bij, Dominique, een meisje dat 'vanwege omstandigheden' het eerste jaar over moet doen. Petra vindt het komende schooljaar gelijk minder eng. Wel raar dat hun hulp Marieke zo raar doet tegen Dominique, ze is zeker jaloers.


En zo kabbelt het verhaal een beetje voort. Maar net als je begint te denken dat het kennelijk weer het zoveelste oppervlakkige meisjesdagboek is, zoals de laatste tijd wel vaker verschijnt, slaat het verhaal helemaal om.
Op de lotgenoten yogaclub heeft Petra's moeder Meike ontmoet, de alleenstaande moeder van Wouter, zij heeft ook schildklierkanker en het gaat niet goed met haar, ze moet geopereerd worden, daarom komt de achtjarige Wouter een tijdje bij hun logeren tot zijn moeder weer uit het ziekenhuis komt. Petra is er niet blij mee, ze kent Wouter wel, hij is een nerd, hij weet alles beter. Heeft hij geen familie? Kan zijn vader niet voor hem zorgen? Kan Wouter niet naar hem toe? Maar alles is al besloten, Wouter komt tijdelijk bij hun in huis.


Diep in haar hart vindt Petra het ook wel zielig voor Wouter. Ze weet hoe ellendig en bang zij zich voelde toen haar moeder zo ziek was. Vol goede moed probeert ze Wouter op te vangen en tot haar verbazing vindt ze het eigenlijk wel leuk, zo'n logeerbroertje.
Wat volgt is verre van oppervlakkig, het wordt zelfs een erg serieus en aangrijpend verhaal waar ik even van bij moest komen, ondanks de luchtige momenten die ook in het boek voorkomen.

Dit is overigens het tweede jeugdboek dat ik in korte tijd las waarbij de flaptekst wat anders suggereert dan de inhoud werkelijk is. De flaptekst van dit boek is als volgt:

"Hoe zou jij het vinden als je van de ene op de andere dag een ‘broertje’ kreeg? Nee, geen schattig babybroertje, maar een achtjarige nerd met een brilletje, spillebeentjes en een doodzieke moeder. De twaalfjarige Petra is niet bijzonder enthousiast. Haar leven is al druk genoeg zonder Wouter.
Ze heeft haar handen vol aan haar megaonhandige vader, haar herstellende moeder, haar bemoeizieke tante en de kennismaking met de middelbare school. Verder is er iets vreemds aan de hand met de moeder van haar nieuwe vriendin Dominique …
Eerlijk, direct en met humor schrijft Petra in haar dagboek over haar leven. Het wordt een zomer die ze niet snel zal vergeten. De zomer dat ze zus werd."


Persoonlijk vind ik deze flaptekst nogal misleidend. Je verwacht een vrij luchtig, grappig boek over een vervelend jochie die het leven van Petra zuur maakt. Niet een verhaal over een gevoelig jongetje met een moeder die niet meer beter wordt. Het is een behoorlijk pittig relaas over omgaan met ziekte en afscheid nemen en dat is prima, maar vermeld dat dan ook op de flaptekst. Ik denk dat menig kind nu toch wel schrikt van deze toch wel aangrijpende inhoud.


Maar eerlijk is eerlijk, het hele proces rondom Wouter en zijn moeder is wel heel fraai beschreven. In haar dagboek beschrijft Petra haar verwarde gevoelens hierover. Ze schrijft hoe ze bij haar thuis met de situatie rond Wouter en Meike omgaan, hoe eng ze het vindt om naar Meike te gaan en ze maakt zich ook enorme zorgen om de kleine Wouter, waar ze steeds meer om gaat geven. Hoe moet het straks verder met hem zo zonder moeder?
Gelukkig heeft ze aan Dominique een heel goede vriendin die goed kan luisteren en helpen en zelfs Petra's akelige klasgenoot Rafaël blijkt onverwacht vriendelijke kanten te hebben... 
Petra's stuntelige vader moet voor de nodige luchtigheid zorgen in het verhaal maar dat is soms wel een beetje vergezocht. Ook het gedeelte op het eind van het boek over Wouters vader was wel wat over de top, die hele 'uitleg' over hem had er niet bij gehoeven, dat had in één zin vermeld kunnen worden.
Kortom, het is een heftig boek maar wel erg mooi, eerlijk, ontroerend en aangrijpend geschreven.


Joke Janssen
(Sittard 1974) was sociaalwetenschappelijk onderzoeker totdat zij in 2007 schildklierkanker kreeg. Gelukkig kwam alles weer goed en kreeg ze niet alleen haar gezondheid terug, maar ook haar fantasie. Tijdens allerlei medische onderzoeken kwam ze er namelijk achter dat ze weg kon. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Joke ontsnapte door te gaan dagdromen. De kracht van de fantasie. Haar kracht. Eenmaal beter, besloot Joke nooit meer te stoppen met dromen. Sterker, ze besloot er haar beroep van te maken.

ISBN: 9789044825343 | Hardcover | 148 pagina's | Uitgeverij Clavis | juni 2015
Leeftijd 12+

© Dettie, 25 augustus 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER